De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Omdat het geen kennis heeft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omdat het geen kennis heeft

8 minuten leestijd

Het is een bekende tekst: 'mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft'. Een ernstig woord, dat wel zeer van toepassing is op de situatie van heden. Wat is er onder ons volk, in de kerk ook nog over aan kennis van het Woord? Functioneert de catechese nog? In vele delen van ons goede vaderland heeft men de leer, als zijnde dood leer, al lang aan de laars gelapt. Met alle gevolgen van dien. Met het verwaarlozen van de leer, die naar de godzaligheid is, kwam de deur open te staan voor allerlei wind van leer. Een wind overigens die de verkilling en de verstijving bracht. Het leven ging er uit. De dood kwam in de pot. Het gemeentelijk leven stierf langzaam weg. Kohlbrugge heeft op zijn sterfbed gezegd: De Heidelberger, de eenvoudige Heidelberger, houd daaraan vast kinderen. Een goede raad, die ook in onze tijd nog duur is. Er zijn vele gemeenten waar sinds jaar en dag geen catechismus preek meer wordt gehouden. En als er één leerboek is dat behalve troostboek ook een handreiking is voor de practijk van het leven, de practijk van de godzaligheid, dan is het de catechismus wel. Ik heb ooit in mijn leven wijlen ds. R. Bartlema de catechismus horen preken. Hij kon het. Maar hij liet dan ook zien wat dit leerboek van de kerk betekende voor het leven van het geloof, ook in bredere verbanden van de kerk, van het gezin, van de samenleving, de politiek. Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft! Een goede catechismuspreek is van onschatbare betekenis. Omdat de gemeente er door gebouwd wordt op het vaste fundament van apostelen en profeten.

Twee gevaren

Toch is er ook een andere kant. Het kan zijn dat de catechese in ere is, dat de Waarheid der Schriften zo op het eerste gezicht hoog gehouden wordt, terwijl toch ook het gevaar aanwezig is dat de gezonde leer niet meer functioneert.

Er dreigen hier naar twee kanten gevaren. In de eerste plaats is er het gevaar, dat in een soort hang naar 't modieuze, naar het zogenaamd actuele, de leer op de achtergrond komt en de prediking een soort allegaartje wordt van ditjes en datjes, van allerhande min of meer wetenswaardige dingen, van actuele zaken en problemen. Maar de goede, de gezonde leer is eruit. De prediking heeft geen pit en merg meer. De gemeente wordt er óók niet door gebouwd op het vaste fundament. Alles wat gezegd wordt bestaat uit waterloze wolken, woorden van wind. Het leven ontbreekt. De bevinding is er ook uit. De tinteling van het waarachtige geloof is eruit. Dat voelt de gemeente. Ze wordt er niet door aangesproken.

Maar er is ook een ander gevaar, namelijk dat van goedkope stichtelijkheid, die óók gespeend is van de leer der Schriften en in feite goedkope genade is. De tekst is een kapstok om eigen beschouwingen aan op te hangen. Direct al komt de mens met al zijn ervaringen in het vizier nog voor de tekst is opengelegd, nog voor de daden Gods zijn uitgezegd. De mens staat zó centraal dat die mens in feite naar de mond wordt gesproken, zélfs als de boete wordt gepreekt. Want er is een prediking waar de boete wordt gepreekt maar waar het onboetvaardige volk toestroomt, omdat men er toch zich behaaglijk onder kan gevoelen, zoals de hond bij het vuur met de spattende vonken. De prediking mist even zeer het merg van de leer der Schriften, van de pura doctrina, de reine leer, van de magnalia Dei, de grot daden Gods. Dan is de prediking ook niet gezaghebbend, opkomend uit de volmacht Gods, oordelend en richtend, en betuigend de vrijspraak die in Christus is. De Schrift zegt: 'God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbend verkondigt alle mensen alom dat ze zich bekeren, daarom dat Hij een dag gesteld heeft waarop Hij de aardbodem rechtvaardig richten zal door een Man, die Hij daartoe gesteld heeft.' Zo is prediking betuiging van het oordeel en van de genade, waarbij niemand zich gemakkelijk kan bevinden.

Onlangs las ik in een kerkelijk blad, dat mensen bid- en dankdagen afreizen om 'aangename daagjes' te hebben. Alsof de prediking aangename daagjes geeft. Als het goed is geeft de prediking een permanente onrust vanuit de gezaghebbende verkondiging van het Woord, dat oordelend en dan ook vrijsprekend en zo rustgevend, zeg aangenaam, over ons leven gaat. Maar er is een prediking die meer wensend en beschrijvend is, dan appellerend, vermanend, ontdekkend, lerend en betuigend. Een bepaalde vorm van geestelijk leven wordt beschreven zonder dat het gedragen wordt door wat de Drieënige God heeft gedaan, doet en doen zal. Het is een prediking waar de onbekeerlijkheid niet als schuld wordt aangemerkt, terwijl alle onschuld ons ontnomen dient te worden, aangezien het bloed van Christus genoegzaam is tot verzoening van de ganse wereld (Dordtse Leerregels). Mijn volk gaat verloren(!) omdat het geen kennis heeft. Geen kennis van de leer die naar de Schriften is, van God die alle mensen betuigt en verkondigt dat ze zich bekeren.

