'Bonders' in Wouden hebben moderne bedrijfsvoering
VERBAZING BIJ SOCIOLOOG
In het Friesch Dagblad stond een artikeltje n.a.v. een sociologische studie van C. A. Muntjewerf over de bedrijfsvoering van de boeren in de Friese Wouden. We nemen het, met het commentaar van het Friesch Dagblad, hieronder over.
Een socioloog verbleef enige, tijd in de Dokkumer Wouden en stelde daar — uiteraard — een sociologisch onderzoek in. Ds. L. H. Ruitenberg heeft erover geschreven in het weekblad Hervormd Nederland.
In het februari-nummer van de Sociologische Gids, het blad dat vooral de sociologie-studenten van alle faculteiten begeleidt, heeft de bijna-doctorandus sociologie van Wageningen C. A. Muntjewerf, die zijn stage doorbracht in de Wouden, zijn verslag gepubliceerd over de vraag hoe de daar wonende Gereformeerde-Bondsboeren de informatie die geboden wordt verwerken, en dat in vergelijking met een gelijk aantal doopsgezinde boeren. Een detail-vraagstuk. Zeker. Maar toch: door details komt men de kern van een probleem op het spoor. Dat zal elke huisarts ons kunnen vertellen.
Na een beschrijving van de achtergrond van beide groepen ('letterlijk nemen van de bijbel', 'taboes zien in dagelijkse zaken', 'zich door externe machten beheerst weten' gold voor praktisch alle bondsboeren wèl en voor bijna alle meniste-boeren niet), deelt de schrijver mee, dat hij uit die geconstateerde houdingen verwacht had, dat de Gereformeerde Bonders zich minder open zouden stellen voor (landbouwkundige) informatie en dus een minder moderne en minder efficiënte landbouwbedrijfsvoering zouden hebben.
Zeker, de doopsgezinden oriënteerden zich méér op andersdenkenden, hadden meer distantie genomen van de landbouw, hadden allen méér dan de lagere school, tegenover slechts de helft bij de bonders, namen véél meer vrijwillig deel aan organisaties, en maakten meer gebruik van voorlichtingsactiviteiten — maar tóch bleken de bonders een even moderne bedrijfsvoering te hebben, even efficiënt te werken en een even grote opbrengst per hectare en per koe te hebben.
Het blijkt, dat A. W. van den Ban dat door een onderzoek in Noordwest-Veluwe in 1958 ook al had geconstateerd.
Muntjewerf probeert een verklaring te vinden. Hij zoekt het in de mogelijkheid, dat wie zich sterk beheerst weet door machten buiten zichzelf juist een zeer reële kijk op de omgeving krijgt. Het kan ook zijn, dat de bonder op godsdienstige vragen godsdienstige antwoorden geeft, en dat niet doet op zakelijke vragen, zodat er min of meer gescheiden compartimenten ontstaan. De geloofshouding en de zakelijke houding zijn dan twee verschillende delen van het individu.
Het kan ook zijn, dat enkelen de informatie wèl krij gen en deze aan de hecht-samenhangende groep snel doorgeven.
Hoe het ook zij: het aanvankelijk beeld, dat de schrijver (en hij niet alleen) van een bepaalde groep had, wordt gewijzigd door gezette sociologische studie. De echte vragen komen daardoor beter naar voren.
Alweer een reden sociologie in de kerken niet te minachten, aldus ds. Ruitenberg.
Opmerking
De kerkredactie van het Friesch Dagblad wil hier graag een paar opmerkingea bij maken.
Het komt ons namelijk voor dat door de sociologen en in navolging van hen ook door anderen een denkfout wordt gemaakt. Men verbaast er zich over dat de 'bonders' vooruitstrevend zijn in hun bedrijfsvoering. Waarom verbaast men zich daarover? Hier is het antwoord, dat men meent te moeten geven: ze zijn vooruitstrevend, terwijl ze kerkelijk en theologisch hopeloos ouderwets zijn. Zo worden, door sociologen en anderen, twee begrippen tegenover elkaar gesteld, die helemaal niet tegenover elkaar staan, ook niet tegenover elkaar horen te staan.
Van theologisch ouderwets zijn is geen sprake. Dat begrip mag men hier niet hanteren. De bijbel lezen, het geloof belijden, de liederen van lof en dank en aanbidding zingen, dat is heel iets anders dan een nieuwe jas kopen, de boekhouding bijhouden of een moderne dorsmachine exploiteren. Als iemand wel psalmen, maar geen gezangen wil zingen, dan is hij daarom niet ouderwets. Hij heeft een standpunt ingenomen. Naar innerlijke overtuiging, vaak op grond van studie in bijbel en belijdenis, is een standpunt ingenomen. En op ander terrein wordt eveneens een standpunt ingenomen: daar wordt bijbesloten een zeer moderne ploeg aan te schaffen. Maar waarom zou een boer, die een hypermoderne ploeg koopt, automatisch, omdat het voor de hand zou liggen, voorstander moeten zijn van de evolutie-theorie en die als leer moeten aanhangen, waarom zou hij 'modern' moeten doen, door de kerk te Hooi en te gras (we blijven in beeldspraak ook ten plattelande) te bezoeken en niet uit trouw en verlangen elke zondag?
Br.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's