De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Noch breed, noch smal, maar gereformeerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Noch breed, noch smal, maar gereformeerd

9 minuten leestijd

Na de conferentie te Lunteren, die door de Geref. Bond was belegd voor predikanten van de Geref. Gezindte, is er nogal wat discussie geweest over de vraag waar de Gereformeerde Gezindte zich bevindt. In Trouw stond een vraaggesprek met ds. J. Overduin, geref. predikant te Veenendaal naar aanleiding van ontboezemingen zijnerzijds in het Centraal Weekblad. Ds. Overduin zag in deze conferentie een versmalling van de Geref. Gezindte, . omdat alleen predikanten van de Geref. Bond, de Geref. Gemeenten en de Chr. Geref. Kerken een persoonlijke uitnodiging hadden ontvangen. Anderen werden echter bepaald niet buitengesloten omdat via persberichten ieder die tot de Geref. Gezindte gerekend wenst te worden welkom was. Later schreef dr. R. H. Bremmer, vrijgemaakt gereformeerd predikant te Enschede, eveneens over deze materie. Hij wilde met Groen van Prinsterer de brede gereformeerde gezindte. Naar aanleiding van één en ander schreef ik in Trouw van 11 december II. het volgende artikel.

Ik heb natuurlijk de laatste tijd met belangstelling gevolgd wat er zoal gezegd en geschreven is over de conferentie die door de Gereformeerde Bond in de hervormde kerk is belegd voor predikanten van de gereformeerde gezindte. Men proefde er een versmalling in. Ten onrechte, omdat blijkens de perspublikatie de conferentie open stond voor allen die tot de gereformeerde gezindte gerekend wensen te worden. Anderzijds is het evenwel gewenst dat er meer duidelijkheid komt over de vraag waar de gereformeerde gezindte zich bevindt. We hadden als Gereformeerde Bond niet de pretentie dat wij dat konden uitmaken. Maar de rumor in casa na de conferentie hebben we wel als positief ervaren. Er kwam weer beweging in de vastgevroren fronten, waarbij het loutere feit van gereformeerd-zijn-in-naam voldoende scheen te zijn om bij de gereformeerde gezindte gerekend te worden. Gemakshalve werd de hervormde kerk dan maar overgeslagen, hoewel deze kerk van huis uit en blijkens haar officiële documenten, óók tot de gereformeerde gezindte behoort. En al even gemakkelijk werden de gereformeerde kerken er in haar totaliteit maar bijgerekend, ook al is de ontwikkeling daar vrijwel parallel aan die in de hervormde kerk: dezelfde lichtingen, met alle tegenstellingen daaraan verbonden, dezelfde problematiek in dezelfde verschuivingen in het theologisch denken.

Dr. Bremmer

Nu heb ik in Trouw/Kwartet van 28 november het artikel van dr. Bremmer gelezen. Een artikel waarin ik me, wat betreft de teneur vinden kan. De brede gereformeerde gezindte van Groen van Prinsterer bedoelen wij ook. Het is zelfs een beetje een merkwaardige zaak om over brede en smalle gereformeerde gezindte te spreken. Gereformeerd is gereformeerd. De onderscheiding smal en breed ligt eerder in de onderscheiding protestant en gereformeerd. Van de drie kringen, namelijk christelijk, protestant en gereformeerd is de gereformeerde kring bepaald de binnenste. Die onder­ scheiding gold ook al in de vorige eeuw toen Groen van Prinsterer de uitdrukking gereformeerde gezindheid introduceerde. In die tijd schreef bijvoorbeeld Hoedemaker, naar aanleiding van ontboezemingen van Kuyper in De Standaard over de coalitie in de politiek: 'dat de protestant de kring waarin hij samenwerking zoekt, wat enger neemt dan hij die alles wat christen heet omvatten wil en dat hij die zich calvinist noemt die kring nog nauwer trekken wil'.

