De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Volwassendoop en herdoop (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volwassendoop en herdoop (2)

9 minuten leestijd

In het vorige artikel zijn we in het kort nagegaan, hoe de doop in de oude kerk zich steeds meer ontwikkeld heeft van volwassendoop tot kinderdoop, en welke verschuivingen daardoor plaatsvonden in het verstaan van de betekenis van de doop als zodanig. We ontdekten drie lijnen, die op verschillende wijze de betekenis van de (kinder)doop kenmerkten: 1. Men zag de kinderen als kinderen der gelovige ouders; 2. Men zag de doop als op zich werkend genademiddel, waardoor de (erf)zonde werd vergeven bij de gedoopte kinderen; 3. Men nam aan, dat er in de kinderen een beginsel van geloof aanwezig was. Daarbij was de sacramentsbeschouwing in het algemeen steeds meer van die aard, dat men de genade door de sacramenten zelf bewerkt en uitgedeeld zag aan hen, die hen ontvingen.

Als wij nu gaan zien, hoe de Reformatie daarop heeft gereageerd, dan is wel het meest kenmerkende ervan, dat zij ook in dit opzicht de weg terug naar het Woord heeft gezocht en gevonden. Dat hield in, dat zij de R.K. sacramentsleer, die gekenmerkt werd door de sacramentele werking van de genade, afwezen, en dat zij in de plaats daarvan stelden, dat God Zijn gena­de ons schenkt in Christus, die tot ons komt door de beloften van het Evangelie, die door de Heilige Geest, die een waarachtig en persoonlijk geloof werkt in de harten, worden toegepast, zodat wij op een persoonlijke wijze gaan delen in het in Christus ons geschonken heil. We zouden dus kunnen stellen, dat de Reformatie in de plaats van de sacramentele genadeleer van Rome het werk van Christus door de Heilige Geest weer in het middelpunt heeft geplaatst. En omdat de Geest niet anders doet dan Christus ons verkondigen en tegelijk de mens het geloof schenken, waardoor hij Christus aanneemt als zijn persoonlijke zaligmaker, bracht dit meteen met zich mee, dat nu niet meer de objectief werkende sacramentele genade en daarmee de kerk en het ambt centraal stonden, maar het persoonlijk, bevindelijk geloofsleven, dat gewekt wordt door Woord en Geest, maar ook gesterkt wordt door de sacramenten. Vandaar, de nadruk in de reformatorische belijdenisgeschriften, dat het Woord en de Geest het geloof werken, maar dat de sacramenten het geloof (alleen) versterken. De sacramenten schenken niet de genade, maar versterken en bevestigen de genade. En de sacramenten wekken niet het geloof, maar versterken en bevestigen het reeds geschonken geloof. Zo staan dus niet meer de sacramenten centraal, maar de prediking van het Woord en het antwoord des geloofs van de kant van de mens, gewerkt door de Geest. Terwijl de sacramenten behoren tot de zegels van het Woord. Ze vormen niet de centrale bediening, maar de 'aanklevende' bediening. Zij krijgen een Woord- en geloofbevestigende en -versterkende functie. Wel heel belangrijk, maar ten opzichte van het Woord en het geloven in het Woord toch secundair.

Wanneer wij nu deze reformatorische benadering gaan toespitsen op het sacrament van de Doop, ligt het voor de hand, dat zij ook daarin weer terugbuigen naar het getuigenis van de Schrift, en de bijbelse kernen van de doop weer gaan beklemtonen. Om dat zo concreet mogelijk uit te werken, beperk ik me nu vooral tot Calvijn. Hij heeft ook oog ervoor, dat in de R.K. kerk de sacramentsleer van het bijbelse spoor is afgeweken. Toch is zijn oordeel op dit punt zeer gematigd, in vergelijking met andere leringen van Rome. Hij zegt zelfs, dat de Doop het enige is, dat in de Roomse kerk nog onaangetast is gebleven door de dwalingen. Hij vindt daarin dan ook een reden, om te menen, dat de doop in de Roomse kerk als wettig dient te worden beschouwd, en een herdoop dus onnodig en ongeoorloofd is.

Dit laatste betekent echter niet, dat er in de uitwerking van de doopleer niet een grondige heroriëntatie op de Schrift nodig is. Die geeft Calvijn dan ook, en dan komt hij tot de volgende omschrijving. In de eerste plaats ziet hij in de sacramenten Gods trouw en goedheid zich openbaren, omdat God daarin onze zwakheid en grofheid zozeer tegemoet komt, dat Hij naast en na Zijn Woord waarin God Zich in Christus volkomen heeft geopenbaard, ook nog de zichtbare tekenen en zegelen ervan schenkt in de sacramenten van Doop en Avondmaal. God maakt Zijn onderwijs zichtbaar voor ons zoals een schoolmeester dit doet voor zijn leerlingen, opdat wij het maar des te beter zouden verstaan en ter harte zouden nemen. God tekent Zijn heil uit in de sacramenten, die dan ook tekenen worden genoemd. Maar behalve, dat zij tekenen zijn, zijn ze ook zegelen. Dat houdt in, dat daarin God niet alleen voor ons Zijn heilsbedoelingen nog duidelijker weergeeft dan in het meer geestelijke, gepredikte Woord, maar daarmee wil Hij ook de beloften van Zijn heil, die de centrale inhoud van het Woord vormen, met des te grotere kracht bevestigen aan onze harten. In de sacramenten worden de beloften van God niet alleen verduidelijkt, maar ook in hun waarheid en waarachtigheid bevestigd, opdat wij, die zo vaak met ons klein geloof en ongeloof te worstelen hebben, des te vaster daarin zouden geloven en daarop ons vertrouwen stellen.

