De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Kinderbijbels en hun achtergronden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderbijbels en hun achtergronden

7 minuten leestijd

In De Reformatie, het orgaan van de Vrijgemaakt Gereformeerden, schreef prof. dr. J. van Bruggen het eerste van een tweetal artikelen over de kinderbijbel van Evert Kuyt, waarvan het eerste deel (O.T.) vorig jaar en het tweede deel (N.T.) enkele weken geleden verscheen. Na geschetst te hebben hoe de kinderbijbels van het bekende type pas in de 19e eeuw in ons land zijn ontstaan (hij noemt die van J. H. van der Palm, 1811-1834) en hoe daaronder kinderbijbels van gereformeerde Signatuur hun eigen plaats hebben ingenomen, zegt van Bruggen: 'over deze meer gereformeerde loot aan de boom van de kinderbijbeltraditie worden vandaag fiolen van toorn en minachting uitgegoten. Het getuigt dan van moed om in 1977-1978 een kinderbijbel uit te geven, die duidelijk in deze verachte hoek een plaats zal ontvangen: de kinderbijbel van Evert Kuyt buigt onvoorwaardelijk voor het gezag van Gods Woord en heeft geen ander doel dan dit Woord aan het kind door te geven'.

Twee sporen

Zélf deel uitmakend van de cornmissie, die Evert Kuyt bij zijn werk heeft begeleid, wil ik hier geen beoordeling geven van de kwaliteit van Kuyts werk, al maakt het deelnemen aan de begeleidingscommissie wel duidelijk, dat ik geheel achter de toegepaste methode sta, namelijk het zo getrouw mogelijk navertellen van zoveel mogelijk bijbelverhalen. Wel wil ik ingaan op wat door prof. van Bruggen de 'verachte hoek' wordt genoemd. Want inderdaad is al gebleken hoe deze kinderbijbel vanuit een bepaalde hoek van de kerk(en) is weggeschreven en afgeschreven. Mevr. dr. J. L. Klink, zélf schrijfster van een kinderbijbel, opende de rij in het inmiddels opgeheven orgaan Ónze Vacatures (van de Unie School en Evangelie) en in haar spoor zijn anderen gevolgd. Mevr. Klink stelde daarbij de vraag waar een uitgever de moed vandaan haalt nog weer een nieuwe kinderbijbel toe te voegen aan het arsenaal van reeds bestaande kinderbijbels. Ze bedoelde natuurlijk: deze kinderbijbel. Nu komt deze vraag wel vreemd-en eerlijk gezegd arrogant-over uit de mond van iemand, die zelf een uitgave aan de reeds bestaande durfde toevoegen. Maar belangrijker is vanuit welke achtergrond dit alles wordt gezegd.

Prof. van Bruggen vermeldt iets over die achtergronden. In een 'rapport van een onderzoek naar kinderbijbels' van het Nederlands Bijbel Genootschap en de Katholieke Bijbel Stichting wordt gezegd, dat 'vele moderne auteurs' de verhalen in hun kinderbijbel zo schreven, dat een kind 'naarmate het ouder wordt zonder bezwaar aan de vorm van de vertelhng kan ontgroeien, zonder dat het blijft zitten met voorstellingen, die door hun absolute karakter eerst afgebroken moeten worden, voordat een rijpere visie een kans krijgt’.

’Als men-zo wordt gezegd-geloofswaarheden van volwassenen op een verkleind formaat te vroeg aanbiedt, wordt de ontwikkelingsvatbaarheid van het kind al vroeg geschaad'. Prof. vari Bruggen concludeert hieruit, dat er bij voorstanders van moderne kin­ derbijbels twee redenen zijn om bevrijd te willen worden van de traditionele kinderbijbel: het kind moet 'ruimte houden voor de vorming van een 'eigen zelfstandig en mondig bijbelgeloof'; en 'de geloofswaarheden zijn minder vaststaand dan vaak gesuggereerd wordt’.

Het is duidelijk dat hier een wereld achter zit. Als we belijden dat de Bijbel Gods Openbaring is, moetje dan niet de hele bijbel (inderdaad naar het bevattingsvermogen van het kind) doorgeven? Moet je dan maar niet gewoon de bijbelse verhalen in begrijpelijke taal doorgeven, om zo de kinderen ook te leiden naar de Bijbel zelf? Maar hier wordt met betrekking tot de wijze, waarop een kinderbijbel moet worden geschreven, kennelijk langs twee verschillende sporen gedacht, die duidelijk betrekking hebben om het zicht op de Schrift.