Dat voor Groen de kring van de gereformeerde gezindheid niet samenviel met het totaal van de protestantse kerken in zijn dagen is zonneklaar. Allereerst onderscheidde hij de gereformeerde gezindheid van het hervormde kerkgenootschap. Niet de gehele hervormde kerk van zijn dagen behoorde ertoe. Zijn strijd met de 'modernen' maakte dat duidelijk. Zijn bezig zijn in het reveil en de daaruit ontstane 'orthodoxe of confessionele partij' eveneens. Anderzijds behoorden voor hem de afgescheidenen er duidelijk wèl bij. Mede met het oog op hen hanteerde Groen de uitdrukking gereformeerde gezindheid. Het merkwaardige is overigens wèl, dat Groens uitdrukking 'gereformeerde gezindte' of 'gereformeerde gezindheid' juist in niet-'hervormde' kring later is versmald. Men rekende ertoe de kerken die voortkwamen uit afscheiding en doleantie en men schakelde de gereformeerde gezindheid binnen de hervormde kerk maar al te gemakkelijk uit. Dat is de laatste jaren anders geworden. Vanuit de kerken van afscheiding en doleantie is wèl gezien dat er binnen de hervormde kerk een niet onaanzienlijke sector is gebleven die tot de gereformeerde gezindte behoort. Maar inmiddels bleven er toch allerlei onduidelijkheden, met name ook daarom, omdat de ontwikkeling sinds het eind van de vorige eeuw niet heeft stilgestaan.

Ds. Overduin

Ds. Overduin stelde in het vraaggesprek van enkele weken geleden de vraag naar aanleiding van onze conferentie of de confessionelen er dan niet bijhoorden. Ik zou willen zeggen: van harte ja. De ontwikkelingen rondom het Getuigenis lieten zien, dat dit ook niet alleen maar lippentaal is. Maar — en daarom gaat het me in dit verband — ds. Overduin vindt het toch kennelijk nodig om in de hervormde kerk groeperingen uit te pellen als het gaat over de vraag waar binnen de hervormde kerk de gereformeerde gezindte zetelt. Hij brengt dus duidelijk onderscheidingen aan. De vraag is dan wel of het in de huidige situatie juist is deze onderscheiding alleen binnen de hervormde kerk toe te passen en niet binnen de gereformeerde kerken. Ook daar is de kring van hen die zich christen noemen ruimer dan de kring van hen die zich protestant noemen en nog weer ruimer dan de kring van 'hen die zich gereformeerd weten.

Waar ligt de norm voor het behoren tot de gereformeerde gezindte? Ik zeg met dr. Brem.mer: bij de inhoud van de confessie. Maar daar is het probleem niet mee opgelost. De hervormde kerk heeft namelijk in haar kerkorde uitdrukkelijk de klassieke gereformeerde belijdenisgeschriften opgenomen en uitgesproken in artikel tien van deze kerkorde dat zij willen leren en handelen in gemeenschap met het belij­den der vaderen. En toch ligt er dacht ik nogal wat verschil tussen de gereformeerde gezindheid van Groen en de hervormde kerk in haar totaliteit. Me dunkt dat ook dr. Bremmer dat beamen zal, gezien het kerkverband waartoe hij behoort: een kerkverband dat, naar het me voorkomt, de kring van hen die tot de gereformeerde gezindte behoren bepaald nog nauwer trekt dan Groen heeft gedaan.

Geref kerken

Maar hoe ligt dat nu met de gereformeerde kerken? Op die vraag is ds. Overduin niet ingegaan. Ook hier vormen de gereformeerde belijdenisgeschriften de leef-en spreekregel. Maar functioneren ze anders dan binnen de hervormde kerk? Ik heb er geen moeite mee om de gereformeerde kerken te zien als behorende tot de gereformeerde gezindte, qua afkomst en qua officiële documenten, mits men dan deze zelfde norm hanteert voor het geheel van de hervormde kerk. Maar wil men dat? Ik zou anderzijds niet graag willen bepalen waar in de gereformeerde kerken de gereformeerde gezindte precies zit, evenmin als ik deze zou willen afbakenen binnen de hervormde kerk. Maar het is duidelijk dat hier toch heel wat onopgeloste vragen en heel wat onduidelijkheden liggen. Het loutere feit van de belijdenisgeschriften te hebben als spreekregel voor de kerk zal niet kunnen voorkomen dat binnen eenzelfde kerk de één tot de gereformeerde gezindheid waarover Groen sprak behoort (of wil behoren) en de ander niet.

