Ds. Abma over politiek en prediking
We troffen in het studentenorgaan De Civitate een artikel van ds. H. G. Abma over politiek en prediking. Hij ging daarbij zowel in op wat dan in onze tijd politieke prediking wordt genoemd alsook op preken in de politiek. We laten het artikel hier gedeeltelijk volgen:
'De laatste tijden is het begrip 'Politieke Prediking' aan de orde. Het is mede aan de orde als gevolg van de verschijning onlangs van het belangrijke 'Getuigenis' van enkele vooraanstaande hervormden.
(...) Het onderwerp is belangrijk genoeg, want de Confessionele Vereniging in de Hervormde Kerk stelt het op haar jaarvergadering binnenkort aan de orde (is al aan de orde geweest; red.). Mogelijk gaan van de bespreking van deze aangelegenheid stimulansen uit naar de Christelijk Historische Unie. Wij waarderen het dat de C.H.U. ferm heeft afgehaakt, toen Burger alles aan elkaar wilde plakken wat met de bedoeling om tegen elkaar te concurreren zich stuk voor stuk progressief noemt. Het is te hopen dat het ook een aansporing blijft om de beginselen te laten prevaleren.
Een van de verdrietelijkheden van dit leven is dat mensen immer van het ene uiterste vervallen in het andere. Want de periode ligt niet ver achter ons, dat de uitdrukking politieke prediking klonk als een zware vloek. De prediking was volgens velen te verheven, te hemels, te eeuwig dat het gepermitteerd was om het woordje politiek daaraan toe te voegen. Zij zijn er nog, die huiveren, wanneer je politiek en prediking in één ademtocht over de lippen brengt.
Politiek is een vuile zaak. Degenen die de krant bijhouden zullen de laatste weken meer dan ooit in de verleiding komen om het te denken. De schandalen zijn niet van de lucht.
U mag van mij in 'De Banier' niet verwachten, dat ik een heel betoog opzet om er bij u in te hameren dat politiek en prediking in geen enkel opzicht met elkaar te maken hebben. Maar evenmin willen wij, afgezien van de zeer linkse voorkeuren, de richting kiezen van de tallozen, die menen, dat politiek de beste en in feite ware en uitsluitende dienst is van de ware God van hemel en aarde. Er zijn wel andere teksten dan thema's van Vietnam, Zuid-Afrika, Cuba, Verenigde Staten, Spanje en Portugal, wanneer wij in de kerk zitten om de woorden van het eeuwige leven te horen. En helemaal, wanneer de naam Christus nauwelijks genoemd wordt en het verzoenend lijden en sterven als afgedaan alleen maar wordt doodgezwegen.
Die politieke prediking is een ander Evanglie, terwijl er geen ander is. Ik vind het een bijzondere eer, wanneer men zou zeggen dat ik geen politiek, geen politiek in de technische zin van het woord, in de prediking stop. Er kan wel eens een uitdrukking vallen en wel eens een beeld worden gekozen, dat iemand af en toe zegt: Je kunt toch wel zien dat die dominee ook een beetje op zijn manier aan politiek doet. Daarover echter gaat het niet. Het gaat erom, dat wij niet de directe politiek in de prediking proppen.
Kerk en saat vallen onder één en dezelfde HEERE, maar het zijn wel verschillende terreinen. Iets heel anders is dat de prediking wel degelijk ons leren moet op welke wijze wij vruchtbaar verkeren moeten op de diverse terreinen van het leven, waarvan het politieke er één is. Principiële lijnen moeten wel getrokken worden; een fundament dient te worden gelegd (...).
Er is ook een ander kwaad onder de zon. Dat iemand preek in de politiek stopt. Ook daartegen dienen wij stelling te nemen. Want in wezen is hier eveneens een ongeoorloofde vermenging aan de orde. Het mag niet zo wezen dat wij het gehalte van christelijkheid van onze politiek statistisch bepalen aan de hand van het aantal bijbelteksten, dat wordt aangehaald. Een politieke stellingname kan zonder uitdrukkelijk één tekst te noemen christelijker zijn dan één, waarin vijftig teksten op elkaar zijn gestapeld.
