Tertullianus' spiegelbeeld van de tijd
Tertullianus' geschriften bieden een spiegel van de tijd waarin hij leefde. Voor de kennis van de heidense wereld gedurende het einde van de tweede eeuw en het begin van de derde eeuw, vormen deze geschriften zelfs een hoofdbron.
Romeinen 1
Tientallen bladzijden heeft Tertullianus gewijd aan het religieuze leven der heidenen, maar ook aan hun zedelijke ontaarding. Bij het lezen daarvan moeten wij denken aan het beeld dat de apostel Paulus in het begin van zijn Romeinenbrief van het leven der heidenen geschetst heeft. Van Schriftcritische zijde heeft men weleens vraagtekens gezet bij de sterk negatieve beoordeling van het leven en de zeden der heidenen door Paulus. Paulus zou overdreven hebben. Hij zou de positieve aspecten van het heidenleven over het hoofd hebben gezien. Hij zou niet in aanmerking hebben genomen dat er ook zeer hoogstaande heidenen waren die een betere beoordeling verdienen.
Wij kunnen deze zaak hier verder laten rusten , omdat zij niet direct met ons onderwerp te maken heeft. Alleen willen wij wel opmerken, dat wij bij Tertullianus, ruim een eeuw later, hetzelfde vinden als bij Paulus. Waarbij men bovendien zal moeten bedenken dat het bepaald niet waarschijnlijk is dat Tertullianus heeft overdreven. Hij wist maar al te goed dat hij, een man van aanzien in de Carthaagse samenleving, door de heidenen op zijn vingers werd gekeken. Zou hij overdreven hebben, dan zou hij zijn apologetisch doel voorbij geschoten hebben. En ik ben niet ertoe geneigd om deze domheid bij Tertullianus te veronderstellen.
Eigen tijd
Lezen wij nu wat Tertullianus in dit verband allemaal naar voren heeft gebracht, dan worden wij, mensen uit de 20e eeuw, stoot op slag herinnerd aan hetgeen ook in eigen tijd gangbaar is en steeds meer gangbaar wordt. Leefde Tertullianus in een oud-heidense wereld, wij leven in een modern heidense wereld. Er is tussen Tertullianus en ons een merkwaardige overeenkomst in situatie. De zedelijke ontaarding, waarvan wij heden getuige zijn en waar wij als christenen mee te worstelen hebben, tenminste inzoverre nog Gods Woord voor ons gezaghebbend is, blijkt al eeuwenoud te zijn. Toen al een kwaad als de abortus; toen al het kleine kinderen aan hun lot overlaten; toen al ontucht met kinderen; toen al euthanasie; toen al crematie; toen al naaktvertoningen; toen al...
Verdediging
Wij zullen in dit artikel niet meer dan slechts een greep doen uit het vele materiaal dat voorhanden is. In zijn Verdediging (Apologeticum) verwijt Tertullianus de Romeinen dat zij de oude zeden van hun vaderen verlaten hebben. De oude wetten tegen ambitie en verkwisting zijn vergeten. De theaters zijn als paddestoelen uit de grond verrezen. De oude soberheid is verdwenen. Vroeger droegen de vrouwen maar één ring, de huwelijksring, en mochten zij geen wijn drinken, maar dan moet men nu eens komen. De vrouwen zijn behangen met goud, en 'geen kus is vrij van de geur der wijn' (6, 3). Echtscheidingen kwamen vroeger zelden voor, maar nu: 'Echtscheiding lijkt wel bij het huwelijk te behoren' (6, 6). Soms worden er in het openbaar kinderen geofferd aan de god Saturnus (9, 1). En hoevelen van u, alsdus Tertullianus, hebben al niet hun misvormde kinderen gedood? Als een misvormd kind werd geboren, was het toegestaan onder de Romeinen dat de vader het doodde. Ook gebeurde het vaak dat kinderen te vondeling werden gelegd. Er was zelfs een aparte naam voor, nl. expositio (buiten leggen). Ge laat ze stikken, zegt TertuUianus, of ge geeft ze prijs aan koude en honger, of zelfs aan de straathonden. En dan is er ook nog het vernietigen van de 'vrucht in de moederschoot', het nog ongeboren kind doden (9, 8). Elders zegt Tertullianus in één van zijn werken, dat men daar bepaalde 'medicamenten' voor gebruikte. Dus vruchtafdrijving door middel van medicamenten! Er is, zoals de lezers zien, niets nieuws onder de zon! Maar Tertullianus noemt het kindermoord. Hier en elders herhaalt hij steeds weer: Een geboorte verhinderen is óók moord; 'een wordende mens is ook een mens'; het maakt in wezen geen verschil uit of iemand het menselijk leven na de geboorte vernietigt of dat hij vernietigt het menselijke leven dat nog bezig is zich te ontwikkelen. Even later zegt Tertullianus in hetzelfde geschrift: Er komt bij u bloedschande voor, dat wil zeggen sexuele omgang met naaste bloedverwanten, als b.v. eigen moeder of dochter. En worden er dan kinderen geboren, dan legt u ze te vondeling, opdat de een of andere vreemde voorbijganger uit medelijden die kinderen tot zich zullen nemen. Ge ontslaat u van ouderlijke plicht en last, opdat de kinderen door betere ouders geadopteerd zullen worden (9, 17). Maar er is nog meer. Men haalde volgens Tertullianus, ook allerlei schandelijkheden uit met pubers. Hij geeft een korte aanduiding van wat men met hen deed; maar dat willen wij onze lezers liever, besparen.
