Wonden in een democratisch bestel
Nee, de democratie is niet het eind van alle tegenspraak. Wat het volk wil behoeft het volk nog niet 'ten goede' te zijn . De christen zegt dat alleen in het onderhouden van Gods geboden groot loon is. Maar ook wie dit niet belijdt stelt toch grenzen. En kennelijk is dat nu gebeurd door diegenen, die toch altijd de democratie als 'heilige koe' in het vaandel hadden. Want de kwestie is immers dat thans een minderheid van het volk de meerderheid op een geduchte en dan ondemocratische wijze onder druk wilde zetten.
Kort en goed, de parlementen — de politieke kamers waar politiek gepraat en dus democratisch besloten wordt (parier = praten) — hebben in meerderheid het 1 juli-besluit 1984 genomen over het al of niet plaatsen van de kruisraketten. De Russen hebben het aantal SS20-raketten niet verminderd. De nederlandse regering trekt dus de conclusie en zegt: plaatsen. Maar drs. J. M. den Uyl zegt dat door het kabinetsbesluit een 'wond' geslagen is onder het volk. Waarom een wond? Toch niet omdat één en ander niet volgens de spelregels van de democratie en volgens de afspraken is gegaan? Maar om de eenvoudige reden dat de minderheid het niet voor het zeggen kreeg. Want zelfs het volkspetitionnement bracht niet een meerderheid van het volk op de been. Bij nederlagen worden nu eenmaal altijd wonden geslagen, maar dan onder de minderheid. En dat was dan nu het geval bij een deel van het volk, dat in het algemeen genomen 'gelijk' krijgt. Ik bedoel met gelijk krijgen dat in het algemeen, als het gaat over (geloofs)overtuigingen, andere minderheden het loodje moeten leggen. Het gewondzijn heeft in de geschiedenis al een heel lange traditie.
De kwestie zelf
Intussen ging het niet om een bagatel. Niet voor niets was het hele volk er toch op één of andere manier bij betrokken. Want we beseffen allemaal dat — voor zover het van ons mensen afhangt — de leefbaarheid van mens en wereld in het geding is. Dat hier emoties loskomen is zeer begrijpelijk.
Dezer dagen ving ik een flard op van het volgende gesprek. Iemand vertelde een ander iemand wat voor werk hij deed. Hij was ergens jachtopziener en moest onder andere ook zorgen voor het bewaren van het evenwicht in de wildstand. Het behoorde dus tot zijn taak om regelmatig verschillende onschuldige dieren neer te schieten. Waarop de ander zei: dan heb je zeker ook het volkspetitionnement niet getekend? Waarom dan niet? Wel, als je toch eenmaal gewend bent te schieten wat kun je dan nog tegen kruisraketten hebben? Met andere woorden, als je eenmaal dieren dood geschoten hebt waarom zou je dan ook niet bereid zijn mensen neer te schieten. Maar verder voltrok zich toen het bekende gesprek. Kruisraketten moesten geplaatst worden, niet om ze te gebruiken maar om te verhinderen dat ze ooit gebruikt zullen worden. Het gaat om het bewapeningsevenwicht.
Eigenlijk is de hele discussie, die we voeren over deze immense problematiek een onmogelijke. We voeren de discussie over het bewapeningsevenwicht maar we weten allen dat als ooit het soort wapens, waarover we nu spreken, gebruikt wordt, we nooit meer over wapengebruik behoeven te spreken. Eén SS20-raket meer of minder, of 48 kruisraketten meer of minder verandert aan de hele problematiek niets meer. Het wapenarsenaal, dat in de wereld ligt opgetast is nu al zo omvangrijk dat mens en wereld vele malen ermee te vernietigen zouden zijn.
Dus ook in de strijd tegen het communisme of van het communisme tegen het Westen heeft gebruik van het kernwapen geen enkele zin. We staan voor de grote zinloosheid van de bewapening, die in onze tijd geen enkel vergelijk meer heeft met vroeger; en dat vroeger ligt nog niet zo heel lang achter ons. Mógen we ons dus nog vertwijfeld afvragen waar dit alles op uit moet lopen? We kunnen niet blijven volhouden dat we steeds meer wapens blijven aanmaken om ze dan verder maar nooit te gebruiken. De wapenbeheersing is volstrekt uit de hand gelopen. Dezer dagen haalde een SGP-raadslid uit Nijkerk — lid van de Gereformeerde Gemeenten — het nieuws doordat hij aankondigde dat hij tegen plaatsing van de kruisvluchtwapens was. Want het systeem van het bewaren van het wapenevenwicht had niet gewerkt. Dan moest er nu maar een teken worden gesteld.
