Afzondering
'Die zich afzondert, tracht naar wat begeerlijks'. (Spreuken 18 : la)
Ditmaal vragen we uw aandacht voor een woord uit het boek der Spreuken van Salomo. Doorgaans wordt er weinig uit gepreekt en dat is toch wel jammer, want wat een rijke stof ter overdenking is hier niet te vinden.
Salomo heeft goed in het leven rondgekeken en de vrucht van zijn onderzoekingen in dit boek ons nagelaten. Vooropgesteld zij evenwel dat we hier te maken hebben met een man, die door 's Heeren Geest verlicht, nagedacht heeft over het dagelijks leven rondom hem. De levenslessen, die hij geeft, bedoelen dus goddelijk licht te laten vallen over de menselijke, aardse levensverhoudingen en toestanden. Wij meenden vroeger altijd dat bovenstaande spreuk wilde aanduiden een algemeen verschijnsel. Bijvoorbeeld dat van de geleerde die in afzondering en eenzaamheid van zijn studeerkamer bezig is aan het onderzoek van een geheime zaak, waarvan de onthulling voor de mensheid van groot nut wezen zou. Denk aan de geneesheer, die speurt naar het geneesmiddel tegen een voortvretende kwaal of de ontdekker, of de uitvinder, die eindelijk zijn zware pogingen bekroond ziet met het gezochte resultaat. Zo opgevat, omschrijft ons tekstwoord dus geenszins een kwalijke zaak of eigenschap.
Maar helaas, nauwkeuriger bestudering van de Schrift leerde ons, dat hier heel wat anders, wat minder moois wordt bedoeld. Wat toch is het geval? We maken hier kennis met iemand, die zich afzondert. Wel te verstaan van de gemeenschap der mensen. Daarin schuilt op zichzelf geen kwaad. Dat hebben we bij tijd en wijle allemaal nodig om tot onszelf te komen. We trekken ons terug van het gewoel der massa om in de stille eenzaamheid krachten op te doen voor de dagtaak. Wie nooit eens tot zichzelf komt, kan op den duur niet blijven geven. De kunst om te leven is nu eenmaal voor een belangrijk deel de kunst van het evenwicht, handhaving van de eenheid der tegendeleii. Eenzaamheid en gemeenschap, arbeid en rust, inspanning en ontspanning, spreken en zwijgen — ze wisselen elkander af in onophoudelijke regelmaat.
Zo is het ook goed alleen te zijn. Isolement is kracht. Maar dat is alleen waar, wanneer de mens in de afzondering het verband met de mensen niet geheel en al zelfzuchtig verbreekt. Het doel van de af zondering moet wezen kracht laden voor de levenstaak.
De Schrift bedoelt niet de mens, die zich afzondert een zeker, helaas, alom bekend type van zonderlingen, die opzettelijk, haast stelselmatig, zich onttrekken aan de organische kring, waarin God hen heeft geplaatst. Het begon reeds toen zij als kind zich overgaven aan een nog onschuldige, haast bekoorlijke eenzelvigheid. Misschien prezen de ouders deze afzondering als een verschijnsel van schone tevredenheid.
Maar langzamerhand werd deze afzondering een levenshouding, niet middel maar doel. De plek der afzondering werd een kweekplaats van zelfzucht, hoogmoed en eigenwijsheid, allemaal ondeugden, waarvan kiemen in ieder mensenhart sluimeren. De grote drijfkracht van dit mensensoort is niet de vraag naar plicht, maar, gelijk in de bovengenoemde spreuk met ontdekkende scherpte wordt gezegd; het trachten naar wat begeerlijks, beter vertaald: het zoeken van eigen begeerte. Een oud bijbel-uitlegger omschrijft het tekstwoord aldus: die zich van de gemeenschap der godvruchtigen afzondert, tracht niet naar de kennis der Waarheid, maar naar wat begeerlijks voor zichzelven, hij onderzoekt alles, om daardoor zijn ijdele eerzucht te voldoen, en meent beter te zijn dan anderen.
Waarde lezer, zijt ge geheel vrij van deze egoïstische begeerlijkheid? Valt in uw leven ook niet ieder ogenblik de schaal over naar de begeerte in plaats van naar de plicht? Hoe nauw luistert het in ons leven ten aanzien van deze dingen. Zeker, het onderzoek van Gods Woord, de studie van klassieke geschriften kunnen niet worden gemist, het wordt onder ons veel te weinig gedaan. Maar de vrucht van dit alles dient de gemeenschap ten goede te komen. Stil zelfonderzoek, de verborgen omgang met God — het zijn zaken, die we in onze dagen maar al te zeer missen, maar wee ons, wanneer we overmatig aan deze dingen besteden ten koste van het gemeenschapsleven. Eenzaamheid, aandacht en gemeenzaamheid kunnen elkander niet missen. De stilte geeft voedingskracht voor de gemeenschap, en de gemeenschap drijft weer naar de afzondering.
Ook hier ziet ge, hoezeer de zonde alles verstoord heeft, en het evenwicht verbroken. De beide uitersten vindt ge enerzijds in de massamens en anderzijds in de obscure zonderling. God wil ons door dit woord leren zien, of er bij ons een schadelijke weg is. Hij wil ons geven het middel tot herstel van evenwicht. Wat is het meest afdoende middel? Niets anders dan de liefde van Christus, uitgestort in onze harten. Deze schenkt de verborgen oefening des geloofs, maar ook het werken in de liefde. Jezus is de Volmaakte, ook in de levensharmonie. Hij kende de afzondering. Somtijds was Hij de gehele nacht door alleen op de berg. Maar daarna keerde Hij tot de discipelen en de scharen terug, versterkt door de kracht des Vaders. De vrucht der eenzaamheid van Christus was de gemeenschap waardoor wij zalig kunnen worden. Immers, al wat Hij van Zijn Vader gehoord heeft, dat heeft Hij ons bekendgemaakt. En in deze kennis van de Vader, door de Zoon in de Geest rust ons leven, ja, daarin vinden we ons levensevenwicht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's