De evangelische beweging in Nederland
In ons eigen land is de evangelische beweging eigenlijk pas na de tweede wereldoorlog goed op gang gekomen. Wel is er in de 19e eeuw ook al een poging gedaan om hier een Evangelische Alliantie op te richten, in navolging van die in Engeland, maar dat is uiteindelijk op een fiasco uitgelopen.
Sinds 1851 organiseerde de Britse Evangelische Alliantie (opgericht in 1846) internationale conferenties. De vijfde werd in ons land gehouden. Onder de mensen die er bij betrokken waren vinden we prof. Van Oosterzee (die de bidstond aan de vooravond van de conferentie leidde) en Groen van Prinsterer (die een van de sprekers op de conferentie zelf was).
Er was in het algemeen wel belangstelling voor dit soort werk in ons land. Men voelde een sterke behoefte om zich te verenigen tegen het heersende modernisme. Maar het probleem waar men al gauw op stootte was dat de basis van de Evangelische Alliantie, die op zichzelf zeer duidelijk was, toch niet voldoende bleek te zijn. Ook mensen die een niet-reformatorische visie op de Schrift hadden wilden meedoen. Toen was voor velen de 'aardigheid' er af en is de zaak vrij gauw doodgebloed. Ook latere pogingen zijn telkens weer op een mislukking uitgelopen.
Geen behoefte?
Misschien kan men wel zeggen dat er in ons land eigenlijk geen behoefte aan een organisatie als de Evangelische Alliantie was. Ik denk dat dat samenhing met het feit dat er verschillende confessionele gereformeerde kerken waren, waarin het evangelie duidelijk verkondigd werd, en in die tijd was er nauwelijks nog een spoor van oecumenisch denken. In de Ned. Herv. Kerk, waar de geestelijke eenheid al ver zoek was, had men later eigen organisaties (zoals de Geref. Bond en de Confessionele Veren.) en ook hier was er weinig behoefte om contacten buiten eigen organisatie te leggen.
Bovendien was er in de verschillende kerken en groeperingen nogal een sterke verwantschap met de Nadere Reformatie, met haar nadruk op 'bevinding' en het werk van de Heilige Geest. Velen die in Engeland, de Verenigde Staten en Duitsland 'evangicals' of 'Evangelikalen' geweest zouden zijn, vonden in deze kerken of groeperingen hun geestelijk tehuis. Wel waren er naast de kerken enkele bewegingen, zoals de Maranathabeweging rondom Johannes de Heer, en ook enkele kleine geloofszendingen, maar deze funktioneerden meer als een soort 'toegift'. Over het algemeen konden de orthodoxe gelovigen in hun eigen kerk het bijbels evangelie horen.
Na de oorlog
Na de oorlog kwam er echter iets op gang. Men kan daar verschillende oorzaken voor aanwijzen. 1. Er was de toenemende secularisatie en de ermee gepaard gaande ontkerkelijking. 2. Er was de toenemende verwereldlijking en/of wereldgelijkvormigheid in de kerken zelf, een proces waarin ook allerlei nieuwe theologische inzichten een rol speelden. Er was soms meer belangstelling voor de horizontale dan voor de vertikale dimensie van het evangelie. Er werd vaak weinig meer gesproken over de noodzaak van bekering en wedergeboorte en persoonlijk geloof. 3. Vandaar dat er een toename van zgn. vrije groepen plaats vond. Men zocht een nieuwe, op de bijbel geënte spiritualiteit. Velen werden aangetrokken door de Pinksterbeweging, en nog weer later door de charismatische beweging. 4. Het binnenkomen van allerlei Amerikaanse bewegingen, met name op het terrein van jeugdwerk en van evangelisatie. De namen die ze dragen verraden vaak al hun Angelsaksische achtergrond: Youth for Christ, de Navigators, Youth with a Mission, Teen Challenge, enz.
Om te veel verbrokkeling en ongezonde concurrentie te voorkomen zijn er twee overkoepelende organisaties gesticht. Eerst werd in 1973 de Evangelische Zendingsalliantie opgericht, waarin de verschillende geloofszendingen contact met elkaar onderhouden. In 1979 werd de Evangelische Alliantie zelf opgericht, met de bedoeling om de verschillende evangelische organisaties en aktiviteiten te bundelen.
Zo werd het woord 'evangelisch' in de naoorlogse tijd een algemeen bekende en aanvaarde term in ons land. Ook andere gemeenschappelijke aktiviteiten, op gang gebracht door mensen uit verschillende kerken en groeperingen, sierden zich met de gemeenschappelijke naam 'evangelisch'. Men kan hier denken aan organisaties als de Evangelische Omroep en de Evangelische Hogeschool.
'Vleugels'
Wie horen er nu allemaal bij? Of nog breder gesteld: wie kan men er allemaal bij rekenen? Net als in alle andere landen is ook in ons land de evangelische beweging nogal onoverzichtelijk en gecompliceerd. Misschien krijgen we er het beste kijk op, als we verschillende vleugels onderscheiden.
In de eerste plaats zijn er de meer typisch 'evangelische' groepen, die duidelijk de drievoudige 'gelaagdheid' waar we het eerder over gehad hebben (de 16e eeuwse Reformatie; de Nadere Reformatie/het Piëtisme uit de 17e en 18e eeuw; de opwekkingsbewegingen uit de 18e en 19e eeuw) vertonen. Vaak ligt de nadruk dan op de derde laag: die van de opwekkingsbewegingen.
