De evangelisatorische roeping van de gemeente 1
Op 7 januari jl. hield de engelse predikant Paul T. A. Bassett een lezing over 'De evangelisatorische roeping van de gemeente' voor een kring van vrienden in Den Haag. Ook enkele leden van de redactie van 'De Waarheidsvriend' waren hierbij tegenwoordig. Gezien het belang van het onderwerp en de wijze waarop het door ds. Bassett aan de orde werd gesteld, is aan hem gevraagd om de lezing op schrift te stellen voor 'De Waarheidsvriend'. Hij heeft hieraan gevolg gegeven en de lezers zullen in enkele artikelen de in het nederlands vertaalde tekst van genoemde lezing kunnen vinden.Voorts heeft de redactie aan ds. Bassett verzocht om een artikel te schrijven over de toepassing van de punten die ds. Bassett in zijn lezing aan de orde stelt, in zijn eigen gemeente. Dit artikel zal als laatste in de reeks verschijnen.Ter inleiding van deze artikelenreeks is het wellicht gewenst om enige achtergrondinformatie te geven van de kerkelijke situatie in Engeland.Engeland heeft nooit zo sterk onder de invloed van het gereformeerde protestantisme gestaan als Nederland. Behalve enkele kleinere groeperingen zijn alle protestante kerken in Nederland immers 'hervormd' of 'gereformeerd'. In Engeland is dat niet zo. Daar heb je de anglicaanse kerk, die de staatskerk is en zich 'katholiek' en 'gereformeerd' noemt. Deze kerk is eensdeels nauwelijks van de roomse kerk te onderscheiden. Aan de andere kant vindt men in deze kerk een aanzienlijke groep bijbelgetrouwe christenen, Naast de anglicaanse kerk zijn er nog drie andere grote kerken of denominaties, nl. de Baptisten, de Methodisten en de Congregationalisten. Deze kerken zijn ontstaan uit afscheidingen van de anglicaanse kerken, uit enkele grote opwekkingsbewegingen die Engeland gekend heeft (o.a. ten gevolge van de prediking van de gebroeders Wesley en Whitefield). Geen van deze genoemde kerken is als zodanig bijbelgetrouw, zij hebben allen hun, als ik het zo noemen mag, linker- en rechtervleugels. Bijbelgetrouwe groepen van christenen vindt men echter wel in al deze kerken. Zij noemen zichzelf 'evangelicals', een moeilijk te vertalen woord, dat het beste kan omschreven worden als de mensen die het evangelie trouw willen zijn. Deze 'evangelicals' hebben zich binnen hun denominaties veelal gegroepeerd in een zogenaamde 'fellowship' of broederschap. Zo heb je een 'evangelical fellowship' van baptisten, methodisten, enz. Een vergelijking met de Gereformeerde Bond zou hier voor een goed deel opgaan.Deze broederschappen hadden onderling wel contact maar behoefte tot verder samengaan was er voor lange tijd niet, omdat elke broederschap binnen de eigen denominatie een grote mate van zelfstandigheid had. Het is nl. kenmerkend voor het engelse kerkelijke leven dat de plaatselijke gemeenten zeer zelfstandig zijn, veel meer dan in Nederland (onder het gereformeerde kerkrecht) het geval is. Vandaar dat de vergelijking met de Gereformeerde Bond op dit punt niet zozeer opgaat.De laatste tien tot twintig jaar zijn in het bovenstaande beeld verschuivingen gaan optreden, voornamelijk door de groei van de oecumenische beweging. Door de sterke drang tot een grotere eenheid van de kerken, kwamen de 'evangelicals' onder druk te staan om de eenheidsbanier te volgen. Uiteraard hadden de 'evangelicals' daar grote moeite mee en werd de situatie voor velen te benauwd en zij maakten zich los van de denominaties. De kerkengroepering die hier uit voortgekomen is, heeft zich verenigd in de onafhankelijke 'evangelical' kerk. Vooral toen ongeveer 10 jaar geleden de bekende predikant van de congregationalistische gemeente te Londen, dr. Martyn Lloyd Jones, zich met zijn gemeente bij de 'onafhankelijken' aansloot, heeft deze groep aan kracht en betekenis gewonnen.Ds. Bassett is predikant van zo'n onafhankelijke 'evangelical' kerk te East Horsley, een forenzenplaats ten zuiden van Londen. Hij is aanvankelijk officier bij de luchtmacht geweest, maar is door de invloed van wie nu zijn vrouw is, onder de prediking van Lloyd Jones gekomen en is toen tot bekering gekomen. Enkele jaren later voelde hij zich geroepen tot het predikambt en is sinds 1964 predikant in East Horsley.De 'evangelicals' in Engeland worden getypeerd door hun sterk roepingsgevoel om het evangelie te verbreiden. Hieraan zal hun verwantschap met de opwekkingsbeweging niet vreemd zijn. Voorts zijn ze zeer bijbels ingesteld. Dat wil niet alleen zeggen dat het persoonlijk bijbellezen een grote rol speelt in het leven van de 'evangelicals', maar ook dat zij de vragen die deze tijd aan de kerk stelt, uitsluitend vanuit de Bijbel trachten te beantwoorden. De lezing van ds. Bassett is een typisch voorbeeld hiervan. Het onderwerp wordt niet behandeld aan de hand van verschillende beschouwingen die in de literatuur over het onderwerp te vinden zijn, maar aan de hand van teksten uit de Bijbel, die voor het onderwerp van belang zijn. In de nederlandse verhoudingen zou dat een wat ontheologische indruk kunnen maken, maar wellicht zouden we van de directe bijbelse benadering van onze engelse broeders toch wel wat kunnen leren. De lezer kan dit overigens het best zelf vaststellen.