Kort en goed, niemand zal blij (mogen) zijn met het feit dat opnieuw allesvernietigende wapens aan de immense hoeveelheid zullen worden toegevoegd. Een feeststemming kon er na het kabinetsbesluit niet zijn. En toch kón en mocht de besluitvorming niet anders zijn dan zó, zoals die nu is geschied. Ik heb er geen moeite mee te zeggen dat het het kabinet Lubbers siert dat het voor de weg van plaatsing gekozen heeft, al was het alleen maar vanwege de politieke integriteit, die in het geding was. We gaan steeds meer meemaken dat het volk massaal te hoop geroepen wordt om met emotionele leuzen lucht te geven aan al even emotioneIe gevoelens. Het recht daartoe bestaat in onze samenleving. Zo bestaat er ook het recht van een (het) volkspetitionnement. Maar de politiek kan er toch niet aan gebonden zijn! Want als zó politiek moet worden bedreven, kunnen we de parlementen wel sluiten. En plaveien we uiteindelijk de weg naar de burgerlijke ongehoorzaamheid.
Volstrekt misplaatst was het ook dat de heer Den Uyl, toen hij sprak over de wonden, die het kabinet geslagen had, ook reeds aankondigde dat de PvdA bij de volgende verkiezingen opnieuw het plaatsen van de kruisraketten tot inzet van de verkiezingen zal maken. Dat de heer Den Uyl c.s. gewond zijn zal waar zijn, maar hoe zou de heer Den Uyl hebben gereageerd wanneer hij regeringsverantwoordelijkheid zou hebben gedragen, vervolgens tot een hem welgevallig besluit zou zijn gekomen en dan anderen op zijn weg zou hebben gekregen die zeiden: uw kabinet heeft wonden geslagen onder het volk? Zou hij zich niet op de democratie hebben beroepen?
Een sprekend gegeven
Ik kom nu echter op een merkwaardig maar sprekend gegeven, en dan kom ik van de politiek bij de kerk. Het volkspetitionnement heeft betrekkelijk weinig steun gekregen uit de protestants-christelijke hoek. Een onderzoek heeft uitgewezen dat van de ongeveer 800.000 gereformeerden ongeveer 12 procent getekend heeft en van de 2, 8 miljoen hervormden ongeveer 12 procent. Van alle ondertekenaars gaf 59 procent op onkerkelijk te zijn, 28 procent rooms katholiek, 9 procent hervormd en 3 procent gereformeerd. Van de NCRV-leden deed 19 procent mee, van de EO-aanhang 7 procent. Godsdienstsocioloog dr. G. Dekker van de VU verbindt daar — blijkens een artikel in Trouw — de conclusie aan dat er een 'enorme discrepantie' bestaat tussen kerkleidingen aan de ene kant en kerkleden aan de andere kant. Datzelfde is al gebleken bij de grote demonstraties tegen de kruisraketten, die door de vredesbeweging werden georganiseerd.
In deze redenering van dr. Dekker schuilt ongetwijfeld een kern van waarheid. Toch mag hier niet de conclusie uit worden getrokken dat rechtzinnigheid in de leer onverschilligheid ten opzichte van de vrede inhoudt. Ik denk namelijk dat — en ik beperk me nu tot de Nederlandse Hervormde Kerk, omdat die een lange traditie heeft als het gaat om positiekeuze in de kernbewapeningskwestie — er geen gelijkstelling mag zijn van instemming met kernwapenrapporten van de kerk en bereidheid om het volkspetitionnement te ondertekenen.
