De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Christennaam - naamchristen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christennaam - naamchristen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heidelbergse Catechismus vraagt op een zeker ogenblik: waarom wordt gij een christen genaamd? De bedoeling zit daarin vóóraan de gemeente duidelijk te maken, wat het eigenlijk betekent wanneer je christen bent. Gelukkig is het in ons taalgebruik nog steeds een positieve zaak wanneer wij van deze of gene horen: die man en die vrouw, het moge gebeuren wat wil, maar hij of zij is door alles heen een christen of een christin. Helaas weten wij ook, dat deze christennaam veel van zijn oorspronkelijke kleur en glans heeft verloren. De gewoonte heeft er aan geknaagd, de houtworm is er in gekomen. Zou het daarom niet goed wezen, wanneer wij het versletene eens opnieuw bestuderen? Precies als wanneer wij een kamer schoonmaken. Al de portretten en schilderijen gaan van de muur af. Weet u wat u dan verwonderd ontdekt? Wat is het behang toch verschoten, verkleurd en vervuild. Maar achter de schilderijen, daar ziet u nog een stukje behang zoals het vroeger is geweest. Het oorspronkelijk patroon is daar bewaard gebleven.

Waarom heten wij christenen? Omdat wij door het geloof leden van Christus zijn en daarom deel hebben aan Zijn zalving. Er is gemeenschap met Christus. De Heilige Geest is de band die ons met de Middelaar, verbindt. Zo rijk is die gemeenschap, dat het gelovig denken veel moeite moet doen om de grootheid daarvan uiteen te zetten. Let wel, niet als toeschouwers kunnen wij in Jezus de Christus zien, maar alleen als wij door Hem geroepen, ter verantwoording geroepen, voor een beslissing ons gesteld weten. Niet voor de onderzoeker, of voor de denker, of voor de geschiedkundige is Jezus Christus, maar enkel en alleen voor de gelovige.

Door een wonder van herschepping is er contact gekomen met de Middelaar. Wij leven niet meer van ons eigen middelpunt uit. Er is een organische verbinding van levende en vruchtbare werkelijkheid door het geloof in Christus. Christus legde de verbinding en de band aan. Maar wij beleven die band als ontvangenden. De hemel gaat voor ons open. De primaire daad is van God en de daaruit voortvloeiende en daar naar toegroeiende daad is van de mens. Wij zijn met de Heilige Geest gezalfd. Natuurlijk kunnen wij daarover zeer geleerd en zeer diepzinnig schrijven. Het zal op zijn tijd wel nodig zijn. Toch menen wij, dat het ook zijn nut en recht heeft eenvoudig te getuigen. Wat is zalving eigenlijk? Het is in de grond niet anders dan herstel tot beeld Gods. Denkt u het in: uw kind is verbrand door een scheut heet water. U hebt een snijwond. Wat doet u dan? Juist, zalf erop! Een tijd later is de verwonding geheeld. De huid is van ruw weer zacht geworden. Door gemeenschap met Christus krijgen wij onze waardigheid en hoedanigheid terug. Wij kunnen weer dienaar van God en heer der schepping zijn.

De gezalfde is de geheelde, de genezene. Buiten Christus is de mens gewond. Geschonden. Buiten Christus eindigt het menselijke in het onmenselijke, de ontwikkeling is mislukking. Wat komt er terecht van de mens zonder Christus? Hij wordt een dwingeland, een doordrijver, een autocraat, een tyran, een eigenzinnige. De oorzaak is de breuk met de Gezalfde. In Christus evenwel - met Hem verbonden, ontvangen wij het menselijke weer terug. Wij gaan weer belijden. Christus belijden is de Vader belijden. Wie Mij gezien heeft, zegt Jezus, heeft de Vader gezien. Christus vertegenwoordigt niet alleen om zo te zeggen de Vader. Hij openbaart ook de Vader in schepping en herschepping. Hij bekwaamt tot het kennen van des Vaders werk, waartoe Adam oorspronkelijk vervaardigd werd. De eerste mens beleed de naam van God door aan de schepselen namen te geven. Maar Christus rust ook toe met de kennis van het geheim der verlossing, of liever van de God der verlossing. De Zoon heeft de Vader verklaard. Wat Adam door Christus nu gaat doen is God én verklaren, én openbaren en te verkondigen. Wij gaan Gods naam op Gods werken leggen in de natuur en de genade. Daarin ligt het wezen van de christennaam in eerste instantie uitgedrukt! Hetzij de profeet in redevoering de boodschap Gods overbrengt, hetzij de geschiedenis en Godsopenbaring opschrijft of verslag doet van persoonlijke geloofsbevinding met name in de psalmen - het doel is altijd: de kennis, die het eeuwige leven wekt; de kennis van God en van Jezus Christus, die Hij gezonden heeft. Een vloed van gedachten roept die op. Want zulk een belijden, dat geschiedt in een veelheid van verbanden. Wij noemen de prediking in de vergadering der gelovigen, in de Avondmaalsviering, en niet weinig ook in het zingen. In de gemeenschap der gemeente ontvangen wij kracht om te belijden in het leven door woord en wandel. Ja, wij krijgen daar levensvernieuwing om te getuigen door het Woord tegen het boze en te roepen tot bekering. Onze profetische roeping is het de wereld tot God terug te roepen van de verste gebieden uit.

