De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Leicester Ministers Conference

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leicester Ministers Conference

Een impressie

17 minuten leestijd

Persoonlijk

Gaarne voldoe ik aan het verzoek om een impressie te geven van de 23e predikantenconferentie, welke gehouden werd in Leicester in de periode van 7 tot 10 april 1986. Een conferentie (waarbij overigens ook ouderlingen zijn uitgenodigd), die gehouden werd in Stamford Hall, in tegenstelling tot vorige jaren, omdat College Hall te klein werd. Deze conferentie werd namelijk bezocht door ruim 300 mensen, onder wie 11 Nederlanders.

Uit alle werelddelen hadden deze measen de reis naar Leicester ondernomen; uit Australië, Nieuw-Zeeland, India, Midden-Oosten, Afrika, Joegoslavië, Polen, Italië, Canada, Verenigde Staten van Amerika, enzovoorts.. Een conferentie, belegd door 'The Banner of Truth', waarbij niet datgene wat scheidt op de voorgrond staat, maar wat met elkaar verbindt. Want ondanks dat men komt van allerlei soort denominaties, van 'Baptists' tot en met 'Free Presbyterians' en 'Strict Baptists', heerst er een goede. Bijbelse, broederlijke sfeer, niet alleen in de omgang met elkaar, maar ook en niet in 't minst bij de 'adresses'.

Zo'n 'address' houdt het midden tussen wat bij ons een preek en een lezing wordt genoemd. Het is een stuk bemoediging voor het werk in de gemeente, wat prediking en pastoraat aangaat. En dat vooral, omdat men na zo'n 'address' er niet met elkaar over gaat discussiëren zoals bij ons, waardoor het niet geringe gevaar dreigt, dat je niet meer weet waarover het is gegaan, maar men gaat in gebed, legt de inhoud van zo'n 'address' neer voor Gods aangezicht en vraagt de Heere om Zijn zegen erover. Een gewoonte, die ook onder ons zeer zeker navolging verdient.

Ik ben me er overigens van bewust, dat je datgene wat je op zo'n internationale conferentie ervaart, niet kunt nabootsen, maar ik denk toch wel, dat we van die practische Godsvrucht, die in alles op zo'n conferentie aanwezig is en gevoeld wordt, veel kunnen leren in ons doen en laten in het midden van de gemeente. Dat biedt tenminste een goed tegenwicht tegen alles wat zich als louter verstandelijk, theoretisch en systematisch aandient. Natuurlijk is de indruk, die ik hier weergeef, persoonlijk. Een ander zal wellicht weer wat anders meegenomen hebben van deze conferentie. Maar niettemin was het voor mijzelf tot grote zegen, bemoediging en vertroosting.

Ons gebruik van de tong

Onder deze titel startte de Joegoslavische predikant, ds. S. Ralevic uit Pe/c, de conferentie. Hij ging uit van Jacobus 3, het bekende hoofdstuk over het gebruik van de tong. Hij wees ons erop, dat, als het geldt voor elke christen, dat hij z'n tong in toom dient te houden, dit nog veel meer nodig is voor predikanten, die immers voorgangers en voorbeelden moeten zijn van de gemeente, die God aan hun zorg heeft toevertrouwd. Hoe gebruiken we onze tong?

We dienen als predikers van het Evangelie onze tong te gebruiken om de waarheid alleen te prediken van alle 66 Bijbelboeken van Oude en Nieuwe Testament, en dat duidelijk en helder. Want we zijn geroepen om te studeren in het Woord van God en van datzelfde Woord zelf een student te zijn. Te prediken de leer der apostelen. Prediken tot de Wet en de Getuigenis; anders zo zullen we geen dageraad hebben. Prediken de leer van God, de Vader, de Zoon en de Heihge Geest. En als mensen dat droog vinden, luister er maar niet naar! Het is juist het werk van satan om ook de kerkmensen in onwetendheid te houden over God en wat Hij doet, alsmede over henzelf, opdat hij hen des te makkelijker zou verleiden.

