Van God verlaten
Is God afwezig ? De oppervlakkigheid antwoordt ja of neen. Het oppervlakkig ongeloof weet zo gemakkelijk te vragen: Waar is God ? en het wijst op het leed en de ellende der mensheid. Echter, er is veel ongeloof, dat redeneert over God en Zijn bestel, terwijl het nog nooit de moeite genomen heeft om zich ernstigin de openbaring Gods te verdiepen. Men heeft zijn eigen gedachten over God en werpt in de discussie als een jongleur de geestelijke vragen op. Diep in zijn hart wil men God ook niet ontmoeten, men ontwijkt Hem en maakt er zich met enke Ie grote woorden van af. Er is geen God. Maar er is ook oppervlakkig geloof: God is nooit afwezig, als je raaar op Hem vertrouwt, dan komt het altijd terecht. 'Wie op de Heer vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd'. Ja, de Bijbel spreekl ongetwijfeld over Godsvertrouwen, maar het gaat daar niet zo gemakkelijk en zo vlot als men wel eens denkt en zegt. De Bijbel spreekt over existentiële spanningen en twijfelingen in het geloofsleven, die gepaard gaan aan het waarachtige vertrouwen op God.
En nu naderen wij tot een diepere dimensie van geloofsworstehng, die ten aanzien van de 'afwezigheid Gods' niet zo gemakkeiijk ja en niet zo gemakkelijk neen zegt. Ik denk aan ware God-zoekers, aan hen, die vertwijfelend ernst maken met God in hun leven. Hier is een moeder, die in het gebed worstelt met God om het leven van haar zieke kind. Het kind wordt door de dood weggenomen. Dan is het alsof God zwijgt en de hemel van koper is. 176 Daar worstelt een vader met God om het welzijn van zijn dochter, die omgang heeft met een man, die haar naar de ondergang zal voeren. Maar het gebed schijnt niet te helpen. Het kind gaat met open ogen haar ondergang tegemoet. Waar is God ? Het lijkt soms alsof God net niet aanwezig is, als je Hem nodig hebt.
Nu zijn wij op bijbelse bodem. Wij vinden deze existentiële smart van een afwezige God in de bijbel terug. In Psalm 22 hoor ik de dichter klagen: 'Mijn God, ik roep des daags, maar Gij antwoordt niet!' ( )
Dit is de smart van een zwijgende God en een gesloten hemel. En nu begeven wij ons naar Gethsemane. Want, dat hadden wij toch afgesproken: van een menselijke smart naar de Man van smarten !
Vanuit de profetische belichting van Jesaja: 'Waarlijk, Hij heeft onze smarten gedragen' willen wij het lijdensmysterie benaderen ! En dan zeggen wij, dat de menselijke smart van een zwijgende God voor de Zoon Gods in Gethsemane geworden is tot weergaloze angst. Onze smarten zijn niets vergeleken met wat Hij in de hof meemaakte.
Er is een machtig contrast met de Paaszaal. In de Paaszaal zien wij Christus in verheven kracht en serene rust, zijn discipelen bemoedigend en vertroostend en Judas waarschuwend. In de Paaszaal wordt alles beheerst door de persoon van Christus zelf. In Gethsemane zien wij de andere kant: onrust, vrees, doodsangst.
In de Paaszaal de vaste stem en het gezang. Hier de bittere schreeuw en de smekende klacht. Daar is Christus in Zijn koninklijke kracht, hier is Hij het hulpbehoevend kind dat schreeuwt om de Vader, dat schreit om de gemeenschap met enkele trouwe vrienden.
Weergaloze angst. In het woord angst zit 't woord eng. Hij is in de engte gedreven, in het nauw gedreven, zo erg, dat de innerlijke geestelijke pijn het zweet als bloed uitdrijft, volgens de medische wetenschap alleen mogelijk bij een uiterst gevoelig lichaam. Zijn zweet is als druppelen bloed. Hij weent, zo sprak iemand, met zijn lichaam. Als een worm kruipt Hij in het stof. Angst zonder weerga.
Wat is deze angst ? Peilen kunnen wij deze angst nooit, er alleen iets van stamelen. Het is doodsangst. Hij is bekend met de verschrikkingen van het kruis en de dood en deze angst voor de dood komt over Hem. Ieder mens kent de angst voor de dood. Hoe dieper iemand leeft, hoe die per de doodsangst. Maar de mens zet er zich over heen. Een Christen mag weten, dat de dood voor hem betekent de doorgang tot het eeuwige leven. Een ander benadert de dood met stoïcijnse gelatenheid of met de moed der wanhoop. Christus echter verdringt de dood niet. Hij werkt er zich niet overheen, maar ziet de dood in het aangezicht. Voor Hem geen vertroosting van het zalig hiernamaals, maar de diepe afgronden van de hel.
Voorts is het geweest de angst voor de zonde. In alle dingen op gelijke wijze als wij is Hij verzocht geweest, doch zonder te zondigen, zegt de Hebreeënschrijver (4 : 15). Een mens kan wel eens angst hebben voor de verleiding der zonde. Maar hoeveel dieper hier. De zonde komt op Hem aan. Wat dat geweest is, kunnen wij niet peilen, want Christus leed als zon deloze, wij zijn zondaren. Wij zijn gewend aan de zonde, maar de kleinste zonde deed Hem sidderen, omdat Hij een reine ziel had. Zijn ziel reageerde op de duivelse verzoekingen, zoals een fotografische plaat reageert op het licht. Onze ziel reageert veelal op de zonde zoals een ijzeren plaat reageert op het licht.
Het derde aspect van de weergaloze angst in Gethsemane is de hellesmart. God trekt zich terug en waar God zich terugtrekt, daar ontstaat geen vacuum, maar daar neemt de duivel Gods plaats in. In de hof laat de Vader de hel op zijn Zoon los. Hier daalt Hij in de helse benauwdheden. Maar er is ook geconcentreerde angst.
Wij lijden persoonlijk, hebben een eigen persoonlijke angst voor de dood. Wij kunnen de angst en het lijden van een ander nooit peilen. Maar Christus lijdt als de tweede Adam, als het hoofd van de nieuwe mensheid. Hij is het grondvlak van alle mensen tezamen. De wereldangst vindt in Hem haar concentratiepunt.
En God zwijgt. En dat is voor de Zoon Gods de angst van de angst. God trekt Zich terug. De Zoon bidt, Hij smeekt. Hij roept, Hij worstelt, maar God zwijgt en de hemel antwoordt niet.
Hier is het nog: 'Mijn Vader, laat deze drinkbeker aan Mij voorbij gaan'. Straks aan het kruis zal de diepte bereikt worden als ook de vadernaam niet over de lippen komt en de Man van smarten moet uitschreeuwen: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten !' Deze verlating maakt voor Hem, die in storeloze harmonie met de Vader verkeerde, de hel van de hel uit . . . .
-Dr. H. Jonker in Passiestonden, uitgave Van Keulen, Den Haag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976
De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1976
De Waarheidsvriend | 14 Pagina's