Uit de pers
Missionaire toerusting
Op 24 augustus jl. werd in de Hervormde Kerk van Scherpenzeel ds. C. Snoei bevestigd tot predikant voor het toerustingswerk van GZB en IZB. De gedachte op de achtergrond is: Zending overzee en zending in eigen land vormen samen de ene zendingstaak. L. v. Driel had in Koers van 6 juli een gesprek met ds. Snoei. 'Elke christelijke gemeente dienst', zo zegt Snoei, 'in eigen omgeving een zendingspost te zijn'. Dat verbindt ons, ondanks verschil in situatie met de gemeente overzee. Daarom is toerusting vanuit de Schriften een geboden zaak! Hoe kan de gemeente functioneren dat ze beantwoordt aan het beeld wat de Schrift tekent? Belangrijk voor deze missionaire toerusting is de gedachte van de wederkerigheid. Daarvan zegt Snoei:
"De gedachte van wederkerigheid wil ik eerst iets toelichten. Er is tientallen, bijna honderden jaren lang een beweging geweest, waardoor het Evangelie vanuit het westen naar het oosten en het zuiden, naar andere werelddelen werd gebracht. Die beweging begint thans te stagneren en wel om twee hele duidelijke redenen. In de eerste plaats de achteruitgang van het kerkelijk leven in het westen, de zwakte daarvan en in de tweede plaats het mondig worden van de jonge kerken, die hun eigen geluid doen horen. Die twee gedachten hebben ertoe geleid dat je over wederkerigheid moet gaan spreken. Je moet zowel van hier naar daar zaken aan de orde stellen, als van daar naar hier."
Jongeren in ons land hebben vaak kritiek op de kerk. Hoe kun je ze bij het werk betrekken?
"Dan dat verlaten van de kerken door de jongeren. Wanneer jongeren kritiek hebben op de gang van zaken in de kerk, zou het wel eens zo kunnen zijn, dat zij zich weer herkennen in dat wat er in de jonge kerken overzee plaatsvindt. Ik noem een paar aspekten die daar erg belangrijk zijn, bijvoorbeeld dat de gemeenschap heel sterk wordt geaccentueerd, iets waar jongeren vaak ook naar verlangen: een echte christelijke gemeenschap, waar je voor elkaar instaat, waar je met elkaar optrekt, en waar je elkaar ook kunt helpen, zowel met woorden als daden, waar liefde is. In veel gemeenschappen van jonge kerken overzee kom je dat tegen. Ook is er vaak een grote aandacht voor het werk van de Heilige Geest, men zoekt naar een vernieuwd leven, een geheiligd leven. Een duidelijkheid die ook jonge mensen in onze tijd vaak wensen. Hier ligt alles nogal eens vast in bepaalde kaders, welke dat ook mogen zijn, die vormen vaak een belemmering voor jongeren. Terwijl je overzee nogal eens ziet, dat de levensheiliging precies als in het Nieuwe Testament van grote betekenis is en ook wervend blijkt te zijn. Ik heb dus wel moed, dat deze gegevens van de jonge kerken hier stimulerend kunnen werken voor de jongeren, maar ook wel voor de ouderen; wij kunnen er samen veel van leren. Het is misschien ook mogelijk dat iemand uit de Derde Wereld hier in ons land eens een poosje komt werken, een omgekeerde beweging van wat wij nu zien, om niet alleen van ons te leren, maar om aan ons iets te leren van wat zij daar in het Evangelie en in de christelijke gemeente hebben gevonden.'
Maar denkt u, dat dat in de gemeente overkomt? Je krijgt vaak de indruk dat bij ons in de gemeente de idee leeft van wij weten het wel, wij hebben niets meer te leren. En wij hebben zo'n geweldig traditie achter ons, daar staat alles al in.
'Ik denk, dat dat nog wel eens mee zou kunnen vallen. Wanneer ik vanuit mijn huidige werk, bijna vier jaar weer gewoon gemeentepredikant in het noorden van ons land, redeneer, dan kom ik erg veel gezinnen tegen, waar de moeilijkheden toch niet aan voorbij gaan. De ethische vraagstukken zijn vaak groot, de kennis van de Bijbel neemt niet toe, maar is eerder afnemend.
Velen durven hun onzekerheid niet te uiten, maar de onzekerheid is er wel degelijk. Ik denk - wanneer je als pastor eerlijk met je mensen omgaat - dat je dan tot de ontdekking komt, dat met name de geloofszekerheid, het weten aan Wie je je mag toevertrouwen, het leven uit het geloof nogal aangevochten zaken zijn. Vandaar dat ik de gedachte heb, dat een getuigenis vanuit de jonge kerken voor ons leerzaam en verhelderend kan zijn."