Religie

Dit brengt me op het laatste wat ik over deze kwestie zeggen wil, namelijk het punt van de religie van de belijdenis. Dr. Bremmer deed het in zijn artikel voorkomen alsof rondom de door de Gereformeerde Bond belegde predikantenconferentie de religie-van de belijdenis tegen de inhoud van de belijdenis werd uitgespeeld. Alsof de belijdenis naar zijn inhoud ons minder zwaar zou wegen dan de religie ervan en we elkaar dus op genoemde conferentie vonden in de religie van de belijdenis en niet rondom de belijdenis zelf. Dat is echter een onjuiste voorstelling van zaken, al realiseer ik me bepaald wel dat wanneer we in het geheel van de verschillende gereformeerde denominaties over de inhoud van de belijdenis gaan praten we op allerlei verschillende interpretaties stuiten en de formulieren van enigheid nogal eens heel wat onenigheid aan het licht zouden brengen.

Het gaat dus wel terdege om de inhoud van de belijdenis. Maar de religie ervan is niet niks. De uitdrukking religie van de belijdenis werd door prof. dr. J. Severijn, vroeger voorzitter van de Gereformeerde Bond, graag gebezigd. Hij bedoelde daarmee echter bepaald niet de inhoud terzijde te stellen. Wel was het zijn bedoeling om tegenover een dode, versteende orthodoxie, die louter rationeel opkomt voor de belijdenis en blijft steken in de leuze 'Schrift en belijdenis' te wijzen op de geloofsinhoud van de belijdenis. Wat in de belijdenis van de kerk beleden is, is het gelóóf van de kerk van de eeuwen. Niets is erger dan een verintellectualiseerde belijdenisgetrouwheid, die gespeend is van elke innerlijke betrokkenheid op en elk hartelijk leven uit datgene wat met de mond beleden wordt. Wij geloven met het hart en belijden met de mond! Het belijden ligt in het verlengde van het geloven. De tweeëenheid van geloven en belijden mag noch naar de ene noch naar de andere kant uit balans worden gebracht.

Juist dat aspect van de religie van de belijdenis doortrekt de hele inhoud van de belijdenis. Elk artikel van de Nederlandse geloofsbelijdenis (N.G.B.) begint met: wij geloven. Niet met: wij belijden. Er wordt beleden vanuit het geloven. En de geloofswarmte en diepte stralen er doorheen. Van de Heilige Schrift geloven wij dat die van God is 'omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten' (art. 5 N.G.B.). De Heilige Geest is 'onze Heiligmaker door Zijn woning in onze harten' (art. 9). De voorzienigheid van God geeft ons 'een onuitsprekelijke troost' (art. 13). Christus is 'onze Immanuel, dat is God met ons'. 'Wij vinden allerlei vertroosting in Zijn wonden' (art. 21). Belijden vraagt om geloven. Belijden zonder geloof is als soep zonder zout. Maar geloven zonder belijden zet de deur open voor individualisme en willekeur. Het één kan niet zonder het ander.

Eenheid

Mijn conclusie is dat binnen de gereformeerde gezindte de belijdenis het herkenningspunt dient te zijn. Maar dan het herkenningspunt vanuit de eenheid in het beleven van de religie die erin uitstraalt. Er kan namelijk ook sprake zijn van een 'waardering' van de belijdenisgeschriften als neerslag van hoe de kerk enkele eeuwen geleden geloofde. Als eerbiedwaardige monumenten bergen we ze op in het museum en wij geloven inmiddels anders, soms tegen de inhoud van het klassieke belijden in. De religie van het belijden vraagt om beleving, innerlijke doorleving. Dan wordt de belijdenis een herkenningspunt waarin we onszelf en de ander zien in de traditie van de kerk van de eeuwen en we allen herkennen die met ons hetzelfde geloof beleden en belijden. Die religie van het belijden is me toch wel veel waard. Want per slot van rekening mag het belijden best in andere woorden, eigentijdse woorden worden uitgezegd. Als de religie van dit belijden maar blijft en we niet gaan geloven tegen wat onze vaderen beleden hebben in.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Noch breed, noch smal, maar gereformeerd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 december 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's