Dogmatisch

Versta mij goed: ik pleit niet voor preken die dogmatische verhandelingen zijn. Wèl voor preken die dogmatisch verantwoord zijn. Want als de prediking dogmatisch verantwoord is dan zullen alle elementen ook op evenwichtige wijze aanwezig zijn: het voorwerpelijke en het onderwerpelijke, het appèl en de vermaning, de vertroosting en de lering. Het Woord is te hoog dan dat er maar wat van gemaakt wordt, dan dat het dienen moet om eigen beschouwingen aan op te hangen. De kerk heeft door de eeuwen heen ernst gemaakt met het Woord, eruit geput; en wat vorsend en speurend werd gevonden, werd vastgelegd in de confessies. Daarin is de geloofsschat van de kerk voorhanden. Zouden alle dienaren van het Woord, en ook alle gemeenteleden niet eens door de belijdenisgeschriften héén gekropen moeten zijn? Want ook veel prediking binnen de Gereformeerde Gezindte mist de gespierdheid van de leer der kerk. Met het gevolg dat zich ook vreemde leringen indringen. Of dat mensen niet genoeg meer hebben aan de prediking van het Woord alléén; dat men slechts op wat klanken afgaat en de schouders ophaalt voor doorwrochte Schriftstudie, voor nauwgezette, exegese, en voor toepassing van het Woord vanuit de gegeven tekst. Men wil een algemene toepassing, die los van de tekst staat en altijd op het zelfde neerkomt. Of dat men bijvoorbeeld het doopformulier in feite verdacht vindt, wat men ook openlijk uitspreekt; men zou het zelf beslist anders opgesteld hebben. Terwijl in het doopformulier de grondlijnen van de ganse confessie voorhanden zijn.
Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft!

Er kan soms een stuk zorg zijn over ontwikkelingen ten aanzien van de prediking. Of vanwege een zekere oppervlakkigheid, die de prediking kenmerkt, waardoor het waarachtige leven van het geloof eruit is en de prediking niet doorstoot naar het hart. Dat is een allerminst irreële zorg! Of vanwege een zekere stichtelijkheid, waarbij niet de leer der Schriften doorkomt maar eigen leringen, geboden van mensen ook. Dan wordt óók de tere godsvreze gemist. Want godsvreze is altijd doorademd van het Woord. Als bevinding een soort leerstellige bevindelijkheid wordt, als gesproken wordt over wat 'men' zoal beleven moet, waarbij niemand meer weet wie of waar die 'men' is, als wat voor bevinding doorgaat niet meer verankerd is in Christus, de Borg, de Middelaar, de Verzoener, dan blijft over het wetticisme, de werkheiligheid, vroom gecamoufleerd desnoods, maar in feite een stuk remonstrantisme.

Nogmaals, mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft. Geen kennis van Hem die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Hetzij doordat men in een soort oppervlakkigheid blijft steken en niet doorstoot tot Zijn Persoon en werk voor ons én in ons. Hetzij doordat men in een stichtelijke prediking — het kan ook zelfs zeer ónstichtelijk zijn — blijft steken 'in ons' zonder nog 'buiten onszelf' op het werk van een Ander te doen zien: Jezus Christus, de Gekruisigde, de Rechtvaardige.

Welke toonzetting?

Als bijvoorbeeld met Kerst met graagte gepreekt wordt over en geluisterd wordt naar de beleving van de herders of van Maria en de prediking van de vleeswording als zodanig maar moeizaam of nauwelijks doorkomt, als met Pasen de wenende vrouwen alle aandacht krijgen maar niet het offer en de opstanding van Christus als zodanig, dan ligt er iets scheef; dan heeft die prediking over de herders of de vrouwen ook niet de goede toonhoogte. Het is opvallend dat de confessies zwijgen over de herders, de vrouwen, de wijzen en de discipelen, maar in alle toonaarden spreken over de vleeswording, de verzoening, kortom de daden Gods in Christus. Doet het werk aan de vrouwen, de herders, de wijzen, dan ons en in ons er dan niet toe? Terdege! Maar het krijgt pas de juiste toonzetting vanuit wat Christus deed in Kruis en Opstanding, vanuit wat de Vader deed in de zending van de Zoon en de aanvaarding van Zijn offer, vanuit wat de Geest doet, die het uit Christus neemt en ons verkondigt.

De confessie belijdt het werk van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest voor ons en in ons. Eerst vóór ons en dan pas in ons. Alle spreken en preken waarbij deze volgorde wordt omgekeerd verzandt in remonstrantisme, in welke verfijnde vorm dan ook. Genade dient voor honderd procent genade te zijn. Anders wordt de mens te serieus genomen en daarom niet serieus genoeg. Elke prediking, die blijft steken óf in menselijke activiteiten, óf in menselijke ervaring biedt een drassige bodem, waarop men niet staan kan; géén vaste grond!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Omdat het geen kennis heeft

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's