De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De gemeente door de eeuwen heen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gemeente door de eeuwen heen

De gemeente

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1

Wie vergeet, wat in art. 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat, kan bij 'de gemeente door de eeuwen heen' verleid worden om uitsluitend te denken aan het N.T. en met teksten uit de Evangeliën (Jezus en de 12, de tuchtteksten e.a.) beginnen, om voort te gaan met Handelingen, speciaal het Pinksterfeest, en vervolgens aan de apostoliciteit en katholiciteit (Zending en Kerk) aandacht te schenken. Hij vergeet dan één kardinale lijn en maakt dus een kardinale fout: de vergadering der ware Christgelovigen is in eenheid van het ware geloof van het begin der wereld af geschied en zal geschieden tot het einde toe gelijk daaruit blijkt dat Christus een eeuwig Koning is. Dewelke zonder onderdanen niet zijn kan.

Die lijn is fundamenteel christelijk, omdat ze fundamenteel bijbels is. 'Abraham heeft van verre Mijn dag gezien en hij heeft zich verheugd'. Zie Hebreeën 11 en zoveel andere plaatsen. Het verbond van God is in wezen één en daarom ook is Gods gemeente één. Derhalve beginnen wij bij de O.T.-ische gemeente, haar eenheid en verscheidenheid.

Kahal en Eda

Het O.T. kent in het hebreeuws twee woorden die met gemeente te vertalen zijn. Het ene is kahal, dat in de griekse vertaling van het O.T. met het woord ekklesia wordt weergegeven *) —• hetzelfde woord dat het N.T. voor Kerk en gemeente gebruikt. Het andere is eda, dat in de griekse vertaling van het O.T. met synagoge wordt weergegeven — een begrip dat in het N.T. en het christendom niet voor aanduiding van Kerk en gemeente in aanmerking kwam, omdat het de vrouwen en kinderen als deelgenoten aan de eredienst uitsluit en alleen het aandeel van de mannen erkent (L. Rost). Binnen het hebreeuwse O.T. betekent kahal zoveel als verzameling en vergadering, terwijl eda volgens Martin Noth meer de inhoud van die vergadering, namelijk het volk, de mensen die in zo'n vergadering bijeen zijn, op het oog heeft, functioneert niet binnen het heil van God, denk aan het 'derde Rijk'. Maar dat kan bij Israël wèl. Zoals ook bij geen enkel volk de theocratie slaagt, maar bij Israël kan de theocratie tegelijkertijd de cultuurgemeenschap, de volksgemeenschap, de rechtsgemeenschap, de politieke gemeenschap, de sociale gemeenschap, en de Godsdienstige gemeenschap zijn'.

Temidden van dit alles is het heel opvallend, dat kahal en eda geen vaste termen zijn voor de godsdienstige vergadering, de Kerk, de gemeente, maar dat allerlei samenzijn van mensen erdoor wordt aangeduid. Eda bijvoorbeeld, dat van een werkwoord 'samenkomen' is afgeleid, wordt voor de gemeente van Israël gebruikt (Exodus 12 : 3 en 16 : 1, Leviticus 4 : 15 waar volstaan wordt met: de verzameling), maar ook voor het gezin (Joh. 16 : 7 en 15 : 34) en ook voor de vergadering van boosdoeners (Psalm 22 : 17) en ook voor de zwerm bijen in het aas van de leeuw, die Simson versloeg (Richteren 14 : 8)! De toevoegsels bij zulke woorden verklaren u de O.T-ische teksten, in welke betekenis ze gebruikt zijn. Theologisch betekent dit, dat Israël als volk of in onderdelen van dat volk, in welk soort vergadering ook, nooit profaan aanwezig is, en dat het dus een misvatting is te menen dat kahal, eda en hun griekse vertalingen, ekklesia en synagoge, ooit seculaire, profane woorden zijn in de Schrift. Zelfs waar eda gebruikt wordt voor een schare boosdoeners en kahal voor een menigte volkeren (Genesis 28 : 3 en 40 : 4) of voor het leger van Nebukadnezar (Ezechiël 26:7), zit daar een religieuze, sacrale strekking achter: of het gaat om volken en koningen die zich vergaderen om samen te beraadslagen en op te trekken tegen de Heere en Zijn Gezalfde (Psalm 2:2), óf het gaat om de vergadering der volken tegen het volk van God en dus tegen Israels heil en vrede. Door de vijandschap tegen het volk van God krijgen die woorden ook in dit soort teksten een godsdienstige inhoud. Waar ze gebezigd zijn voor vergaderingen en verzamelingen van en binnen Israels volk, daar gaat gelden wat in de pas verschenen serie interviews van Rik Valkenburg. Wat denkt u van Isaël... ergens staat: Het volk als volk gemeenschap zijn.