Maar vervolgens hebben wij een priesterlijk ambt. Mijzelf tot een levend dankoffer Hem offeren, zegt onze catechismus. Adam was priester door zijn leven te wijden aan de Vader, niet enkel zuiver in gehoorzaamheid aan de wet, maar veelmeer nog uit dankbaarheid voor de liefde Gods. In de herschepping brengt de priester het offer aan Christus. Let wel, hij geeft niet zijn leven tot offer, maar zichzelf tot offer. Dat is heel warm gezegd. Wij hebben hier niet het idee van het zoenoffer, maar de gedachte van het dankoffer. De zelfofferande van de christen is alleen mogelijk door het kruisoffer van Christus. Het is ook antwoord op dat offer. Wederliefde als antwoord op een geopenbaarde liefde. Wij hebben hier de levenstoewijding aan God. Het dienen van God, in gehoorzaamheid aan de wet der liefde, in dankbaarheid voor de daad der liefde. Daar gaat een veelkleurigheid van facetten open. Het dienen van elkaar, in de kerk door beoefening van de gemeenschap der heiligen. Het diakonale aspekt. Wij noemen voorts het algemeen ambt der gelovigen, maar ook de dienst in de samenleving. Zulk een dienst begint in de nauwe kring van het gezin. Zij zet zich voort in de gemeenschap van de samenleving van de woonplaats. Zij is ook mondiaal en regionaal. God heeft in diepe wijsheid de wereld zo geschapen dat één niet op zichzelf alleen kan bestaan. Ze hebben elkaar nodig. Ze komen tot bloei in elkanders dienst. Niet zo heel lang geleden zagen wij op een keer een organist aan het orgel zich oefenen. Geheel zijn persoon ging in het spel op. Daar zat geen robot. Daar zat geen mens, die met de virtuositeit van routine de melodieën produceert. Daar zat een rasmusicus. Wat een overgave, wat een beweging in zijn lichaam, op de cadans van de muziek. De muziek ontroerde hem. Het ontging ons niet. Je zag hier de volle overgave. Geen wonder, dat de gemeente later zijn bezieling levendig ondervond. Er is een verschil tussen de noten correct spelen of jezelf in het spel leggen. Het eerste is weergeven, het ander is beleven.

Tenslotte is het koningschap van de christen aan de orde. Twee werkwoorden duiden het aan: regeren en strijden. Eerst strijden. Wie deel ontvangt aan de zalving van Christus wordt daardoor actief lid van de organisatie tegen zonde en dood. Wat vroeger vriendschap was, wordt nu vijandschap. De vijandige macht laat ons niet met rust. Wij blijven in het geweer. Let wel, niet met het geweer. Het is een geestelijke strijd. Ons leerboek spreekt van een vrije en goede conscientie: De christenkoning kan niet vechten, wanneer zijn geweten niet zuiver is. Dan heeft hij teveel last van zichzelf. Door deze strijd moeten wij weten aan Gods kant te staan, te delen in Gods liefde en te leven voor Gods eer. Bovendien is ons nodig zuivere middelen te gebruiken, geen wereldse praktijken, geen wapenen des vleses. Het boek van deze strijd is Bunyans 'Heilige Oorlog'. Het is bovenal een strijd met een goed geweten gevoerd. Hier, in deze strijd, komt nu bij momenten de koninklijke glans openbaar. Iemand zei ons eens: geloof maakt iemand tot een ander mens. Seigneur worden wij. In deze zin dat een vorstelijke tint over ons komt. Op z'n minst geen huisbakkenheid of vaalheid. Zie het aan de vader van een huisgezin; aan de leider van een concern, magnaat genoemd. Aan de president of de vorst. Er is iets koninklijks aan echte koningskinderen. Dat is regeren.