In 1962 sprak de hervormde synode met vrijwel algemene stemmen een 'nee, zonder ja's' uit tegen het gebruik van kernwapens. Nu, vele jaren later vragen we ons af of het niet-gebruiken nog dezelfde vulling heeft als toen. Het type kernwapen is verveelvoudigd en de verspreiding is niet meer beperkt tot Oost-West. Het rapport van 1962 — wél bezit, géén gebruik — bedoelde een signaal, zég een schreeuw te zijn naar politiek en samenleving. Het rapport van 1981 — voorzichtige eenzijdige stappen van ontwapening — bedoelde opnieuw die signaalfunctie. We hebben er in deze kolommen geen onduidelijkheid over laten bestaan dat we die positiekeuze van de synode niet deelden, een brug te ver vonden. Er kwam ook veel verzet tegen in de kerk. Zulk verzet kwam met name heel sterk in de Gereformeerde Kerken toen de synode met radicale politieke uitspraken kwam, die niet in het verlengde van een eerder ethisch-spreken over kernbewapening lagen. En als zodanig is de uitspraak van dr. Dekker dat er discrepantie is tussen kerkleiding en kerkleden zeker niet van waarheid ontbloot. Maar anderzijds is het niet zonder betekenis dat het hervormd moderamen niet die consequenties heeft getrokken uit de eerdere positiebepalingen dat tot massale ondertekening door de leden van de kerk van het petitionnement werd opgeroepen. Hier was kennelijk toch méér aan de hand.
Met goede orde
Het is niet voor het eerst dat ik hier aanhaal wat artikel 36 van de Nederlandse Geloofs Belijdenis stelt, namelijk dat de overheid er is om de wereld — men lette op dit mondiale aspect — door wetten en politie te regeren, de onbedwongenheid onder de mensen tegen te gaan en ervoor te zorgen dat het alles onder de mensen in goede orde toegaat. De overheid is méér dan het volk. Om het scherp te zeggen: het volk kan niet regeren.
De volkswil kan het laatste woord niet hebben. Hoogstens kan in een democratisch bestel als het onze het volk zó kiezen dat hun vertegenwoordigers er komen. Maar 150 vertegenwoordigers in bijvoorbeeld de Tweede Kamer zullen nooit alle meningen onder het volk tot hun recht kunnen doen komen. Ook één partij kan dat voor haar aanhang niet. Daarom zijn de volksvertegenwoordiging en de regering meer dan het volk. Zij dragen een volstrekt eigen verantwoordelijkheid. Daarom kan in een partij ook, als het gaat om stemgedrag in allerlei zaken in het parlement, op unanieme wijze gestemd worden (in belang van het volk en om überhaupt te kunnen regeren), terwijl het in de aanhang van de partij verschillend ligt. Maar daarom is het ook onzindelijk om, als een bepaalde beslissing is gevallen, het volk al te mobiliseren voor de volgende verkiezingen op dat éne punt.
Als dan nu overigens blijkt dat uit kerkelijke kring, met name uit protestants-christelijke kring zó weinigen het petitionnement getekend hebben dan valt daaruit zeker de conclusie te trekken dat binnen de kerken in het algemeen (nog) meer het besef van de eigen roeping en verantwoordelijkheid van de overheid leeft dan daarbuiten. En dat regeerbaarheid van land en volk ook alles te maken heeft met recht en orde, met dat 'met orde toegaan'. Het volk valt niet te regeren door een kleine vier miljoen handtekeningen op te trommelen voor een louter 'nee'. De regering kon óók alleen maar nee of alleen maar ja zeggen. Een tussenweg was er niet. Juist daarom was de beslissing ook zo moeilijk. Maar daarom hadden we binnen ons bestel de beslissing ook bij het kabinet te laten. We naderen nu gevaarlijk dicht dew grenzen van burgerlijke ongehoorzaamheid.
De waarde, die overigens aan de nu genomen beslissing moet worden toegekend, is niet die van het wapenevenwicht maar van het weer voluit participerren in NAVO-verband. Gegeven de mondiale vragen, waarvoor we ook in het vraagstuk van oorlog en vrede vandaag staan, gaat het niet aan dat ieder land op z'n eentje eigen-wijs is. Dat breekt de kracht en maakt de risico's voor de vrede groter.
De profetische roeping van de kerk ten aanzien van de vrede in de wereld is er intussen niet minder dringend om geworden. Die blijft nodig. Opdat we niet op rietstokken gaan leunen, die de hand doorboren.
Het is echter zeer wel mogelijk dat mensen om des gewetenswil een kerkelijk rapport aanvaarden en eveneens om des gewetenswil neen moesten zeggen tegen het volkspetitionnement. Opdat het alles in ons land met goede orde toega.
Wonden zullen er overigens in de toekomst in toenemende mate zijn. In de complexiteit van onze maatschappij zullen minderheden telkens gewond worden. Het is echter niet van beslissende betekenis of mensen gewond worden maar of het regeerbeleid nog iets heeft van de afglans van de bijbelse gerechtigheid. Het gaat ook in de politiek om de eer van Gods Naam. Maar daarbij hoort ook respect voor de overheid, die over ons gesteld is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's