Samenvattend kan worden gezegd, dat Calvijn de sacramenten in de eerste plaats ziet als tekenen en zegelen van de in het Woord ons geschonken beloften van Gods vergevende en vernieuwende genade in Christus. En het doel is, om op deze wijze de gelovigen nog meer te brengen tot de zekerheid van het geloof, dat zij in deze genade van God op een persoonlijke wijze mogen delen.

Als we dit zo overzien, is het te begrijpen, dat deze omschrijving van de sacramenten het duidelijkst wordt geconcretiseerd in het Heilig Avondmaal. Omdat daarin het teken en zegel-karakter van het sacrament het duidelijkst naar voren komt, maar ook daardoor het geloof van hen, die daaraan deelnemen, wordt versterkt. Toch is het van belang om te zien, dat Calvijn deze zelfde sacramentsleer ook van toepassing laat zijn op het sacrament van de doop. Alleen ligt het dan voor de hand, dat hij zijn doopleer inzet met een behandeling van de volwassendoop. Of nog beter gezegd: als Calvijn ertoe komt om het wezen van het sacrament van de doop bijbels te bepalen, dan is er voor hem maar één doop, en dat is de volwassendoop, de doop van de gelovige. Want daarin ziet hij de volle inhoud van de bijbelse doop het duidelijkst naar voren komen.

Mij dunkt is dit een belangrijke zaak, waar wij goed kennis van moeten nemen. Er is maar één doop, zegt Calvijn. Hij spreekt daarin de apostel Paulus na, die in Efese 4 : 5 eveneens zegt, dat er maar één doop is. Dat is die doop, die bediend wordt aan hen, die in Christus geloven, en daarin het teken en zegel van Gods heilsbelofte in Christus ontvangen. Als Calvijn dat nader gaat uitwerken, komt hij ertoe om vooral twee hoofdelementen in de doop aan te nemen. Dat is enerzijds het teken en zegel van de belofte van God, dat ons daarin wordt geschonken. En anderzijds is het het gelovig ontvangen van dit sacrament van de kant van de mens. Dit laatste niet natuurlijk als een eigengewerkte daad van de mens, maar als het door de Geest gewerkte antwoord. Waar het hier echter om gaat, is de eenheid van doop en geloof, die wij ook in de Schrift aantreffen, en die in de middeleeuwse kerk steeds meer verzwakt is, maar in de Reformatie weer opnieuw op de voorgrond is komen staan. Doop en geloof zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat kan niet anders, daar het sacrament van de Doop juist het geloof wil versterken en bevestigen. Hoe zou het dit echter kunnen doen, als er geen geloof gevonden wordt? Het ligt dus in het wezen van het sacrament opgesloten, dat het met het geloof altijd is verbonden.

Natuurlijk komt nu de vraag aan de orde, hoe dit dan door Calvijn wordt toegepast op de doop van de jonge kinderen. Inderdaad gaat het dan ook bij Calvijn spannen, en het is bijzonder leerzaam om na te gaan, hoe hij dan de lijnen trekt. Hij heeft daarover uitvoerig geschreven in het vierde boek van zijn Institutie. Ik raad u aan, om Calvijn zelf er eens op na te lezen.

Omdat het zo belangrijk is, wat hij hier zegt, willen wij, heel in het kort, zijn betoog weergeven. In de eerste plaats is belangrijk, dat Calvijn de kinderdoop geheel en al stelt in het kader van de ene doop, waarover wij zo juist spraken. Die ene doop is de doop, waarin het teken en zegel van het sacrament verbonden is met het geloofsantwoord van de mens, gewerkt door de Geest. Welnu, deze eenheid van doop en geloof blijft Calvijn handhaven, ook als hij nu over de doop der kleine kinderen gaat spreken. Dat betekent dus, dat hij ook hier de bijbelse benadering onverkort laat gelden, ook als het om kinderen gaat, die worden gedoopt. Op zichzelf is dit reeds een fundamenteel gegeven. Hieruit blijkt dat in het reformatorisch belijden ernst is gemaakt met de eenheid van de doop. Er is maar één doop. Die wordt in zijn hart getypeerd in de doop der gelovigen. En als het om de kinderdoop gaat, gaat het om niets anders dan om deze zelfde ene doop, deze geloofsdoop, waarin door het door God geschonken teken en zegel het geloof wordt versterkt en bevestigd.

Wellicht vraagt u: ja maar, komt Calvijn dan niet in moeilijkheden, als hij tevens de kinderdoop wil handhaven? Dat laatste is inderdaad juist. Calvijn wil heel uitdrukkelijk de kinderen dopen, en hij acht het een heel ernstige zaak, wanneer dit niet wordt gedaan, zoals bij de dopers uit zijn dagen het geval geweest is. Het is voor zijn besef een daad van ongehoorzaamheid, een verachten van Gods grote genade. Toch houdt hij de volle bijbelse betekenis en inhoud van de doop staande. Hoe is dit nu mogelijk? Daarover een volgende keer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Volwassendoop en herdoop (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1985

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's