Maar als we deze waarheid prediken, zullen we deze leer van de Bijbel ook dienen toe te passen in het kerkelijk leven en in ons eigen leven. We zijn geroepen om het zwaard van de Geest te hanteren, niet om mensen te doden maar om hen tot het leven te brengen. Te prediken Jezus Christus en Die gekruisigd. Dat moet ons vlees en bloed zijn. We zijn als predikers geen politieagenten, maar predikers van Christus. We moeten in plaats van onze hoorders te doden hen bemoedigen, hen voedsel geven voor onderweg, zoals Christus ook Petrus opdraagt, als Hij zegt: Weid Mijn lammeren, hoed Mijn schapen en weid Mijn schapen. We zijn verlost om ook anderen te verlossen. We moeten teder met de zielen van onze hoorders omgaan om hen te vertroosten.

En hoe zullen we dat anders kunnen dan als we onze tong veel gebruiken in het gebed tot God. Het gebedsleven is de test van ons geloof, ook van ons als predikanten. Laten we als predikers onze tong niet misbruiken om mensen te behagen, maar gebruiken om God te behagen. We hoeven onszelf niet te verdedigen, dat doet God wel! Pas op voor hypocrisie juist in het predikambt! Als mensen ons aanvallen, laten we hen verwijzen naar onze Zender. Want de Heilige Geest verenigt, maar satan verdeelt, niet in 't minst door middel van een kwade tong.

Het bewaren van richting en prioriteiten

Over dit onderwerp sprak 's avonds op de eerste conferentiedag prof. D. Macmillan, als hoogleraar in de kerkgeschiedenis verbonden aan het 'Free Church College' te Edinburgh, waar studenten tot predikanten in de 'Free Church of Scotland' worden opgeleid. Een belangrijk onderwerp. Immers, juist vandaag in onze woelige tijd waarin alles lijkt te veranderen is het zaak om dingen van primair belang primair te laten zijn en dingen van secundair belang secundair te laten zijn. En primair voor predikers is het Woord van God, het Evangelie van vrije genade, de verzoening door Christus, om een ware dienstknecht van Christus te zijn. Dat is onze eerste prioriteit, als we ons gesteld weten in dienst van God.

Macmillan sprak vanuit Ezechiël 37, waar het gaat ov^r het dal van de dorre doodsbeenderen en hoe deze beenderen tot leven komen. Want hoe kunnen deze beenderen leven? Alleen door genade. Alleen wanneer het leven Gods, het leven van de Drieënige God, de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, in de zielen van mensen stroomt. Want God is een God, Die genadig handelt met ons mensen. Genade is het sleutelwoord van dat leven.

Hoe kunnen deze beenderen leven? Dat was de vraag, die God stelde aan Ezechiël: 'Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden?' En wat zegt dan dat mensenkind? Dit: 'Heere Heere, Gij weet het!' En de Heere weet het ook, want dat mensenkind moet profeteren; hij moet des Heeren Woord spreken over deze beenderen, en dan gaan ze leven. Geen andere is de taak van de predikers van het Evangelie. Versta je taak!, aldus Macmillan. Zo moet je staan en arbeiden in de dienst van God, ook in het preekwerk, met het Woord van God. Predikers hebben boven alles zozeer nodig de kracht en de macht van God. We moeten als predikers God Zelf hebben, Christus en Die gekruisigd.

En laten we bij dit alles voegen een leven van reinheid en heiligheid, daarbij het Evangelie niet alleen lerend maar datzelfde Evangelie ook practiserend in ons eigen leven in heiligmaking, goede wandel en Godzaligheid. Daarbij een bewogen hart, zoals Christus bewogen was over de schare, omdat ze waren als schapen zonder Herder. Daarbij de liefde van Christus in ons hart, want die moet ons dringen om in die gestalte ons werk te doen. Daarbij 'common sense', dat wil zeggen in staat zijn om practisch te wezen, om vanuit deze houding met pastoraal geduld en volharding de problemen in de gemeente te lijf te gaan.

Daarbij is zo nodig een verborgen gebedsleven. Want gebed is het leven van de ware godsdienst. We hebben zo nodig de Geest der genade en der gebeden. En hoe moeilijk is het te leven een leven van gebed! Waakt in de gebeden tegen zonden, ook in het ambt! En Macmillan voegde er aan toe: Hoeveel mensen bidden in Schotland zoals John Knox? Hoeveel mensen bidden in Duitsland zoals Maarten Luther? En ik voeg eraan toe: Hoeveel mensen bidden in Nederland zoals Voetius?