Dit volksmatig denken, waarbij het verschil tussen godsdienstig en profaan leven vervaagt, is een van de redenen waarom de synagoge, die na de ballingschap centrum wordt voor de Israëlieten die over de wereld verspreid zijn, tegelijk plaats van eredienst, plaats van onderwijs en locale rechtbank is. Geldt dit ook voor het gebruik van de tabernakel en de tempel? In elk geval is het opvallend dat Mozes en Aaron in Exodus geen politieke vrijheid voor Israël bij de Farao opeisen, maar in Naam van de Heere stellen: Laat Mijn Zoon trekken, dat zij Mij dienen' (Exodus 3 : 10-12, 18; 4 : 23; 5 : 1-3). Heel de heiligheid van het volk kan door heel het O.T. heen ook alleen maar verklaard worden uit de eredienst van de God van Israël: en lijn die zich laat doortrekken naar het heilige volk en koninklijke priesterdom van 1 Petrus 2:9. In de Wetgeving van Mozes is nu ook heel het bestaan van volk en enkeling verdisconteerd en van Godswege geregeld op nu zo grondige wijze dat de taal daaraan de hele praktische wijsheid, de levenswijsheid van Israël beheerst (Spreuken, Prediker, Job, Psalmen enz.) en vlak vóór de intocht in het land zowel in een terugblik als in een profetie wordt toegepast op het woestijnbestaan en de intocht en het leven van Israël in het beloofde land (Deuteronomium). Voor Israël is de bodem waarop het volk leeft en de grens van wat elke stam, geslacht en familie 'erfelijk bezit', bepaald door het woord Gods bij de uittocht uit de slavernij: 'Laat Mijn Zoon trekken, dat hij Mij diene', en door het woord 'dienen' dat door de verbondsvernieuwing te Sichem (Jozua 24) als een rode draad heenloopt. Zoals het ook opvallend is dat vóór en na de ballingschap Israels respectievelijk Juda's heil wordt omschreven met deze woorden dat God hen zeker doet wonen!

Belofte

Achter het land waar zij in wonen, staat de belofte van God waarop zij vast mogen vertrouwen. En dit beloftekarakter van het land dat zij bewaren en bewerken noopt zozeer tot de dienst van God en is zó verbonden met Gods heiligheid, dat Naboth weigert de erfenis van zijn vaderen die de Heere hun gaf, in te ruilen tegen een betere wijngaard of tegen geld. Onder de existentiële betekenis van de mozaïsche wet versta ik, dat het met name de mozaïsche wet is, welke het offer van de verzoening van de messias noodzakelijk heeft gemaakt, waarin de gehele christelijke existentie een mozaïsche, met name cultische structuur gekregen heeft: wij moeten onze zaligheid vinden in het kruis van Golgotha (A. A. van Ruler). Daarom wordt het leven bepaald vanuit de tabernakel waar de Schechinah, de Wezensheerlijkheid van God immers present is bij het volk (Exodus 33 : 7-15 en 40 : 34-38).

(wordt vervolgd)

Kamerik


1) Beide woorden stammen van een wortel af, die 'roepen' en ,noemen' betekent.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De gemeente door de eeuwen heen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's