Pinchas Lapide en het Nieuwe Testament (2)
Rabbijnen over Jezus
In het vorige artikel refereerden we iets uit de eerste twee hoofdstukken van Lapide's boekje over Jezus in het hedendaagse Jodendom, nl. literatuur en onderwijs. Ruim de helft van deze studie is gewijd aan een overzicht over de rabbijnse visies in de loop der eeuwen over Jezus. Lapide wijst er op, dat in de talmoedische geschriften - de neerslag van de discussies van rabbbijnen over eeuwen - op een totaal van 15.000 bladzijden slechts op 15 pagina's over Jezus en zijn volgelingen gesproken wordt. Lapide wijt dit aan de Jodenvijandige houding van de kerk 'die de naam van Jezus tot werktuig van een onchristelijk anti-jodendom heeft gemaakt'. Op allerlei wijze, maar o.a. door te zwijgen, probeerden rabbijnen beschuldigingen van kerkleiders, dat Jezus in de Talmoed gelasterd werd, te weerleggen. Censuur en verbranding hebben de weerklank van Jezus bij de rabbijnen weggewerkt, zo lezen we op blz. 69.
De auteur geeft een boeiend en leerzaam overzicht over allerlei discussies in de middeleeuwen, de reformatietijd en daarna tussen christenen en rabbijnen over het christelijk geloof. Met de komst van humanisme en reformatie vond t.o.v. de Middeleeuwen een zekere liberalisering praats in de christelijk-joodse betrekkingen, vooral omdat het zwaartepunt van de discussies verlegd werd naar binnen-kerkelijk terrein. Boeiend is ook de confrontatie van de 19e eeuw en zijn modernisme enerzijds en het liberale Jodendom anderzijds. 'Het joodse onderzoek naar Jezus is een kind van de joodse Jezuspolemiek en het protestantse bijbelonderzoek van de negentiende eeuw' (blz. 116). Lapide onderscheidt drie stadia: 'Jezus was een jood; Hij was oerjoods; Hij was uitsluitend joods'. Terwijl in de vorige eeuw deze pogingen om Jezus te 'verjoodsen' bij vele christelijke theologen op verzet stuitte, begint er pas, zegt Lapide, in onze tijd een echte samenwerking te komen in het wetenschappelijk onderzoek. Bijzonder aansprekend zijn de bladzijden over de grote joodse denker Leo Baeck, gevangene van de nazi's, een man die na 1945 zijn invloed aanwendde om de Duitse bewakers tegen wraakoefeningen te beschermen.
Wat betreft onze tijd spreekt Lapide van een theologische wapenstilstand ten aanzien van de oude tegenstelling tussen de 'Jezus van de Joden' en de 'Christus van de christenen' die evenzeer verwijderd is van de middeleeuwse polemiek als van een echte geloofsoecumene (blz. 136). Talloze rabbijnen in Israël zijn volgens de auteur in het huidige Israël bereid aan gesprekken met christenen deel te nemen, maar zij schrijven niet over Hem. De gevolgen van de Holocaust, de ervaringen van de Tweede Wereldoorlog zijn nog steeds speurbaar. Tot zover deze enkele opmerkingen over dit historisch zeer leerzame en helder geschreven boekje, dat christenen toch niet zonder schaamte kunnen lezen, gelet op de geschiedenis.
Lapide over de Bergrede
Hoezeer Lapide zelf doordrongen is van het Jood-zijn van Jezus laat zijn studie over de Bergrede zien. Ook hier laten we allereerst de schrijver aan het woord. Na een overzicht over een achttal, volgens Lapide verkeerde interpretaties geeft de schrijver al op blz. 10-11 zijn visie op Jezus' prediking die volgens hem gekenmerkt wordt door twee basiskenmerken: a. Jezus nam God volkomen ernstig, zodat Hij bezield werd door ontevredenheid ten aanzien van halfheden en compromissen; b. Jezus was realist: Hij bedreef volgens Lapide theo-politiek, op 'een pragmatisch-uitvoerbare wijze, zodat er van goedwillende mensen als mede-arbeiders Gods niet teveel gevergd werd'. Dit realisme is het realisme van de hoop in het besef dat ons werk onvolkomen is en toch gedragen door de inzet de beloofde toekomst te veroveren. Jezus is voor hem de Jood, 'die aanstoot geeft tot een christen-zijn dat in wezen neerkomt op een gelovig-jood-zijn'. We moeten daarbij zegt hij op blz. 13, bedenken, dat Jezus' boodschap Hebreeuws van aard is en dat we het Grieks van Mattheüs moeten terugvertalen om door het vertaalgrieks heen te boren. 'Alles wat in de Bergrede staat is terug te vinden in de Talmoed', heeft Julius Wellhausen eens gezegd. Lapide gaat ook in dat spoor, maar hij blijft toch spreken van de Bergrede van Jezus. 'Want het feit dat de mortel, het cement en alle bouwstenen uit joodse steengroeven afkomstig zijn, maakt het formaat van de architect, die uit deze grondstoffen het gebouw van zijn eigen leer heeft ontworpen en opgebouwd, er beslist niet geringer om' (blz. 14).
Lapide spreekt liever niet van een Bergrede, als wel van een Bergleer. De berg verwijst immers naar de Sinai. 'De bergleer is niets anders dan de Thora-intrepretatie van Jezus van Nazareth, die uitgaat van deze tweeledige liefde (nl. de liefde tot God en de naaste, A. N.) en de concretisering daarvan ten doel heeft, om zo te bewerken dat het Godsrijk op aarde zich baanbreekt' (blz. 20).