John Owen over de Heilige Geest

In een tweetal 'addresses', dinsdagmorgen en woensdagmorgen, sprak prof. S. B. Ferguson, hoogleraar aan het 'Westminster Theological Seminary' in Philadelphia, over de bediening van de Heilige Geest in Christus en in de gelovige, zoals John Owen dat leert in zijn werken. Hij ging daarbij uit van Lukas 4 : 14-22. Hij verwees daarbij naar Calvijn, die toch in het bijzonder te karakteriseren is als de theoloog van de Heilige Geest. De Heilige Geest is toch ook de Derde Persoon in de Goddelijke Huishouding. En we kunnen Christus alleen kennen in het Woord door de Heilige Geest. Woord en Geest zijn niet van elkaar te scheiden.

Voor Owen is de bediening van de Heilige Geest wezenlijk zowel in Christus alsmede ook in de gelovige. Allereerst wat Christus aangaat. Psalm 45 zegt toch, dat Hij is gezalfd met vreugde-olie boven Zijn medegenoten. En deze zalving is de bediening van de Heilige Geest, Die Christus heeft ontvangen zonder mate (zie Jes. 61 en Luk. 4).

Deze bediening van de Heilige Geest aangaande Christus blijkt in de eerste plaats in de praeëxistentie van Christus in het Oude Testament. Dat blijkt bovenal natuurlijk bij de incarnatie, de vleeswording van Christus, toen Hij ontvangen werd van de Heilige Geest uit de maagd Maria en Hij in één Persoon Zijn Goddelijke en menselijke-natuur in Zich verenigde.

In de tweede plaats blijkt deze bediening duidelijk in het leven van de Heere Jezus op de aarde, ook als Hij toeneemt in wijsheid en grootte en in genade bij God en de mensen (zie Luk. 2 : 52), terwijl ook het doen van de wil van Zijn Vader in Hem groeide.

In de derde plaats blijkt deze bediening volgens Owen bij het eeuwige offer van Christus, als Hij gaat lijden en sterven op Golghota voor de zonde. Door de Heilige Geest heeft Christus Zichzelf aan de Vader opgeofferd (zie Hebr. 9 : 13 en 14).

En tenslotte is dé Heilige Geest in Zijn bediening aangaande Christus werkzaam, als Christus verheerlijkt wordt in de staat van Zijn verhoging (zie 1 Tim. 3 : 16, Rom. 1 : 4 en Joh. 14-16). Ja, als de Heilige Geest is uitgestort op de Pinksterdag, is het Zijn grootste en voornaamste werk Christus Zelf te brengen tot Zijn volk. De Heilige Geest brandt van verlangen om Christus te verheerlijken, maar dat niet alleen, ook om deze Christus te verheerlijken in ons.

In zijn tweede 'address' stond prof. Ferguson stil bij de bediening van de Heilige Geest in de gelovige, volgens Owen. De Heilige Geest komt niet anoniem tot de mensen, maar als de Geest van Christus. De Geest van Jezus is de Plaatsvervanger van Jezus op aarde. Dat wordt duidelijk, als de Heilige Geest in de gelovige werkt.

Want waarom wordt de Heilige Geest aan de gelovige gegeven? Het is om hem te overtuigen van zijn zonden, opdat Christus in hem een gestalte krijge. De Heilige Geest is Getuige van Christus' werk. Ja, de Heilige Geest dient de gelovigen, waar ze getuigen zijn van Christus en Zijn woorden (zie Hand. 2 : 33 en 5 : 32).

