Hoe geef ik: 'Gezond gedrag'?
Introductie
Per 1 augustus 1985 is 'bevordering van gezond gedrag' een vak in de basisschool geworden. Dit nieuwe vak kunnen we aanduiden met termen als 'gezondheidseducatie' en 'gezondheidsvoorlichting en - opvoeding'.
Elke dag wordt in opvoedings-en onderwijssituaties aandacht besteed aan de gezondheid. Vanaf 1 augustus 1985 moet er in de basisschool bewuster, doelgerichter en systematischer aan de bevordering van gezond gedrag gewerkt worden.
In de wet staat weinig over dit vakgebied. Bevordering van gezond gedrag kan omvatten het bijbrengen van kennis en vaardigheden die nodig zijn zowel voor het behoud van lichamelijk en geestelijk/psychisch welzijn (persoonlijke hygiëne, milieu-bewustheid, sexuele vorming) als voor het vermijden van riskant gedrag (roken, drinken, druggebruik).
Bovenstaande biedt nog een ruime mogelijkheid tot nadere interpretatie door de individuele school. De Wet op het Basisonderwijs schrijft wel voor dat het onderwijs 'waar mogelijk in samenhang' moet worden gegeven.
We moeten kinderen de samenhang duidelijk maken van allerlei ontwikkelingen, waarmee het zowel binnen als buiten de school geconfronteerd wordt (artikel 10).
Het opvoeden is in de eerste plaats een taak van de ouders. Het kind brengt een groot deel van zijn leven op school door (reeds vanaf het vierde levensjaar), daarom nemen leerkrachten een groot deel van de opvoeding over. Bij gezondheidsvoorlichting en -opvoeding gaat het om het zich gezond en veilig gedragen.
Binnen het christelijk onderwijs moeten Gods geboden uitgangspunt zijn. De kinderen moeten leren dat hun gedrag in allerlei situaties niet vrijblijvend is, maar genormeerd moet worden aan Zijn geboden. Mensen zijn vanuit zichzelf niet bereid en in staat God en de naaste lief te hebben; dit moet geleerd worden. Op deze manier worden kinderen toegerust om in Gods dienst te staan en staande te blijven.
Belangrijk hierbij is dat de kinderen niet alleen kennis opdoen, maar dat ze er zelf mee bezig zijn. Het nieuwe vak heeft raakpunten met diverse andere onderwijs-leergebieden, zoals Bijbelonderwijs, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en verkeersonderwijs. De lessen moeten ook een bijdrage leveren aan de persoonlijkheidsvorming, aan de sociale vorming, het openstaan voor anderen in de groep. Tevens zal deze vorming doorwerken buiten de school, zoals in de gezinnen en in de kerkelijke gemeenten.
Waardenoverdracht
Het overdragen van, het confronteren met waarden krijgt bij het 'vakgebied' gezond gedrag een grote plaats. De levensovertuiging van de leerkracht geeft kleur aan de inhoudelijke vormgeving van dit 'vakgebied'.
Er dreigen nu twee gevaren:
1. Er zijn leerkrachten die stellen dat onze samenleving zo pluriform is, dat een inkleuring vanuit een levensovertuiging niet mogelijk is. Je komt dan altijd in moeilijkheden met collega's, ouders, bestuursleden. Ze proberen zo neutraal mogelijk met dit 'vakgebied' bezig te zijn.
2. Er zullen ook leerkrachten zijn die de gehele inhoud van dit 'vakgebied' levensbeschouwelijk kleuren. Het geheel wordt dan ook erg kunstmatig: ook daar waar het niet noodzakelijk is, moet de levensbeschouwing erbij gehaald worden. Ze vergeten dat verschillende aspecten die bij genoemd vormingsgebied aan de orde komen berusten op afspraken die we in de loop van de geschiedenis der mensheid hebben gemaakt, zoals bijv. het omgaan met elkaar. Bij het inhoudelijk kleuren van dit vakgebied kan uitgegaan worden van een schema waarin de persoon, het kind geplaatst is temidden van zijn/haar omgeving.
Dit schema hebben we in grote lijnen overgenomen uit 'Psychologie, een christelijke kijk op het mentale leven' door dr. W. J. Ouweneel.
Ter verduidelijking hebben we dit schema aangevuld met bijbelse levensvisie, mens- en kindbeeld, visie op school, maatschappij en cultuur.
Deze bijbelse levensvisie en mens-en wereldbeeld zijn bepalend voor de interactie van het kind met de samenleving. Hier dient het kind zich gezond te gedragen, d.w.z. van hieruit wordt het begrip 'gezond gedrag' nader genormeerd. De Bijbel is in onze visie het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God.
We wezen er reeds op dat een Bijbelse levensvisie noodzakelijk is voor 'gezond gedrag'.
Voor het overdragen van, het confronteren met waarden is de houding van de leerkracht en het schoolteam erg belangrijk.
Prof. Leune noemt (in Pedagogisch Tijdschrift, maart 1985, pag 118 e.v.) een aantal kenmerken die van belang zijn bij het overdragen van waarden. We nemen deze kenmerken enigszins aangepast over:
- Het waardenstelsel moet duidelijk zijn en erkend als inspiratiebron. Dit pleit ervoor de belangrijke waarden in de doelstellingen te concretiseren.
- De leermeesters moeten geloofwaardig zijn, evenals hun omgeving.
- Het overdragen van waarden dient niet geïsoleerd plaats te vinden, maar dient betrekking te hebben op het gehele schoolgebeuren.
- De overdracht van waarden kan niet zonder een cognitieve basis.
- Illustreer aan de hand van alledaagse levenssituaties wat de waarde(n) betekent(en) voor het omgaan met elkaar.
Uitgangspunten
Men dient zich af te vragen of alle in de cirkel genoemde facetten voldoende tot hun recht komen: levensstijl, samenleving, natuur, klimaat en landschap, bipolaire relaties en groepen, fysische cultuurprodukten.
We stellen voor bij bevordering van gezond gedrag een aantal thema's te behandelen, waarvan we er 18 noemen.
Deze thema's zullen elke twee jaar aan bod komen als subthema, waaraan 4 lessen besteed zullen worden. In totaal zijn er dus 72 subthema's gepland, die goed zijn voor 288 lesaktiviteiten in de basisschool van groep 1 t/m groep 8.
De 18 hoofdthema's zijn:
1. God maakte mij...; 2. ...en de wereld; 3. Veiligheid; 4. Na schooltijd; 5. Vrede; 6. Houd je aan de regels; 7. Ziek zijn; 8. Gezond leven; 9. Zintuigen; 10. Groei en ontwikkeling; 11. Voeding — gezonde voeding; 12. Genieten; 13. Anders zijn; 14. Omgaan met gevoelens; 15. Relaties 1; 16. Relaties 2; 17. Hoe gedraag ik me ...; 18. Omgaan met...
Deze leergang wastaog niet gereed op 1 augustus 1985. Wel kan men dan de reeds aanwezige materialen op school gebruiken. Een complete leergang hopen we u te zijner tijd te kunnen aanbieden, die geschikt is voor het christelijk onderwijs.
Wanneer u wilt reageren op dit artikel verzoeken we u rechtstreeks contact op te nemen met één van de beide auteurs:
M. C. Guyt, onderwijskundige, Molecaten 32, 3772 LM Barneveld. A. A. Korevaar, direkteur basisonderwijs,
Hackfortlaan 10, 3771 XD Barneveld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's