Concreet

Het is nodig dit duidelijk te maken aan de hand van de beoordeling van mevr. dr. J. L. Khnk. • Hervormd Nederland zegt in een 'portret van dr. Joanne L. Klink' (een intervieuw in het nummer van 21 oktober 11.), dat zij een 'vernietigende' recensie over Kuyts kinderbijbel schreef. Wat zij deed was Kuyt aanvallen op het loutere feit, dat hij de bijbelverhalen doorgaf zoals ze er staan, dat hij zonde noemt wat de Bijbel zonde noemt, dat hij over straf spreekt waar de Bijbel over straf spreekt, dat over Gods wil gesproken wordt daar waarvan het voorzienig bestel van God sprake is. Ze spreekt - en ik neem nu enkele dingen uit het intervieuw in Hervormd Nederland over 'de boodschap verwrongen in een keurslijf van feiten', over 'een opeenhoping van persoonlijke, morele uitroepen en onbijbelse interpretaties' over 'het denkbeeld van de straffende God, samen met de goede tegen de .kwade mensen', dat de kinderen beter niet kan worden ingeprent. Voorbeeld voor haar is het Liedboek van de kerken, waarin de Bijbel 'uitermate selectief' functioneert. 'We hebben daarin de blije en heerlijke passages verwerkt en lieten de duistere passages weg', zegt ze. Dan denk ik - als ik hier even een tussenopmerking maken mag - geef rnjj dan to; ch het oude psalmboek maar, waar, de hele realiteit

van het leven met God, met zijn jubel en klacht, oordeel en genade, doorkomt.

Maar-kan men zich afvragen - welk zicht op de Schrift zit hier dan bij dr. Klink achter? Ze geeft zelf het antwoord. Ze zegt: 'neem de gedachte dat de Bijbel Gods Woord is. Maar in de bijbel wordt zelf een onderscheid gemaakt tussen Gods wooorden en de woorden van mensen. Daarom kun je volgens mij niet zeggen dat de Bijbel in zijn geheel Gods woord is...’

Dat is een duideljjk uitgangspunt, maar ook van beslissende betekenis. Zeg je, dat de bijbel niet in zijn geheel Gods Woord is dan valt het niet moeilijk meer om dingen, die ons niet zinnen endie we voor kinderen niet 'geschikt' achten, weg te laten. Dan valt het ook niet moeilijk andere bronnen aan te boren. Mevr. Klink zegt: 'onze modewoorden van deze tijd zijn liefde, vrijheid, bevrijding en verzoening. Maar die komen in de Bijbel erg weinig voor. Dat zijn onze woorden. ledere generatie gaat een nieuw licht op. 'Daarop moet kennelijk nu ook de moderne kinderbijbel geënt zijn en op grond daarvan wordt de 'traditionele kinderbijbel' weggeschreven. We zitten hier in feite op het spoor van die theologie, die niet meer van de Woordopenbaring alleen uitgaat maar waarin de geschiedenis zelf ook openbaringskarakter heeft: 'onze modewoorden' 'deze tijd', 'iedere generatie gaat een niéuw licht op.’

Volstrekte afwijzing

Deze visie dient vanuit het belijden der kerk volstrekt te worden afgewezen. De belijdenis der kerk belijdt aangaande het Woord, dat wij geloven 'al wat daarin begrepen is', in zonderheid 'omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in de harten dat ze van God zijn. 'Niet een déél van de Schrift is van God, is Gods Woord, maar de Schrift, met al wat daarin begrepen is.

Mevr.' Klink heeft Kuyts kinderbijbel vernietigend besproken. Gegeven haar uitgangspunt kan ik niet anders dan haar kritiek volstrekt afwijzen. Haar recensie maakt duidelijk waarom er zeker naast een kinderbijbel als die van mevrouw Klink een kinderbijbel bij kon en mocht en moest komen. Gegeven haar theo-. logische uitgangspunten kan haar eigen Kinderbijbel alleen maar een gevaar voor de kinderen worden genoemd. Dan maarliever-om met prof. van Bruggen te spreken - in de verachte hoek. In die hoek, die bepaalt wordt door de onvoorwaardelijke aanvaarding van de hele Bijbel als Gods Woord, valt er dan best te praten of het nog niet beter had gekund, zijn kritische opmerkingen welkom. Want dan kleven aan elke Kinderbijbel bezwaren. Geen enkele Kihderbijbel is tenslotte het Woord zelf. En geen enkele auteur schrijft helemaal onbevooroordeeld.

’Het is maar hoe je de Bijbel leest en van welke theologische opvattingen je uitgaat', zei mevrouw Klink in het eerste artikel, dat zij "aan de betreffende kinderbijbel wijdde. Zo is het zeker. De wijze waarop mevrouw Klink het doet is de onze niet. Ze is ten diepst in strijd met het feit dat de Bijbel zijn eigen vertolker is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Kinderbijbels en hun achtergronden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1978

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's