Het is een voorrecht bezig te mogen zijn met één van de heerlijkste en mooiste onderwerpen waar zich een mens ooit mee kan bezighouden, de evangelisatorische roeping van de gemeente, zoals deze tot ons komt in het Nieuwe Testament. Bij de uitwerking van dit onderwerp moeten wij de voorzieningen overwegen die God voor het werk gegeven heeft. Ik zou dan ook gaarne uit Gods Woord tien noties naar voren willen brengen die ons een beeld zullen geven van deze roeping.
De betekenis die door God wordt gegeven aan de evangelie-verkondiging
Laten we luisteren naar wat God zelf te zeggen heeft over de betekenis van de evangelie-verkondiging. 'Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen die het goede boodschapt, die de vrede doet horen; desgenen die goede boodschap brengt van een goede tijding, de bekendmaking nen die tot Sion zegt: Uw God is Koning!' (Jesaja 52: 7). In God's ogen is de verkondiging van het evangelie het brengen van een goede tijding, de bekendmaking van vrede en verlossing.
Het is van belang op te merken dat God onze aandacht vraagt voor de voeten van de boodschapper. Hij gebruikt een typisch oosters beeld van iemand die goed nieuws heeft te brengen en die reeds een grote afstand door een bergachtig landschap heeft afgelegd en ongetwijfeld de uitputting nabij is. Als hij zijn bestemming bereikt heeft, zullen zijn voeten vuil zijn en bebloed. We zouden daarom eerder denken dat deze voeten aangeduid zullen worden als lelijk en afstotend en niet met 'liefelijk'. Ongetwijfeld waren de voeten van de boodschapper in zijn eigen ogen niet schoon, maar voor degene die de goede tijding van vrede en verlossing in ontvangst mocht nemen, waren het de meest aantrekkelijke voeten in de wereld. Hij kan pas goed inzien wat het de boodschapper heeft gekost om de boodschap bij hem te brengen. Voor God is dus de verkondiging van het evangelie een zaak van grote schoonheid en dat moet het ook zijn voor de gemeente Gods.
We moeten daarom niet verbaasd zijn dat we, als we het Nieuwe Testament openslaan, daar precies hetzelfde tegenkómen over de verkondiging van het evangelie, zoals we nog verder zien zullen. Immers het woord evangelie betekent: goed nieuws of goede tijding. Evangelie-verkondiging of, als u wilt, evangelisatie, betekent dus de bekendmaking van de boodschap van dit goede nieuws.
Een door God gegeven voorbeeld van evangelie-verkondiging
Laten we eerst weer eens naar het Oude Testament kijken. We vinden daar dat God zelf de eerste prediker van het evangelie was. Dit is niet zo verwonderlijk als we in eerste instantie zouden denken, want het is juist God zelf die als het ware de evangelie-prediking heeft mogelijk gemaakt. In Galaten 3 : 8 lezen we: En de Schrift tevoren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft tevoren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: n u zullen al de volkeren gezegend worden.' (zie ook Genesis 12 : 2).
In het Nieuwe Testament zien we dat Gods Zoon het evangelie predikte. Na de laatste grote profeet, Johannes de Doper, werd door Jezus de fakkel overgenomen. We lezen: En nadat Johannes overgeleverd was, kwam Jezus in Galilea, predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods'. (Marcus 1 : 14).
Als we ons afvragen wat deze evangelie boodschap inhield, dan worden we door Christus niet in het onzekere gelaten. Het is van groot belang dat we deze goed verstaan. Christus heeft zelfs het verstand van de discipelen herhaaldelijk moeten verlichten om de Schriften te verstaan. Hoeveel te meer is het dan voor ons van belang om door Hem verlicht te worden juist in onze dagen van verwarring en twijfel.
In dit verband zullen we in het bijzonder op de opstanding het oog gericht moeten houden. Op dit punt werd Christus geconfronteerd met ongeloof van zijn eigen discipelen. Zij beschouwden de boodschap van de opstanding als 'ijdel geklap', die zij niet geloofden (Lucas 24 : 11). Christus koos dit grote moment van de overwinning om te laten zien dat de gehele geschiedenis naar dit moment had heengewezen. Al de profeten van het Oude Testament hadden gesproken in hun profetieën van de Verlosser die komen zou en die zou sterven voor de zonden van Zijn volk. Geconfronteerd met zulk vreselijk ongeloof, sprak Christus deze woorden van vermaning: En Hij zeide tot hen: onverstandigen en tragen van hart om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben! Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan? ' (Lucas 24 : 25, 26).
