Rondom het sterven
Het onderwerp waarover we enkele artikelen willen schrijven, is bepaald niet onbesproken in onze tijdf Sterven en dood, begeleiding van hen, die gaan sterven, de voorbereiding op het sterven staan in het middelpunt van de belangstelling. Vanuit allerlei gezichtshoeken wordt op deze materie gestudeerd. Ook op het brede vlak van de algemene interesse dienen zich telkens nieuwe problemen en vragen, ook wel raadgevingen en getuigenissen aan. De massamedia, pers, radio, televisie, worden bij tijd en wijle voorzien van interviews, artikelen en uitzendingen, waarin mensen, soms enige tijd voor hun eigen heengaan, of na het heengaan van een geliefde, ervaringen weergeven, die verbonden zijn aan het levenseinde.
Die grote belangstelling voor het sterven heeft uiteraard één of meer oorzaken. Ik denk aan het veranderend leefklimaat. Als we ons tijdperk een naam zouden moeten geven, zouden we het 'tijdperk van de verandering' kunnen noemen. De verandering is het meest opvallende aspect van onze eeuw, en met name van de tweede helft, waarin wij nu leven. Die verandering komt tot uiting in de enorme groei van de wetenschappelijke macht, en dus ook van de medische macht. Daarbij komt ook nog de verandering van het werelden tijdsbeeld. Hemel en aarde, leven na dit leven, de eeuwige bestemming van de mens blijken binnen de gezichtskring van de moderne mens niet of nauwelijks aanwezig te zijn, laat staan als levende werkelijkheden te functioneren. Over beide aspecten iets meer.
De medische macht
Voor de meesten van ons is de groei van de medische macht een persoonlijke ervaring. Wij maken het aan den lijve mee. Vroeger kon men een arts nog wel eens horen zeggen, wanneer bij hem geïnformeerd werd iiaar de toestand van de patiënt: 'We doen wat we kunnen, maar het leven kunnen we niet geven'. Tenslotte had de arts één grote vijand, van wie hij telkens weer verliezer werd, de dood. Daarom is binnen de medische wetenschap een onbegrensde aandacht voor het leven geweest. Het leven, niets dan het leven moest worden gediend. Zolang er leven was, was er nog hoop. Leven is: het kloppende hart, de adem in de neusgaten.
Vele artsen hebben in het verleden, berustend, soms knarsetandend, ook met een innerlijke pijn over zoveel verlies, hun praktijk gedaan. Ik hoorde van een bejaarde arts, dat hij zijn blozende tuberculosepatiënten, die moesten sterven, na jaren nog voor zich zag, en dat hij er nog onder leed.
De enorme vlucht van de medische macht is op allerlei terreinen te constateren. Wie vreest de negende dag van de longontsteking nog? Wie denkt aan doodsgevaar als nog eens tuberculose wordt geconstateerd? De penicilline werd uitgevonden. Operatieve ingreep, vaak gepaard gaande met een verfijnde gespecialiseerde techniek, antibiotica, zijn heilzame geneesmiddelen tegen menige kwaal, die vroeger slopend was en een naderend einde meldde. Met succes worden allerlei ziekten bestreden, zodat we de ongeneeslijke kwalen teruggedrongen hebben tot enkele nog niet geheel onder controle gebrachte terreinen. Én de grote aanval van de medische wetenschap richt zich met name op de 'gevreesde' ziekten, opdat de vrees voor die ziekten ook zou verdwijnen, zoals de vrees voor zovele andere ziekten reeds verdwenen is.
Bij al deze optimistische geluiden voegt zich echter een nieuwe zorg. Als bijvoorbeeld de mens door zijn medische macht zover kan komen, dat hij door beademing iemand, die gewis en zeker zou sterven zonder deze techniek, in leven kan houden, heeft hij dan niet leven en dood in eigen macht. Vooral als we denken aan iemand, wiens hersenen niet meer functioneren en niet meer: zullen functioneren. Wanneer sterft iemand dan? Wanneer de medische behandeling wordt gestaakt? Of mag die behandeling niet gestaakt worden? En wie heeft hierover te beslissen? Een arts vanuit eigen ethiek, of vanuit de ethiek van de patiënt of zijn verwanten?