Schouwspelen
In een vorig artikel hebben wij al vermeld dat door Tertullianus een boek geschreven is dat speciaal gaat Over de schouwspelen. Wat wij daarin tegenkomen over de zeden der heidenen is ook niet weinig. De theater voorstellingen waren menigmaal meer dan schandelijk. Tertullianus geeft toe, dat er zelfs onder de heidenen zijn geweest die er een bedreiging in zagen voor de goede zeden. Maar hun waarschuwingen blijken maar weinig effect te hebben gehad. Het theater noemt Tertullianus een 'heligdom van Venus' (10, 3) en Venus was, zoals wel bekend zal zijn, de godin van de zinnelijke lust. Men maakte bij de voorstellingen allerlei zinnelijke gebaren en bewegingen. In deze voorstellingen, aldus Tertullianus, speelt men met de menselijke hartstochten. Zij zijn hoogst opwindend. Men is bij deze spelen nooit zonder passie, nooit zonder hartstocht. Anders zou er geen vermaak in zijn. Publieke vrouwen vertonen zich op het toneel, geheel naakt. Zij defileren voor mensen van allerlei leeftijden, zelfs voor de ogen der kinderen. Tertullianus vraagt dan: Hoe zou het hart daarbij rein kunnen blijven? (17, 4). Zowel tragedies als comedies heeft Tertullianus afgewezen. In beide zag hij niet anders dan gruwelijke pleitbezorgers van 'misdaden en lusten' (17, 7).
Stadion
Wat in het stadion te zien was, was ook al weinig verheffend. Een nutteloos krachtsvertoon, zegt Tertullianus. Allerlei handtastelijkheden vinden er plaats. Men schopt elkaar, slaat elkaar, enz. En in het amphitheater: wreedheid, roekeloosheid, goddeloosheid. Bij alle spelen wordt gescholden en gevloekt. Men hoort allerlei verwensingen uitbrullen. En dan zegt Tertullianus tenslotte, daarmee dit geschrift beëindigend: Er is een hel, met een eeuwig vuur; en al die spelers zie ik gaan in dat eeuwige vuur (29, 4).
Ach, dat wij al deze goddeloosheid eens niet meer zagen, roept Tertullianus uit in een van zijn geschriften. Maar hij besefte: christenen zijn, hoewel zij niet van de wereld zijn, toch in de wereld. Zoals Lots ziel zich geërgerd heeft aan het zien en horen van de goddeloosheid van Sodom, zo ook Tertullianus' ziel bij wat hij zag in zijn tijd.
Martelaren
Hij kon bijtijden weleens de martelaren benijden. Daarvan getuigt zijn boekje Aan de martelaren. Hij schreef dit boekje ter vertroosting van de broeders en zusters die om des geloofswil in de gevangenis zaten opgesloten, en daarmee een terechtstelling voor ogen hadden. Ik citeer uit dat boekje het een en ander. Gij hebt de wereld achter u gelaten. Laat het u toch niet verdrieten, dat ge heden niet meer in de wereld zijt. U zit in de kerker, maar de wereld is óók een kerker. Daar vindt men zelfs nog zwaardere ketenen dan in de gevangenis; de zielen der mensen in de wereld zijn door tal van boze lusten gekluisterd. Ge hebt in elk geval één ding vóór op uw broeders en zusters die nog vrij zijn, namelijk dat uw ogen niet meer zien de vreemde goden, de beelden van die goden, en de feesten die gevierd worden; en dat uw oren niet meer gekwetst worden door het gejoel van de massa, en dat ge niet meer getuige zijt van de waanzin en schaamteloosheid van de deelnemers aan de feesten. Ge zijt bevrijd van alle 'ergernissen' en van alle 'verzoekingen'. Ook u staat nu in een worstelperk, maar een heel ander worstelperk dan de wereld biedt. Het gaat niet om een vergankelijke, maar een onvergankelijke kroon. Jezus Christus is uw Overste en de Heilige Geest zalft u. Ge wordt gedrild in de oefenschool om de loopbaan te lopen tot het einde toe. Wij weten dat het vlees zwak is, maar laat de geest sterk zijn. Wellicht bent u bang voor het hoge kruis dat men voor u zal oprichten om u daaraan te hangen. Of bent u bang voor het vuur waarmee men u levend verbranden zal. Of bent u bang voor de folteringen van de beul die u te wachten staan. Maar ge moet leren dat alles gering te schatten: het zwaard, het vuur, het kruis, de wilde dieren, de folteringen. Niet om ijdele roem. Om ijdele roem gaat het in de wereld. Maar ons gaat het om de 'hemelse glorie'. Ziehier, hoe de tijd waarin Tertullianus leefde zich weerspiegelt in zijn geschriften. Het was een tijd van zedelijk verval. Lang was het al geleden dat de oude Romeinen zich kenmerkten door eenvoud en zedelijke ernst. Het heidendom was door en door verdorven. Zo ernstig dat het voor serieuze christenen als Tertullianus nauwelijks mogelijk was adem te halen en te leven. Bij de christenen, al waren ook zij niet volmaakt, was het anders. Zij hadden er gevangenschap en nog veel meer: de marteldood voor over. Tegenover de goddeloosheid van een tijd - ook van ónze tijd - past een moedige houding der christenen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's