Ik ben het er geheel mee eens, dat wij getuigen moeten in ons politiek optreden. De politiek echter, zoals ook andere activiteiten, dient de proef op de som te leveren. Blijken moet dat wij het getuigenis van Gods Woord geheel in ons hebben opgenomen en dat onze uitspraken en beslissingen doordrongen zijn van de levenshouding, waartoe het Woord ons opwekt.
Het is een bekend beeld uit de Heilige Schrift, dat het Woord Gods moet gegeten worden. Gods Woord is spijze. Spijs wordt in ons lichaam verteerd en in ons lichaam opgenomen. Wij ontvangen kracht door de spijs. Trouwens wij bidden erom of de God van alle leven in wat wij eten en drinken de voedende kracht wil leggen. Nu is het aan tafel een slechte en onwelvoeglijke gewoonte om met een volle mond te praten. Zo is het ook niet aanbevelenswaardig alleen maar wat klanken te laten horen, zonder dat blijkt dat wij innerlijk doortrokken zijn en innerlijk bekrachtigd zijn door Woord en Geest. Er kan meer "Wezenlijk gezag uitgaan van iemand, die op het oor af een aantal zakelijke opmerkingen plaatst dan van een collega, die een serie stichtelijke gemeenplaatsen bezigt, die in zijn politieke stellingname niet geïntegreerd zijn.
Nog een ander beeld. Onze woorden, ook onze politieke redevoeringen en oordeelvellingen mogen gerust met zout besprengd zijn. Het moet echter niet zo wezen dat wij onze kost serveren op een presenteerblad, waarop het bord eten staat en het vat met zout ernaast. Dan immers heeft de spijs geen smaak. De stichtelijkheden moeten ook niet als klonten in de pap voorkomen.
Ik besef dat de beoordeling aanzienlijk moeilijker wordt. Indien wij ons op de klank van enkele teksten en waarheden rustig in slaap laten wiegen met de voldoeninggevende gedachte, dat het wel goed zit en dik in orde is, wordt er van ons niet een scherp waarnemingsvermogen gevraagd. Om echter te beoordelen of de spijs, die wordt opgediend, doortrokken is van het zout van de waarheid, is een zwaarder opdracht. Wij zullen dan zelf ook bevindelijke kennis moeten bezitten, anders missen wij de vereiste voelhorens daarvoor.
Dat opgelegde vrome, dat geverniste, doet het echt niet. Op sommige naturen maakt het indruk, maar kinderen en buitenstaanders voelen vaak veel zuiverder het onoprechte aan. Het is een fout van gelovigen, van predikanten en van gemeenten dat er veel te weinig waarde gehecht wordt aan het oordeel van hen, die - zoals de Bijbel dat noemt - 'buiten' staan. Wij zijn erg vlug om maar gauw voor onze gemoedsrust te zeggen dat het bij die buitenstaanders altijd allemaal vijandschap is, want de wereld is Zion gram. De Bijbel leert anders. Vaak is het oordeel van hen die buiten zijn verbluffend raak en (onbegrijpelijk zuiver (...).
De uitdrukking zonder meer is mogelijk voor misverstand vatbaar, toch wil ik die bezigen: geen politiek in de preek en geen preek — in de prekerige zin dan — in de politiek ! De uitdrukking is voor misverstand vatbaar, zeg ik, maar mag dit niet zijn. Misverstand moet uitgesloten zijn. Wanneer u het artikel goed leest en begrijpt zult u weten wat met de uitdrukking bedoeld wordt en u zult het er geheel mee eens zijn. Wij willen geen opgelegde vroomheid die doen en denken, spreken en zwijgen, kiezen en afwijzen doortrekt.
Wanneer de teksten er brokkelig tussenin hangen zijn wij alreeds op de Weg van de ontkerstening. Hoe vreemd het klinken mag. Schrap iets en ge houdt niets over. Maar als het erin zit krijgt geen mens het er zomaar uit.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 1973
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's