Boekbespreking
C. van Leeuwen, Amos, 420 blz., geb. ƒ 99, 50 (bij int. ƒ 89, 50), uitg. G. F. Callenbach, Nijkerk, 1985.
Het is een respectabel werk - van inhoud en van omvang - dat in dit deel van De Prediking van het Oude Testament ons wordt aangeboden.
De auteur gaat uitvoerig in op oudere vertalingen en uiteenzettingen. In de vele uitweidingen - in kleine letter - wordt de betekenis van de Hebreeuwse woorden en vormen nauwgezet overwogen met nadere discussie over mogelijke andere vertalingen en wat daarmede samenhangt.
In een veelomvattend Ter Inleiding bespreekt de auteur goed gedocumenteerd de inleidingsvragen o.a. over de tijd van de profetie: de juiste datering is moeilijk te geven. De aardbeving, h. 1 : 1 wordt in het algemeen gedateerd in plm. 760 v. C.
De schrijver wijst de gedachte van latere uitbreiding van de tekst met niet-authentiek materiaal geheel af - een stelling om dankbaar te vermelden. Als - belangrijk - voorbeeld diene h. 9 : 11v. Er is een tijd geweest, dat dit stuk geheel aan Amos werd ontzegd. Vele theologen hielden vast aan de gedachte, dat Amos onheilsprofeet was en 'dus' kon men de heilsprofetieën niet als authentiek erkennen. Groot was in dit opzicht de invloed van Wellhausen (eind vorige eeuw met zijn oordeel: 'Nadat Amos al zijn vroegere dreigingen had overtroffen kon hij niet daarvan plotseling de spits afbreken: hij kon niet uit de beker van de toorn Gods ten slotte melk en honing laten vloeien; rozen en lavendel in plaats van bloed en ijzer'. Met een aantal dwingende argumenten onderstreept de schrijver de authenticiteit: de heilstijd breekt aan door de oordelen heen. Het wonder van Gods genade wordt getekend in het wenden van het lot (wenden van de gevangenis). Ook wordt gewezen op het slot van Hozea, eveneens een heilsaankondiging. Het boek Amos wordt verdeeld in een drietal hoofddelen, de eerste twee bevatten - globaal genomen - profetie, het derde de vizioenen.
De profetie vangt aan met een gerichtsaankondiging over de volken rondom Aram, Filistea e.a. Ook Juda wordt erbij betrokken, h. 2 : 2v. De schuld van Israël wordt luide aan de kaak gesteld. De prediking van Amos is recht op de man af. De profeet neemt geen blad voor de mond. Indrukwekkend is het getuigenis tegen de decadentie en de luxe van de leiders van het volk. De voorspoed heeft de mensen zorgeloos gemaakt, zelfverzekerd en hoogmoedig. Er was veel godsdienstig vertoon, maar men boog niet voor de majesteit Gods. Het hart van het volk is verre van God en de eredienst is waardeloos gedoe. De schijn van heiligheid wordt door de profeet gehekeld. De afgoderij bloeit: de afgoden worden getypeerd als nietigheden, leugens, ijdelheden.
Het oordeel is onontkoombaar, de profetie is één dodenklacht: wee jullie. En daarin is Amos profeet voor geheel Israël, h. 3 : 1. De afgoderij zal bezocht worden met een deportatie verder dan Damascus (dit doet denken aan Assur; Hand. 7 : 43 spreekt van verder dan Babylon). De stad Samaria met alles wat er in is zal uitgeleverd worden aan de vijand, ondanks de waan van veiligheid waarin men leefde. Misschien denkt de profeet aan een samengestelde reeks van oordelen: pest, zwaard en honger (h. 6 : 8v, Jer. 21 : 7). In vele beelden wordt de verschrikking van het onheil beschreven. De verschrikking ten top wordt getekend als h. 8 : 11 spreekt van een tijd, dat de lijken niet meer begraven zouden worden. Een regen van vuur zal neerdalen op Israël, h. 9 : 4 (beeld van de allesverzengende hitte van de zon?). Meer dan eens is sprake van de Dag des Heeren, een dag van duisternis en rouw, van wanhoop en godverlatenheid, van ondergang. Het onverwachte van het oordeel soms getekend als het snelle opflitsen , van een bliksemschicht, h. 5 : 9. 'Ik zal het (volk) niet meer (sparend) voorbijgaan', h. 7 : 8, 8 : 2. Er is geen ontvlieden, h. 4 : 12; wat een tegenstelling met h. 3 : 2v. Het beslissende gericht over tempel en volk zal zich voltrekken door aardbeving en oorlogsgeweld, h. 9 : 1. Hier gaat een samenleving, die God veracht en Zijn geboden vertrapt zijn ondergang tegemoet. Israël is geworden als de Moren, h. 9 : 7. En toch is er nog licht. Trouwens, het sturen van een alarmbode op zich spreekt van een God, die geen lust heeft in de dood van de zondaar. Het is toch aangrijpend, als de profeet zegt: zoekt den Heere en leeft, h. 5 : 4v, of elders: zoekt het goede. Er is toch nog een rest, zoals in Jes. 46. Maar de belofte van leven maakt de dreiging van het oordeel niet krachteloos. Zonder God is niets te verwachten dan de dood. Ondanks alles wordt gesproken van Mijn volk, 7 : 15 e.a. Lees niet heen over het woord 'misschien', h. 5 : 15, geen uitdrukking van twijfel bij de profeet, hier wordt de ernst van de situatie onderstreept, een nood waaruit alleen Gods souvereine genade redden kan. Het accent ligt op het vrijmacht Gods: Ik zal planten..., h. 9 : 15.
De verkondiging van het Woord maakt de profeet tot een eenzaam mens in het midden van het volk. Deze prediking wordt als staatsgevaarlijk beschouwd. Maar voor Amos gaat Gods gezag voorop. Hij kón niet zwijgen. Menselijke belangen vallen weg, h. 7 : 15: het rijk van Christus is altijd onder het kruis verborgen (Luther). Ook tegenover Amazia zwijgt de profeet niet, integendeel het is een verschrikkelijk oordeel dat aan de priester wordt aangezegd. Nu wordt aan de profeet het zwijgen opgelegd, maar de dagen zullen komen, dat men hunkert naar een profeet die een raad kan geven, h. 8 : 11v, maar tevergeefs. Een tegenstelling met Amos' uitwijzing!
Wie dit werk, dat op vele details ingaat serieus bestudeert zal meer dan eens onvermoede diepten .in Amos' prediking ontdekken. Soms ook wel zal hij een andere vertaling uit de vele die soms mogelijk zijn kiezen.
Het is een prachtig uitgevoerde uitgave.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's