Verder toonde Christus aan dat voor het ware verstaan van Zijn dood en opstanding we terug moeten gaan naar het Oude Testament. We lezen nl. in vers 27: 'En begonnen zijnde bij Mozes en bij al de profeten, legde Hij hun uit in al de Schriften hetgeen van Hem geschreven was'. Het begin was zonde; het einde is een Verlosser van de zonde.
Christus zal hen er zeker op gewezen hebben dat de liefde van God zo groot was, dat op de plaats waar de eerste zonde door de mens gedaan werd, God voor het eerst het evangelie predikte en een Zaligmaker beloofde: Het zaad van de vrouw zal satan's kop vermorzelen'. (Genesis 3 : 15). De profeten verkondigden dat de Messias zou komen en dat Hij zou lijden, sterven, van zijn graf opstaan en Zijn heerlijkheid binnengaan.
In het Oude Testament werd dus reeds het evangelie gepredikt. In het bijzonder de apostel Petrus werpt licht op de prediking van het evangelie door de profeten, als hij schrijft in zijn eerste brief: Verkrijgende het einddoel uws geloofs, namelijk de zaligheid der zielen. Aangaande welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben, van de genade aan u geschied, onderzoekende op welken of hoedanige tijd de Geest van Christus, die in hen was, doelde en tevoren getuigde van het lijden dat over Christus komen zou en de heerlijkheid daarna volgende'. (1 Petrus 1:9—11). Op dit moment nu, toen Christus het geschikt achtte om het begrip van Zijn discipelen omtrent de evangelieverkondiging te verdiepen, is het van wezenlijk belang om te zien dat Hij de inhoud van het evangelie niet trachtte te definiëren of te beschrijven los van de boodschap van de profeten van het Oude Testament. Immers de boodschap van de profeten van het Oude Testament werd de boodschap van de apostelen van het Nieuwe Testament.
Nadat Christus heeft gewezen op het begin van de evangelieboodschap, wijst Hij voorts op de toekomstige vervulling ervan in Hemzelf, in Zijn dood en opstanding. Want Hij verklaart aan Zijn apostelen op de dag van Zijn opstanding: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak, toen Ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden wat van Mij geschreven is in de wet van Mozes en de profeten en de Psalmen. Toen opende Hij hun verstand opdat zij de Schriften verstonden.' (Lucas 24 : 44—45).
Nadat Christus hier de oud-testamentische evangelie-verkondiging verklaard heeft, spreekt Hij vervolgens van het Nieuwe Testament. 'Alzo is er geschreven, en alzo moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten derden dage en in Zijn naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonde onder alle volken, beginnende van Jeruzalem. En gij zijt getuigen van deze dingen.' (Lucas 24 : 46— 48). Hier zien we dan het door God gegeven voorbeeld van de evangelie-prediking. Van dit bijbelgedeelte kunnen we enkele punten afleiden die noodzakelijk zijn voor ons verstaan van de inhoud van de evangelieverkondiging.
Vanwege de zonde van de mens is er een noodzaak voor Christus om voor onze zonden te sterven en weer op te staan, om onze verlossing van de zonde mogelijk te maken. Deze blijde boodschap moet gepredikt worden, daarbij de mens oproepende tot bekering van de zonde als vrucht van het werk van de Heilige Geest.
Het is van belang dat we er niet alleen oog voor hebben dat het evangelie de boodchap is van de gehele Bijbel, zowel van het Oude als van het Nieuwe Testaiment, maar ook dat het evangelie een boodschap is die niet aan tijd gebonden is. De boodschap van het evangelie is een eeuwige boodschap. We lezen immers in het boek van de Openbaring van hen die het 'eeuwige Evangelie' te verkondigen hadden (Openbaring 14 : 6). Dit moet ons niet verbazen, want Petrus beschrijft Christus als 'een onbestraffelijk en onbevlekt Lam welke wel vóórgekend is geweest vóór de grondlegging der wereld.' (1 Petrus 1 : 19—20). Ook elders in het boek van de Openbaring wordt Hij beschreven als 'het Lam dat geslacht is, van de grondlegging der wereld'. (Openbaring 13 : 8). Want zo was Hij in de eeuwige raad van God. De zaak die wij noodzakelijk hebben op te merken bij hetgeen Christus hier ons te zeggen heeft is dat het evangelie de enige zaak in deze wereld is die eeuwig is. Zei Christus immers niet: De hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbij gaan.' (Marcus 13 : 31).
En Petrus zegt duidelijk dat Christus hier verwees naar het evangelie want hij verklaart: Het gras verdort en zijn bloem is afgevallen, maar het Woord des Heren blijft in der eeuwigheid. En dit is het woord dat onder u verkondigd is.' (Petrus 1 : 24—25). God geve ons om onze verantwoordelijkheid te zien en om bezig te zijn met deze enige blijvende zaak in de wereld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's