De Hare-Krishna Beweging
Oosterse sekten en stromingen
1
De meest uitgesproken beweging onder de huidige oosterse sekten en stromingen is de Hare-Krishna Beweging, een sekte die overigens nog maar tien jaar bestaat. De juiste naam van deze beweging is Internationale Gemeenschap voor Krishna Bewustzijn. Stichter is een zekere Abhay Charan De, die door zijn volgelingen wordt genoemd 'Zijne Goddelijke Begenadigde A. C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada'.
Prabhupada werd op 1 september 1896 geboren in Calcutta, de miljoenenstad in Noord India. Hij studeerde filosofie, engels en economie aan de universiteit te Calcutta, waarna hij manager werd van een groot chemisch concern. In 1922 en de volgende jaren kwam hij echter sterk onder de invloed van een Indiase guru (meester), waardoor zijn leven een heel andere wending nam. Prabhupada kreeg de opdracht om de boodschap van zijn guru alom bekend te maken aan de westerse wereld. Eerst in 1965, op 70-jarige leeftijd nam Prabhupada deze opdracht ter hand.
Krishna-bewustzijn
Wat is de boodschap van Swami Prabhu-pada en de Hare-Krishna Beweging? Die boodschap is: de wereld te brengen tot het Krishna-Bewustzijn.
Krishna (ook wel Krshna geschreven) is een openbaring van de Indiase godheid Visnu. Bij deze godheid moeten we echter niet zozeer denken aan 'God boven ons' maar veel meer aan 'God in ons'. Elk mens heeft een vonk van het goddelijk wezen, aldus Prabhupada. De mens is niet de uiterlijke mens die te zien is, voelbaar en tastbaar; de mens is in wezen de innerlijke mens, zijn geestelijk 'ik', zijn goddelijke ziel. Deze ziel is een wezenlijk bestanddeel van de godheid, van de 'Allerhoogste Heer'. We moeten daarom niet zeggen: ik ben een mens, een Amerikaan, een Europeaan; dat is slechts de buitenkant van het mensenleven. Het eigenlijke leven is in de mens zelf, zijn innerlijk, onafscheidelijk verbonden met Krishna, de allerhoogste Heer.
Doel van het leven is nu, dat de mens zich weet op te heffen boven het materiële uit en zich weet te richten op zijn 'ik', op Krishna. De mens die daartoe in staat is, ontvangt diepe innerlijke vrede. Hij heeft het Krishna-Bewustzijn en is 'Krishna-bewust'.
Deze gedachte moge ver van ons af staan, zij heeft diepe wortels in het indiase Hindoeïsme. Prabhupada beroept zich dan ook op de Veda's en de Bhagavadgita, heilige boeken van het Hindoeïsme.
Aanhang
In 1965 begint Prabhupada met kracht zijn boodschap uit te dragen. Hij trekt naar New-York, waar hij grote aanhang vindt, met name onder de amerikaanse jeugd, die beu is van een leven in overdaad, sex en drugs. Vele jongeren keren zich tot Prabhupada.
Prabhupada sticht een uitgeverij (de ISKCON-Pers), die als doel heeft zijn boeken over de gehele wereld te verspreiden en zo het geestelijk belang van de mensheid te dienen. Bovendien geeft ISKCON-Pers een tijdschrift uit onder redaktie van 'Zijne Goddelijke Begenadigde A. C. Bhaktivedanta Swami Prabhupada' dat getiteld is Back to Godhead (Terug tot de Godheid; een nederlandse uitgave van dit blad is binnenkort te verwachten of is inmiddels reeds verschenen).
Daarnaast onderhoudt Prabhupada een uitgebreide correspondentie met zijn volgelingen: dagelijks schrijft hij ongeveer 65 brieven aan leiders en leerlingen in de verschillende centra in alle delen van de wereld.
Ook in West-Europa vonden de leringen van Prabhupada ingang. Het europese hoofdkwartier bevindt zich kort in West-Duitsland op 't slot Rettershof Bij Frankfurt. De Hare-Krishna Beweging heeft dit slot gehuurd voor voorlopig tien jaar voor vijfduizend mark per maand. Andere centra zijn in Hamburg, Heidelberg, München, Keulen, Parijs, Londen enz. Hoofdkwartier van de nederlandse beweging is de Sri Sri Radha Krishna Tempel in Amsterdam. Iedereen wordt hartelijk uitgenodigd en 'neem gerust kennissen of vrienden mee'.