En waartoe is de Heilige Geest in de gelovige ontvangen? Owen geeft daarop verschillende antwoorden, volgens prof. Ferguson. De Heilige Geest neemt alles uit Christus om ons te veranderen tot dat wat Christus wil dat we zijn, óm ons te hervormen naar het beeld van Christus (zie 2 Cor. 3 : 18). De Heilige Geest is de Geest, Die Persoonlijk woning komt maken in onze harten naar de Natuur van de Heilige Geest tot onze heiligmaking en vertroosting. Hij is er wel, ook al wordt deze vertroosting van de Heilige Geest door de gelovige niet altijd ervaren. De Heilige Geest geeft ons verzekering en leiding in alle dingen, die dienen tot Gods eer. Hij vertroost ons in zwakheid. Hij weerhoudt ons van zonden, waar Hij in ons hart een innerlijke afschuw van de zonde werkt. We ontvangen het vermogen om te onderscheiden tussen de Heilige Geest en onze eigen geest en die der wereld. Want de Geest van de Vader en de Zoon is naar de regel van het Woord van God. Zo worden we door de Heilige Geest geleid in onze plicht en gestuwd in de richting van de heerlijkheid om ons als een reine bruid de Vader en de Zoon heerlijk voor te stellen zonder vlek of rimpel. Zo worden we door de Heilige Geest verzegeld van onze staat in Christus alsmede van de dag van onze verlossing.

Rooms-katholicisme en Christendom

Op dinsdagmorgen 8 april voerde Franco Maggiotto, presbyteriaans predikant in Finale Ligure bij Geduo en tevens rondreizend prediker in heel Italië, over dit onderwerp het woord, waarbij hij uitging van 2 Thess. 2 : 1-4, waar Paulus handelt over de 'antichrist. Met deze antichrist vergeleek hij de roomse kerk, en in het bijzonder de paus. En hij stelde daarbij, dat de roomse kerk sinds de reformatie niets veranderd is ondanks alle schijn van oecumene. Het is Rome erom te doen alles binnen haar eigen kerk te incorporeren, maar is zeker niet van plan allerlei anathemata (= vervloekingen) van het Concilie van Trente (1545) terug te trekken. Als er al sprake is van oecumene, dient deze alleen om naar de moederkerk, en dat is de roomse kerk, terug te keren. De roomse kerk kan niet worden bekeerd, omdat haar zonde is de zonde tegen de Heilige Geest. En waarom? Omdat de paus zegt: ik ben de plaatsvervanger van Christus. De paus neemt eigenmachtig en wederrechtelijk de plaats in van de Heilige Geest. En zo is Christus, Die de paus zegt te representeren, niet de Christus der Schriften.

Hoe kunnen wij het beste dit rooms-katholicisme weerstaan? Door te prediken het Evangelie van Jezus Christus alleen. Door te leven overeenkomstig Gods Woord. En door te bidden of God door Zijn Geest wat verscheurd is één wil maken als een beweging van Boven. En ds. Maggiotto waarschuwde bovenal voor een toegeven aan het moderne levensgevoel in de kerk, waardoor de kerk wereld wordt, al heeft het er de schijn van dat ze door een dergelijke humanistische visie de moderne mens aanspreekt.

Prediking

Over dit onderwerp sprak dinsdagavond Iain Murray uit Sydney (Australië), waar hij werkzaam is voor 'The Banner of Truth Trust'. In zijn lezing splitste hij dit punt toe op 'revival', vanuit Johannes 3 : 1-13. Vaak gaat het er in hedendaagse opwekkingsprediking gemakkelijk aan toe. Aan de doodstaat van de mens wordt voorbijgelopen, omdat men van oordeel is, dat we die moderne mens niet voor 't hoofd mogen stoten. Hij moet voor Jezus kiezen. Daarbij aangespoord door een prediking, die hem een gelukkig leven belooft en een goede ingang in de hemel, maar zonde en schuld verzwijgt. Dat is niet de rechte prediking.

De rechte prediking is waar we de mensen oproepen zich te bekeren. Hen aanzeggen dat ze wederom geboren moeten worden, want anders wacht hen het oordeel..Daartoe moet de schuld en zonde en de verlorenheid van de mens verkondigd worden in de prediking, dat hij dood is in zonden en misdaden en voor God niet kan bestaan, zodat hij openbaar komt in de prediking in zijn hopeloosheid en hulpeloosheid voor God. Dat vernedert de mens voor God. En in die weg bevrijdt de boodschap van dat heerlijke Evangelie van Jezus Christus hem geheel. Zo overtuigt de Heilige Geest hem om dat Evangelie te omhelzen. Hij overreedt hem om tot Gods eer te leven. Want dat is het gevolg van deze prediking, dat hij heilig voor God wil leven, bevrijd van de macht van de zonde. Immers uit de vruchten zullen we hen kennen, die van Christus zijn.