Verandering van het wereldbeeld
In de pers kunnen we regelmatig enquêtes en de uitslagen daarvan lezen. Aan deze vorm van onderzoek wordt grote waarde toegekend. Daarin komt immers naar voren hoe 'men' er over denkt, en vooral ook welke vorderingen en welke verliezen bepaalde meningen hebben geboekt of geleden. Ook het geloof in een leven na dit leven is een geliefkoosd onderwerp. Telkens weer blijkt, dat in hoogbeschaafde, eerlang gechristianiseerde, gebieden van deze wereld het geloof in het hiernamaals met gezwinde spoed verdwijnt en het geloof in het hiernamaals, in het leven binnen de grenzen van deze tijd en deze ruimte al meer toeneemt. Dat heeft tot gevolg, dat het menselijk leven in zijn totalitiet zich voltrekt binnen de grenzen van geboorte en dood. Het leven als examen mortis, als proeve, voorbereiding voor de dood, wordt niet meer gekend. De mens leeft maar één keer, in het hier en nu, en hij doet er goed aan, dat hij dat zich terdege bewust is, zodat hij van dit leven het optimale, het allerbeste maakt. Want tenslotte moet ook hij zijn bijdrage leveren voor een betere wereld, al is het dat hij zelf die niet meer meemaakt. Binnen die grenzen van tijd en ruimte voltrekt zich immers het historische proces, de ontwikkeling, de opklimming naar een hoger plan. De mens moet het van zichzelf hebben, van zijn eigen inzet en inspanning.
Deze begrensde levensvisie heeft ook tot gevolg, dat er een koortsachtig zoeken naar welvaart, geluk voor dit leven ontstaat. Wanneer er geen hoop geen verwachting meer gekoesterd wordt op grond van een geloofsovertuiging in de dingen, die men niet ziet en er nochtans zijn, omdat zij uit God voortkomen, is het verklaarbaar, dat een jacht naar 'heilsgoederen' van het hier en nu voor het menselijk gedrag bepalend wordt. Wie de hemel als een zoethouder, de hel als een dreigement van dat Godsgeloof, dat de mens dom en onderworpen wil houden, ervaart, ontdoet zich van de autoriteit van een God in de hemel. Ja, hij ziet in die God een vijand, een macht, me de mens uitbuit en daarom hem berustend of angstig maakt.
Blijvende onrust
Al de verworvenheden van deze tijd schenken de mens toch niet die innerlijke rust, die evenwichtigheid, die nodig is om de vragen van leven en dood aan te kunnen. Waar de macht van God niet meer wordt ervaren, komt de macht van de mens naar voren. Die macht wordt bizar. Als de macht van de mens niet wordt geleid, bepaald door normen en waarden, die niet uit een tijd of een cultuur opkomen, maar uit de Openbaring van God, de Schepper en Onderhouder van alle leven, die in Jezus Christus en door Zijn Heilige Geest het heil schenkt, blijkt die macht op'allerlei manier misbruikt en gemanipuleerd te ktmnen worden. Wanneer de mens, of de staat, of de heersende mening hun macht uitoefenen, wordt het recht van de sterkste gehandhaafd. De bescherming van Gods wet valt weg. Ben je dan nog wel veilig, je leven zeker?
Ik denk aan de sterk politiek gekleurde, marxistische levensvisie, die op wetenschappelijk en maatschappelijk terrein zich zo sterk laat gelden. Men kan kiezen tussen leven en dood. Die macht heeft de mens. En heel concreet: U kunt het meemaken, dat bij ernstige ziekte een voorstel tot euthanasie wordt gedaan aan de verwanten. Je kunt bij deze vragen 'vakkundig' worden begeleid. Gaarne wil men met u meedenken. Een dergelijke confrontatie kan iemand schokken tot in het diepst van zijn wezen.
Daarbij komt, dat de moderne mens, opgesloten binnen die grenzen van ruimte en tijd, onrustig blijft. Het woord van Augustinus: onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U, o. God, is ook nu waar. Daar is in onze 'gesloten' wereld een hernieuwde belangstelling voor het religieuze. Wij zien daar soms verheugende, maar veelal ook bedroevende bewijzen van. Want waar de enige ware God, die Zich in Zijn Woord heeft geopenbaard, niet meer wordt gekend en beleden, komen allerlei wonderlijke tendenzen van bijgeloof en modem heidendom naar voren. Uit dit alles blijkt, dat de mens meer is dan mest op aarde voor het rijk van de toekomst. Hij is mens, persoon. Hij is uniek. Omdat hij schepsel van God is. Koortsachtig wordt naar vrede gezocht. Vrede in en met zichzelf verkrijgt de mens slechts, als hij weet van God buiten hem, die de mens tot aanzijn roept, als hij weet van zonde en dood, van verzoening door het Kruis, van nieuw leven door de Opstanding van Jezus Christus. Dan krijgt hij vrede met God.
Huizen (N-H)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's