Een kerk met een traditie van eeuwen, met een eeuwenlange geschiedenis heeft in die eeuwen invloeden van allerlei stromingen en ideologieën ondergaan. Een jonge kerk staat vaak nog onder de spankracht van het spontane, het bruisende van het werk van de Geest. Daarom is het goed als kerken daar kerken hier helpen.
"Het is in de geschiedenis van de kerk duidelijk, dat wij zelf lang niet altijd herkennen, wat er in ons leven en ook in het kerkelijk leven gebeurt. Vandaar dat het verhelderend kan zijn, als iemand van buitenaf zegt: Kijk eens naar je eigen leven, daar zitten een heleboel vuile plekken in, die niet bij het Evangelie horen. Zou je je op dat punt niet eens bekeren? Jullie hebben dat vroeger tegen ons gezegd, maar dat kunnen wij nu wel tegen jullie zeggen.
Die wederkerigheid tref je ook aan in de Bijbel zelf. Je ziet bijvoorbeeld in de brieven van Paulus dat hij tegen de gemeente zegt: jullie hebben het Evangelie gekregen vanuit Jeruzalem, de oergemeente, je mag daar wel dankbaar voor zijn, de mensen hebben zich daar voor jullie ingespannen, maar nu er nood is in Jeruzalem, nu vraag ik aan jullie een bijdrage om hen daar te helpen. En dan gaat het zelfs zover, dat hij zegt: jullie hebben een geestelijke zegen ontvangen, nu moet je een materiële gift schenken om ze daar in leven te houden. In die uitwisseling van het totaal van het christen-zijn, tussen de oergemeente en de nieuwe gemeente tref je een gedachte aan die ik sterk wil propageren. Laten we bereid zijn te luisteren, je hoeft nog niet altijd zaken prijs te geven, laten we eerst maar eens beginnen te luisteren naar wat zij van ons zeggen."
Snoei pleit sterk voor een eerlijk onder ogen zien van de situatie in eigen land om vanuit die diagnose bezig te zijn met de arbeid van toerusting en vorming. Vanuit het geloof in de God der Schriften, in de belofte van het Evangelie en vanuit het weten dat het Pinksteren geweest is, mogen we met de moed van het geloof in dit werk bezig zijn. Kennis van de huidige situatie kan ons behoeden voor overspannen optimisme. Anderzijds behoeft ons startpunt niet de situatie te zijn, maar mogen we starten in het beloftevolle woord dat de Heere waakt over Zijn gemeente. Maar juist dat sluit onze zorg niet uit. Bij deze arbeid van bezinning en toerusting staan we voor ingrijpende vragen. Snoei wijst daar terecht op. O.a. zullen we er bedacht op moeten zijn, dat dat wat historisch gegroeid is niet rechtstreeks uit de Schriften stamt. Ook kunnen we een geschiedenis van 20 eeuwen niet uitvegen.
Maar vanuit het geloof in de actualiteit van de Schriften ook voor het heden mogen we de vragen van nu stellen in het licht van de Schrift. Moge het werk van ds. Snoei onder Gods zegen vrucht dragen voor de gemeente daar en hier.
***
Passieve registratie
Wie enigermate thuis is in de administratie en registratie van Hervormden weet dat het mogelijk is om gemeenteleden, die absoluut niet begeren mee te leven en op geen binding met de kerk prijs stellen, maar die zich nochtans niet laten uitschrijven uit de registers, passief te registreren. De achtergrond hiervan wordt gevormd door het verdrietige feit dat vele gemeenten een groot aantal niet meelevenden tellen. Dat kunnen mensen zijn die eens belijdenis deden, maar die de kerk kwijt geraakt zijn, of mensen die nog wel gedoopt zijn, maar totaal vervreemd zijn van Bijbel en kerk, of de zgn. geboorteleden. Vader en moeder waren nog gedoopt, de kinderen niet meer. Het is duidelijk dat de registratie van gemeenteleden kosten met zich meebrengt. Het is een oude strijdvraag of we met registratie van niet-meelevenden maar moeten doorgaan. Ouderlingen zien zich soms gesteld voor reusachtige kaartenbakken met weinig meelevenden en veel rand- en buitenkerkelijken. Waar houdt pastoraat op en begint evangelisatie? Wie kan het overzien?