En nu de omslag. Naamchristen. Uit ervaring weten wij wel dat daarmee huichelaars worden bedoeld. Mensen die onder een schone vlag een slechte lading denken te kunnen dekken. Schijnheiligen. Een ieder lezer weet wel uit zijn omgeving navrante voorbeelden te noemen. Ze hebben de kerk ongelooflijk veel schade gedaan. Toch menen wij dat het naamchristendom in wezen veel dieper reikt dan in die gebieden, waar wij het doorgaans zoeken. Wij toch zijn gewoon het te zoeken in het farizeeërdom. Maar let op - het schuilt vooreerst in het valse profetendom.

De profeet Micha voert ergens valse profeten ten tonele. Wie hun een weelderig en overdadig leven belooft, dat staat in het teken van wijn en drinkgelagen, kan zeker zijn van de aandacht en instemming der toonaangevende kringen van Juda. Zo daar iemand is, die met wind omgaat en valselijk liegt, zeggende: Ik zal u profeteren voor wijn en sterke drank: dat is een profeet dezes volks. Hem eren zij gaarne als een profeet, hoewel hij in werkelijkheid op die titel niet het minste recht heeft, omdat zijn woorden hol, ledig en leugenachtig zijn. Wij hebben hier de vervalsing van het profetisch ambt. Een brengen van een goddeloze boodschap met een schijn van een goddelijk zegel. Daaronder behoort alle nalopen van aardse idealen en toekomstdromen zonder enig eeuwigheidsperspectief. Valse profeten komen immer uit de aarde en uit de massa op. Hitler was zulk een profeet. Het nationaal-socialisme z'n boodschap. Het beloofde gouden bergen, maar het eindigde alles in bloed en vuur en rookdamp. Hoevelen intussen hebben deze profeet gevolgd! Een geheel volk is er achteraan gehobbeld, tot en met de élite van het volk toe. Er ontstond een opvoeding en een leer, die bedoelde velen volgelingen van deze valse profeet te maken. Wat is het toch noodzakelijk de kritische toon op te brengen en te bewaren om deze leer te doorgronden en te ontleden - hoe zeer ze ook de gehele publieke opinie vóór heeft. U weet nu ook hoe in de tijdgeest, de mode en het algemeen gebruik deze profetie kan heersen.

Vervalsing van de ware boodschap is dus het kenmerk van het valse profetie: Verleiding brengt het valse priesterschap met zich mee. Wij worden hysterisch gedreven een bepaalde voorganger te volgen. In plaats van reserve ontstaat hysterie. Barmhartigheid is de toon van elk priesterschap. Fanatisme is de eigenschap van elke valse priester. Denkt u maar weer aan het Hitlerdom, maar ook aan de cultus van weleer Napoleon. In plaats van rede en geweten komt hier de heerschappij van een uiterst nevelig gevoelsleven, dat zich laveloos voedt aan beelden, symbolen, kreten en propaganda. Het zou de moeite waard zijn om eens te onderzoeken hoeveel vals priesterschap onbewust in veel religie naar voren komt. Intussen bij het iicht van de Schrift gemeten laat dit priesterschap niets na.

Tenslotte - het valse koningschap kenmerkt zich immer weer door verslaving. Er komt een moeten, een zullen. Waar het echte koningschap strijdt en regeert, is in het valse koningschap alleen maar meezuiging en onderworpenheid. De moderne verslaafde weerspiegelt in zijn ellende toch nóg iets van zijn koningschap, maar dan in negatieve zin. Hij heeft geen invloed meer, maar staat onder invloed van een duistere macht.

Wij zijn gewoon het naamchristendom doorgaans niet in bovengetekende zin te zoeken. Desalniettemin is het nodig, het naamchristendom niet al te spoedig als een, farizese aangelegenheid af te doen. Naar ons oordeel schuilt het veel dieper. De strijd tegen vervalsing, verleiding en verslaving duurt dan ook ons leven lang. Deze strijd bestrijdt alle ruimte in het christelijk erf. Wij zijn gewoonlijk al tevreden, wanneer iemand enigermate oprecht overkomt. Maar dieper peinzen leert, dat een evenwichtig geloofsleven alle eenzijdigheden schuwt. Nergens hebben wij meer behoefte aan, dan aan harmonische christenen. Elke eenzijdigheid op godsdienstig gebied is aanstekelijk. Ze werkt immer sectevormend, zelfs in een harmonisch gemeenteleven. Waar de godsdienst, die de gehele mens moest bezielen, uitsluitend door één vermogen der menselijke natuur wordt beheerd, daar wordt ten gevolge van die eenzijdigheid, het ontstaan van ziekteverschijnselen in deze sfeer onvermijdelijk. Welaan - een ieder zij gewaarschuwd. Het ligt in onze tijdgeest op één punt te jagen en te drijven. Wij daarentegen zijn van mening dat niets méér gezonde christenen vormt dan harmonische ontwikkeling van alle drie vermogens: verstand, gevoel en wil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Christennaam - naamchristen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's