De verkiezing in de prediking
5
Een uitnemender weg
We signaleren naar twee kanten een ontsporing. In beide gevallen kon men de soevereiniteit Gods en de menselijke verantwoordelijkheid niet met elkaar in overeenstemming brengen. Kon men de vrijmacht van God niet rijmen met het weimenend aanbod van Zijn genade.
En ter linkerzijde heeft men de verkiezing geëlimineerd. Daar heeft men gezegd: God roept, dus de mens kan komen, anders zou God niet roepen.
En ter rechterzijde heeft men het aanbod van Gods genade van zijn kracht beroofd. God roept wel, maar doden kunnen immers niet horen !
Het is beide fout. Want wij hebben niet tot taak, de soevereiniteit van God en de verantwoordelijkheid van de mens met elkaar in overeenstemming te brengen. Wij kunnen rustig de vrij macht van God en het aanbod van Zijn genade naast elkaar laten staan. Hier geldt het woord van Mozes: De verborgen dingen zijn voor de Heere onze God, maar de geopenbaarde voor ons en voor onze kinderen.
Verborgen is wie verkoren en wie verworpen is. Geopenbaard is alleen het Evangelie. En dat moet aan allen verkondigd worden. De Heere heeft geen lust in onze dood, maar in ons leven. Hij heeft onze ondergang niet op het oog, maar onze zaligheid. Wij hebben daarbij niet te rekenen met Gods verborgen wil, met het besluit van Zijn verkiezing en verwerping. Wij hebben te zaaien aan alle plaatsen. Niemand uit te sluiten dan die zichzelf uitsluit. Christus — ? ; zeggen de Marrowmen (Bostoh, de Erskine's, enz.) — is een algemene Zaligmaker en Zijn zaligheid is een algemene zaligheid.
Wat hebben de dienaren van het Evangelie te verkondigen ? Niet: Christus is voor u gestorven, uw zonden zijn vergeven en dat hebt u nu maar te geloven. Dat is remonstrants ! Maar wèl: Geloof in de Heere Jezus en ge zult zalig worden. Het aanbod van Gods genade is oprecht gemeend. De Heere zegt daarin niet wat Hij doet, wèl wat wij moeten doen, namelijk: onze zaligheid buiten onszelf in de Heere Jezus Christus zoeken. Dat is Zijn eis. Zijn bevel: Dit is Zijn gebod, dat gij gelooft in de Naam van Zijn Zoon Jezus Christus.
Dat is geen vrijblijvende zaak. De grote God van hemel en aarde heeft recht op ons. Daar komt niemand onderuit. Dat kan niemand naast zich neerleggen.
De verwarring rondom het aanbod van genade en de misverstanden daarover komen hieruit voort dat men denkt dat het aanbod een soort offerte is, zoals een zakenman zijn klanten een aanbieding doet. Die klant kan erop in gaan, hij kan de aanbieding ook negeren. Zo is het met Gods genade niet. Het staat ons niet vrij, er al of niet op in te gaan. Het aanbod van Gods genade verkondigt ons: Die Heere heeft recht op u. Hij wil uw zaligheid. U hebt er niets voor te doen. U mag dit aanbod niet weigeren, op straffe van de eeuwige dood. Hoe zullen we ontvlieden, indien we op zó grote zaligheid geen acht geven ?
Tegenargumenten
Een eerste vraag die het hypercalvinisme stelt is deze: Is dat aanbod van genade niet in strijd met de verkiezing ? Ons antwoord moet luiden: Nee, want door de prediking van het Evangelie volvoert de Heere Zijn raad.
De prediking van het Woord heeft tweeërlei effect. Er zijn geroepenen die komen. Dan zeggen de Leerregels: Dat moet men niet aan de mens toeschrijven, maar aan God. Het is Zijn wederbarende Heilige Geest die doordringt in de binnenste delen van de mens. Die het hart ver nieuwt, de wil ombuigt, het verstand verlicht.