Chanten
Overal waar deze centra zijn vindt men de Hare-Krishna mensen, bijna kaalhoofdige jongens en jonge mannen in geelbruine monnikendracht, en meisjes in lang gewaad. Ze trekken dansend en zingend door de straten, begeleid door trom of schel, zingend:
Hare Krishna-Hare Krishna Krishna Krishna-Hare Hare Hare Rama-Hare Rama Rama Rama-Hare Hare
Dit Hare-Krishna zingen wordt chanten enoemd. Wat betekent dit chanten? Krishna is overal aanwezig, zelfs in een atoom, zo ook in het hart van ieder levend schepsel, hetzij mens' of dier. Door ons materiële lichaam en het materiële leven dat wij leiden, is hij echter voor ons verborgen. Op twee manieren kunnen we tot hem (ons eigenlijke ik) doordringen: door los te komen van het materiële via mediteren (zie vorig artikel) of door het 'chanten'. Wie Hare-Krishna zingt, veel zingt, of het op de juiste wijze aanhoort en gaat meedoen, raakt in vervoering en komt tot het eigenlijke ik: het Krishna-Bewustzijn. Ik citeer: 'of u nu jong of oud bent, het doet er niet toe wat u bent, begin er zonder meer mee. U weet niet wanneer uw leven eindigen zal. Als u oprecht begint, ook al is het maar voor een ogenblik, zal het een groot effekt hebben. Het zal u van het grootste gevaar redden. Doe mee met het chanten van Hare Krishna Hare Krishna' enz. De lezer ziet dus dat het chanten hetzelfde doel en dezelfde uitwerking beoogt als het mediteren.
Materie is zonde
In het vorige artikel hebben we er al op gewezen dat bij vele oosterse stromingen de materie, al het materiële, zonde is. Vooral bij de Hare-Krishna Beweging komt dat openbaar. Al het materiële genot dient te worden verworpen. Werkelijk geluk is niet wat genoten wordt door de materiële zintuigen, maar wat men geniet door de geestelijke zinnen, namelijk door de inkeer tot zichzelf, tot Krishna, door het Krishna-Bewustzijn. Vandaar dat Prabhupada kan zeggen: 'De mensen weten niet dat Krishna-Bewustzijn het hoogste genot is. Ze denken dat de jongens, die bij deze Krishna-Bewustzijn-Beweging zijn gekomen dwazen zijn. Maar ze zijn allen intelligente, ontwikkelde jongens, afkomstig van zeer respektabele gezinnen'. Het verwerpen van het materiële door Prabhupada gaat zo ver, dat hij komt tot afwijzen van de omgang van man en vrouw en van het leven als gezin. Citaat: Het materiële genot is op niets anders gebaseerd dan op de vereniging van man en vrouw. In het begin denkt een jongen: o, dat meisje is aardig, of het meisje zegt: die jongen is leuk. Wanneer ze elkaar ontmoeten wordt die materiële verontreiniging steeds groter. Zodra een jongen en een meisje getrouwd zijn willen ze een woning. Om de woning te onderhouden hebben ze een inkomen nodig. Als er dan een inkomen is willen ze kinderen hebben. Dit neemt steeds verder toe...' enz. Prabhupada zegt dan ook: Ik ben gedurende de laatste twintig jaar van mijn gezin weggeweest. Toch denk ik soms wel aan mijn vrouw. Overeenkomstig het Vedische systeem dient men het gezinsleven echter op de leeftijd van vijftig jaar met kracht op te geven. Twintig jaar lang, van vijf tot vijfentwintig behoort een jongen geoefend te worden om het materiële bewustzijn totaal op te geven. Als iemand niet direkt in staat is om de essentie van Krishna-Bewustzijn te vangen, dan wordt hem toegestaan een goede vrouw te hebben, te trouwen en een vredig gezinsleven te leiden. Maar als iemand zijn geestelijke identiteit vergeet en eenvoudig verstrikt raakt in materiële zaken, dan is hij verloren. Op vijftigjarige leeftijd dient het gezinsleven echter te worden opgegeven: de echtgenoot en de echtgenote verlaten elkaar of de kinderen en leven, zonder gehecht te zijn aan het materiële, voort. Maar wie zorgt er dan voor mijn levensbehoeften? Prabhupada: 'Daar wordt voor gezorgd. Krishna zal zorgen. Als katten, honden en varkens hun voedsel kunnen krijgen, en als wij op weg zijn Krishnabewust te worden, zal Hij dan ook niet voor ons zorgen? Is Krishna onvriendelijk? Nee!'
Kloof
De lezer zie hoe ver dit alles van ons afstaat. In een volgend artikel hopen we daar nog nader op in te gaan. De leringen van Prabhupada en de Hare-Krishna Beweging heeft diepe wortels in het Boedhisme en Hindoeisme, waar deze gedachten gemeengoed zijn. Als ergens blijkt de grote kloof tussen de verschillende religies dan wel hier. Als de materie zonde is, is de schepping dan ook zonde? Waar is de belijdenis: God zag al wat Hij gemaakt had en zie het was zeer goed? Wij belijden als christenen dat niet de zonde zit in de materie en in al het geschapene maar in de zondige mens die met die materie op zondige wijze omgaat. De mens moet niet verlost worden van het materiële om inéén te smelten met de godheid. Maar de mens moet worden verlost van zijn zonden om te komen tot de waarachtige belijdenis van God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde, van God de Zoon die zondaren verlost van hun zonden, en van God de Heilige Geest die het werk van Christus toepast aan dode zondaren. Ik geloof de vergeving der zonden, de wederopstanding van het vlees (van het lichaam! de materie!) en een eeuwig leven.
Wapenveld
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's