Van hieruit behandelt Lapide dan de zaligsprekingen, de woorden die beginnen met: 'En Ik zeg u', waarbij Lapide niet weten wil van de idee van een antithese of tegenstelling tot de joodse wetsinterpretatie. Naar rabbijnse gewoonte moeten we denken aan de methode van de rabbijnen, waarbij men via de dialoog en de discussie zoekt te komen tot die interpretatie die Gode het welgevalligst is.
Het laatste hoofdstuk heeft als titel 'Utopie of program'. Lapide wijst er op dat in Matth. 7 enkele malen sprake is van het doen van de wil van de Vader en van het horen en doen van Jezus' woorden. De bergrede is geen utopie, waar men als nuchter en realistisch denkend mens aan voorbij kan gaan, maar ontvouwt het program van de kleine stappen in Gods politiek om te komen tot een leefbare wereld. De Bergrede heeft door en door politieke implicaties en is revolutionair in zijn spreken over een radicale verandering van de machtsverhoudingen, zegt de schrijver op blz. 134. Jezus' Bergleer vormt een antwoord op de bijbelse uitdaging de top van het Thora-ideaal te bestijgen: het einde van toorn en twist, en gemeenschap beheerst door de liefde. Ieder mens heeft het, zegt Lapide, in zich een stukje van het hemelrijk aan de ander te geven.
Aan het slot van zijn boekje lezen we dat ook Jezus zich vergist heeft in zijn verwachting dat het keerpunt, nl. het openbaar worden van Gods heerschappij, nabij was. Niet alleen heeft Jezus geleerd, maar hij heeft zijn program ook voorgeleefd en voor-geleden, zegt de auteur. Juist het lijden, de executie door de Romeinen, ontneemt aan dit program alle vrijblijvendheid.
In de krisistijd die wij beleven met zijn immense dreigingen ontvouwt de Bergleer met zijn gulden regel een aktueel program dat ons stelt voor het dilemma: overleven of omkomen, een wereld of geen wereld.
De liefde tot de vijand
Het derde, ter bespreking toegezonden geschrift voegt weinig nieuws toe voor wie het tweede gelezen heeft. Lapide onderzoekt in dit beknopte geschrift Jezus' boodschap inzake de liefde tot de vijand. Het 'haat uw vijand' in Mat. 5 : 43 kan volgens Lapide onmogelijk een echt woord van Jezus zijn. Ook in dit boekje gaat de auteur als volgt te werk, dat hij via terugvertaling in het Hebreeuws tot een oorspronkelijke versie van de Bergrede zoekt te komen, waarbij wat Jezus gezegd heeft, gescheiden wordt van de Griekse opvattingen van de latere evangelist.
Kern van hetgeen Lapide betoogt is, dat het in Jezus' woorden over de liefde tot de vijand gaat om een vredesprogramma van een realistische idealist, een program dat via pragmatische en realistische methoden, die ieder nuchter denkend mens als medewerker van God kan hanteren, verwezenlijkt moet worden. Het vredestichten waartoe Jezus oproept is geen volstrekt pacifisme volgens de auteur. Geweldloos verzet kan effect sorteren, tegen een demonisch systeem als het nazidom b.v. is het machteloos gebleken. Het 'niet weerstaan van de boze' in Mat:5 : 38v wordt door hem weergegeven met: wedijver niet in het doen van onrecht (Ps. 37 : 8). Ook hier zouden we met een Griekse vertaalfout te maken hebben. Zowel onbeperkte weerloosheid als het nastreven van geweld leidt tot massavernietiging. In een nog niet verloste wereld is een bepaalde hoeveelheid geweld niet uit te sluiten. Maar de Bergleer bevat een program om via de politiek van de kleine stappen te komen tot vrede. Het vredesprogramma van de Bergleer is een visioen dat we niet mogen prijsgeven, zegt Lapide aan het slot, maar waarbij we toch hoop en realiteit niet mogen verwisselen.
Een joodse visie op de Evangeliën
Een enkel woord over de vierde, ons ter bespreking toegezonden publicatie. Zoals de ondertitel aangeeft bevat dit boekje een aantal opstellen over nieuwtestamentische onderwerpen, met name de Evangeliën.
Het boekje zet in met een brede bespreking van het 'Onze Vader', volgens Lapide een joods èn een christelijk gebed. Vervolgens gaat de auteur in op de pericoop over het wandelen van Jezus op het meer van Galilea (Mare. 6 : 45vv), waarbij Lapide de stelling verdedigt dat het in feite zou gaan om een tocht voor Jezus langs de oever van het meer om zich in veiligheid te brengen voor de spionnen van Herodes. Voorts geeft hij een uitvoerig exposé over het vierde kruiswoord en laat hij zien de centrale plaats van Psalm 22 in de lijdensgeschiedenis, terwijl het slothoofdstuk de vragen bespreekt rondom de uitleg van Jesaja 53 in het Jodendom. Op enkele facetten hoop ik nog terug te komen.
Wat is nu het kenmerkende van Lapide's verhandelingen? Wat beoogt de auteur? Die vragen zullen ons in een derde artikel bezig houden, terwijl we in twee afsluitende artikelen ingaan op de vraag of Lapide ons echt helpt in het verstaan van de Schriften en of zijn boeken inderdaad een bijdrage leveren aan de dialoog tussen jodendom en christendom.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's