Er zijn ook geroepenen die niet komen. Dat is eigen schuld. Ze waren ook geroepen, maar ze wilden niet. Niet voor niets heeft de Heere Jezus gezegd dat het Evangelie moet worden gepredikt tot een getuigenis. Tot een getuigenis, opdat niemand meer te verontschuldigen zal zijn.
Een tweede bezwaar tegen de aanbieding van Gods genade: Bestaat dan niet het gevaar van zelfbedrog ? Met andere woorden: Zouden sommige hoorders van het Evangelie niet het aanbod van Gods genade gaan misbruiken en zeggen dat ze Jezus aangenomen hebben en zichzelf de zaligheid zo maar toeëigenen ? Dat gebeurt ongetwijfeld, maar dat geeft ons geen recht het aanbod te beperken of te negeren. Erskinë zegt: Wie uit vrees voor de honden aan de kinderen het brood onthoudt, is geen goede huisbezorger Gods.
Een derde tegenwerping: Is de onmacht van de gevallen mens geen beletsel om het Evangelie te aanvaarden ? We kennen dat allen uit de praktijk: Ik kan niet horen, niet geloven, ik ben immers dood in zonden en misdaden ? Dan mogen we zeggen: Dat is nu juist de kracht van het Evangelie, dat de Heere door Zijn levendmakend Woord doden levend maakt. Doden zullen immers horen de stem van de Zoon van God ?
Het enige middel
Ik ben van mening dat we als ambtsdragers, op de kansel en op bezoek, overal, maar zeker in gemeenten waar verkiezingsideeën centraal staan, en waar de dode rechtzinnigheid en de dode lijdelijkheid zulke diepe wortels hebben geschoten, niet genoeg kunnen verkondigen de algenoegzaamheid van de Heere Jezus en Zijn bereidwilligheid om zondaren zalig te maken. Dat is de opdracht die de Heere ons gegeven heeft en aan die prediking heeft Hij Zijn zegen verbonden en op die prediking heeft Hij de werking van Zijn Heilige Geest beloofd.
We kennen wel gemeenten, in en buiten onze kerk, waar men leeft bij de verkiezing, of nog beter, bij z'n eigen ideeën over de verkiezing, en waar de lijdelijkheid hoogtij viert. En we zien in zulke gemeenten opvallend weinig werking van de Heilige Geest. Spurgeon zegt: Sommige predikanten verwonderen zich erover dat de Heere onder hun prediking bijna geen mensen bekeert. Maar — zegt hij — als je hun preken hoort, dan kan de Heere er ook, met alle eerbied gezegd, niet onder werken...
En aan de andere kant zien we dat de Heilige Geest daar woont en werkt, waar het Evangelie in z'n eenvoud, in z'n ruimte en in z'n kracht wordt verkondigd. Daar is de bediening van het Woord in betoning van Geest en' kracht. En daar gaan mensen zien, niet dat zij zo graag bekeerd zouden worden, maar juist dat de Heeré het zo graag wil.
Waar dat ervaren wordt, daar staat de verkiezing niet als een struikelblok in de weg. Daar komt de vraag centraal te staan: Is er nog een middel om de welverdiende straf te ontgaan en weer tot genade te komen ?
Slot
Samenvattend: laten we nooit proberen de spanning op te heffen tussen Gods soevereiniteit en onze verantwoordelijkheid. Laten we de absolute vrijmacht Gods vasthouden en tegelijk de ruimte van het Evangelie verkondigen.
Want de Heere Jezus heeft Zijn handen opgeheven naar de hemel en de Vader gedankt voor het heilgeheim: 'Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt en hebt ze aan de kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U'.
Wie dat hoort, zou misschien kunnen denken: Het is dus toch alleen maar voor de uitverkorenen ?
Maar vlak daarna breidt Hij dezelfde handen uit naar de schare en Hij nodigt: 'Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven'.
Ridderkerk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's