Men kan hier bijv. denken aan organisaties als de Maasbach Wereldzending en In de Ruimte van Herman ter Welle in Soest. In beide gevallen heeft de beweging trekken van een kerkelijke organisatie aangenomen. Maasbach heeft nu een twaalftal 'gemeenten' op verschillende plaatsen in het land. In In de Ruimte worden ook elke zondag twee kerkdiensten gehouden.
Daarnaast zijn er de al eerder genoemde jeugdbewegingen, zoals Youth for Christ, de Stichting Teen Challenge Nederland, Youth with a Mission (Jeugd met een Opdracht), de Navigators, enz. Verder zijn er de verschillende evangelisatiebewegingen (zoals het Instituut voor Evangelisatie) en de verschillende bijbelscholen en bijbelinstituten (zoals de Nederlandse Bijbelschool, het In de Ruimte Vormingscentrum, de Evangelische Bijbelschool, de Trainingschool van Youth for Christ, enz.).
In de tweede plaats moeten we ook in ons land de verschillende Pinkstergroepen bij de evangelische beweging rekenen. Die zijn met name in de lift gekomen door buitenlandse evangelisten die in de jaren 50 ons land bezochten. Ik denk hier dan vooral aan de campagne van T. L. Osborne in 1958. Hij trok geweldig veel mensen. Op sommige bijeenkomsten in Den Haag waren er meer dan 100.000 bezoekers. Vooral dank zij zijn werk kregen mensen als Maasbach (die als tolk van Osborne optrad) en Hoekendijk nieuwe mogelijkheden.
Ook de al bestaande Pinkstergroepen kregen nieuwe stuwkracht. Bij de eerste volkstelling van na de oorlog (1947) waren er nog maar 548 mensen die zich opgaven als behorend tot de Pinksterbeweging. In 1960 waren er 7.590, in 1971 17.480 en in 1981 34.190.
Intussen was ook binnen de officiële kerken de zgn. charismatische beweging op gang gekomen. In 1957 ontstond de charismatische organisatie 'Vuur' (waaraan met name de naam van de herv. predikant W. W. Verhoeff verbonden is), in 1972 gevolgd door de Charismatische Werkgemeenschap Nederland.
Nog een derde vleugel?
Ik stel dit opzettelijk in de vorm van een vraag. Er zijn in ons land nogal wat kerken die zich duidelijk aan de confessies van de Reformatie binden en een duidelijke reformatorisch getinte prediking laten horen. Men kan hier denken aan de Chr. Geref. Kerken, aan de Vrijgemaakt Geref. Kerken en aan de Nederlandse Geref. Kerken. Horen die ook bij de evangelische beweging? In het buitenland zouden ze er waarschijnlijk bij gerekend worden. Mag men dat in ons land ook doen?
Ik heb hier bepaalde aarzelingen. In de eerste plaats is het de vraag of ze er zelf bij gerekend willen worden. Ik denk van niet.
Dat geldt in ieder geval van de Vrijgemaakte Kerken, die zich tot dusver zeer kritisch opstellen ten aanzien van de evangelische beweging. In de tweede plaats mogen we niet uit het oog verliezen dat als regel kenmerkend voor de evangelische beweging is dat ze de drievoudig gelaagde traditie heeft: Reformatie - Piëtisme/Nadere Reformatie - opwekkingsbeweging. Wat de juist genoemde kerken betreft ontbreekt in ieder geval de derde 'laag'. Bij de Vrijgemaakte kerken is er over het geheel ook weinig waardering voor de Nadere Reformatie en voor de gedachte van 'bevinding'.
Dat ligt anders bij bijv. de Chr. Geref. Kerken. Daar is in het algemeen nog een grote belangstelling voor het werk van de Heilige Geest in wedergeboorte en bekering. Men heeft er vaak ook veel waardering voor het element van de 'bevinding' in prediking en geloofsleven. Hier ligt m.i. dan ook een duidelijke relatie met de evangelische beweging als geheel. Hetzelfde geldt ook van de Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk. Ik heb dan ook de indruk dat men hier inderdaad mag spreken van mensen die in wezen behoren tot de derde vleugel van de evangelische beweging in de ruimste zin van het woord.
Natuurlijk zijn ze in allerlei opzichten anders dan de vele evangelische groepen die eerder genoemd zijn. Ze zijn veel kerkelijker in hun hele benadering. Ze hechten ook veel meer waarde aan de reformatorische confessies dan de doorsnee 'evangelical' zal doen. Maar hun grote belangstelling voor het werk van de Heilige Geest en hun nadruk op de noodzaak van wedergeboorte en een persoonlijke relatie met Christus als de Heiland verbindt hen toch wel heel sterk met de evangelische beweging als geheel.
Ik denk verder dat het heilzaam zou zijn voor deze kerken zelf en ook voor de evangelische beweging in ons land, als deze kerken en kerkelijke organisaties zich meer inzetten voor de verdere ontwikkeling van de evangelische beweging. Want ik blijf er van overtuigd dat deze beweging, met name wereldwijd gezien, grote mogelijkheden voor de toekomst biedt. Het zou zelfs wel eens DE beweging voor de toekomst kunnen zijn. Laten we maar eerlijk zijn: veel van onze kerken worden oud en vertonen allerlei ouderdomsverschijnselen. In de evangelische beweging zitten allerlei impulsen die tot vernieuwing kunnen leiden. Maar dan is het juist van groot belang dat reformatorische christenen zich er niet hooghartig van afkeren, maar zich mee inzetten voor het grote doel: dat hoe langer hoe meer mensen Jezus Christus vinden als de Heiland en Heer van de wereld en van hun eigen leven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's