In de kaartenbak vormen de passief geregistreerden een afzonderlijke groep. Het gevaar bestaat dat zij helemaal uit de aandacht verdwijnen. Daarvoor is gewaarschuwd door ds. P.v.d. Heuvel in het blad De Kerkvoogdij. Hervormd Nederland van 1 sept. nam een gedeelte van dit artikel over, dat ik graag aan u doorgeef:
'Ik weet hoe ontmoedigend het kan zijn tegen een dergelijke ongeïnteresseerdheid te moeten aanlopen. Je krijgt meer en meer de neiging om ze dan inderdaad maar af te schrijven. Maar tegelijk weet ik dat niets veranderlijker is dan een mens. In het pastoraat zien we telkens weer tot onze verrassing nieuwe contacten ontstaan, waarbij gesloten deuren open gaan.
Passieve registratie mag niet het einde zijn van de kerkelijke aandacht voor deze categorie gemeenteleden. De Aanwijzingen en aanbevelingen voor het passief registreren uit 1976 geven de volgende mogelijkheden in overweging:
a. Alle passief geregistreerden krijgen eenmaal per jaar een uitnodiging voor een bijzondere kerkdienst of voor een andere activiteit van de gemeente. Het verdient dan overweging om alle aanwezigen een papier te geven waarop zij hun naam en adres kunnen invullen en/of om reacties te vragen.
b. Zij krijgen eenmaal per jaar van de kerkeraad een brief die speciaal voor hen is geschreven.
c. Eventueel binnen dit kader overweegt de kerkeraad eenmaal per jaar of de passief geregistreerden nog eens persoonlijk kunnen worden benaderd. Een mogelijkheid is in sommige gevallen misschien hen uit te nodigen voor een groepsgesprek, waaraan alleen passief geregistreerden deelnemen.
d. Eenmaal in de twee jaar krijgen alle passief geregistreerden een brief met de vraag of zij passief geregistreerd willen blijven of wel op een of andere manier (weer) aan het leven van de gemeente deel willen nemen.
Deze brief van 1976 is nog volledig van kracht, al kan men natuurlijk per plaats voor ander mogelijkheden kiezen. Passieve registratie brengt inderdaad kosten met zich mee. Wanneer het aantal passief geregistreerden niet boven de veertig procent uitkomt, is dat overigens een zeer bescheiden bedrag.
Ik neem graag de suggestie over om te proberen ten aanzien van de passief geregistreerden althans een eenrichtingsverkeer te onderhouden. Gesteld is dat de gereformeerde kerken radicaler zijn met het uitschrijven, maar ook actiever met het evangeliseren dan wij zijn.
Enerzijds blijkt daaruit wel hoezeer men ook in de gereformeerde kerken beseft, dat de kerk niet kan volstaan met uitschrijven. Het uiteindelijke doel is immers niet het afschrijven, maar het behouden. Mijn moeite met de geschetste procedure in de gereformeerde kerk is dat daarbij vroegere kerkleden benaderd worden als buitenstaanders, terwijl wij veel meer een beroep op hen willen doen als leden die tot de gemeente behoren.
De profeten roepen het volk Israël tot bekering, juist omdat het het volk van God is. De scheidslijn geloof-ongeloof valt niet samen met de grenzen van de kerk, maar gaat dwars door de gemeente en dwars door ons eigen hart heen. Zo staan we niet boven of tegenover hen, die we tot Christus willen leiden, maar naast hen.'
***
Het lijken twee verschillende zaken: Missionaire toerusting en passieve registratie. Maar ze hebben veel met elkaar te maken. De gemeente mag niet loslaten en uit het oog verliezen hen, die van haar vervreemd zijn en toch krachtens de reikwijdte van het verbond tot haar behoren. We zullen als hervormden niet licht nazeggen wat een bekend Pinksterman eens zei: 'God heeft wel kinderen, maar geen kleinkinderen. Wie zal de grenzen van het verbond kunnen en mogen bepalen'. Een kerk die haar profetische roeping verstaat zal juist vanuit de verbondstrouw van God tot bekering hebben te roepen wie leven op haar erf. Juist het weten van de vervreemding in eigen hart en leven maakt ons ootmoedig tegenover hen die van het geloof en de kerk vervreemd zijn. Een administratieve maatregel mag - we zeggen het Van der Heuvel graag na-niet het einde zijn van de aandacht. En over eenrichtingsverkeer gesproken, is het geheim van het Evangelie niet het 'eenrichtingsverkeer' van Hem Die uit grondeloos erbarmen ons Zijn Zoon gaf en die met ontferming bewogen was over de verloren schapen van het huis van Israël? !
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1984
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 1984
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's