En om deze prediking te doen verkondigen gebruikt de Heilige Geest het instrument van de prediker. God maakt deze predikers tot kinderen van God en zó worden ze predikers. En het is bevestiging van je roeping, als Gods Geest kennelijk in de raderen is en als Hij je gebruikt om zondaren te roepen uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht. Maar de predikers dienen dan ook zelf te leven uit datgene wat zij de gemeente voorhouden. Want hoe kunnen wij de Wet prediken, als we niet zelf voor die Wet hebben gestaan en haar zwaarte hebben gevoeld? Hoe kunnen wij het Evangelie prediken, als we niet zelf door dat Evangelie bevrijd zijn en haar kracht hebben ervaren?

Het voorkomen en helen van verdeeldheid in onze plaatselijke kerken

Hierover sprak op woensdagmorgen de amerikaanse baptistenpredikant, ds. E. Reisinger. Hij ging daarbij uit van Joh. 17 : 20-26, het bekende hoofdstuk van het Hogepriesterlijk gebed van Christus, waarin Hij bidt voor een zichtbare eenheid der kerken en geen onzichtbare. Want Bijbels gezien is de Kerk één. Toch zijn er vele kerken met dezelfde belijdenis. Er zouden 600 bladzijden te vullen zijn met oorzaken waarom kerken scheiden en doorgaans zijn deze terug te voeren tot uiterlijke dingen, verdachtmakingen en jaloezie. Om tot eenheid te komen moeten we echter niet de weg gaan van de moderne oecumene, waarbij men zich allerminst bekommert over de waarheidsvraag.

Wat is dan de weg? In ieder geval niet te gauw weglopen. Er is geen ideale plaats op aarde dan daar waar God je nu gesteld heeft. Dan ook: het gebed. Dan ook: de prediking, waarbij nodig is inzicht in de kracht van de, prediking, voornamelijk een prediking, die heel direct is, op de man af; een prediking 'in betoning des Geestes en der kracht'.

Twee gevaren bedreigen de eenheid. Namelijk dat je er zulke brede principes op nahoudt, dat je er alles onder kan vangen en het compromis zoekt. En aan de andere kant dat je er zulke streng doorgevoerde principes over secundaire zaken op nahoudt, dat, dat je in de dood voert.

William Carey

Woensdagavond werd door de baptistenpredikant D. Kingdom een lezing gehouden over William Carey, zendeling in India. Hij ging uit van Jesaja 53 : 7 — 54 : 3. Zoals te doen gebruikelijk wordt ook een onderwerp, dat met de zending te maken heeft, op de conferentie besproken. Helaas was deze lezing voor mij moeilijk te volgen. Eén ding heb ik ervan onthouden, namelijk dit: hypercalvinisme betekent het einde van het prediken van het Evangelie.

De profeet Bileam

Op de laatste dag van de conferentie ging J. Marshall in op de profeet Bileam, waarbij hij ons bepaalde bij Joh. 10 : 1-15. Vanuit het Oude en Nieuwe Testament, Num. 22-31, 2 Petr. 2 en Öpenb. 2 en 14, maakte hij duidelijk, wie Bileam was: en wolf in schaapskleren, een valse profeet. Ook paste hij deze figuur toe op het gevaar van het bederf binnen de kerk. Want Bileam maakte gebruik van het innerlijke bederf van Gods volk. Daardoor kon hij hen verleiden met Baäl-Peor tot afgoderij. Want hij kon God niet van Zijn volk aftrekken en daarom probeerde hij het omgekeerde: Gods volk van God aftrekken. Hoe gevaarlijk was deze man. Hij sprak goed van de God van Israël, en toch sprak hij niet recht. Liever wilde hij Balak een plezier doen, maar toch moest hij tegen wil en dank Israël zegenen. Deze man was vergif. Hij voedt je met goed voedsel, maar hij doodt je dan met zijn vergif. Hij raadde Balak aan: geef ze wat ze willen, en dat vernietigt hen.

In tien punten schetste hij het karakter van Bileam:

— hij had grote gaven, maar hij had geen genade;

— hij had veel enthousiasme, maar geen genade;

— hij had grote ervaringen, maar geen genade;

— hij had grote orthodoxie, maar geen genade;

— hij had veel vrome gevoelens, maar geen genade;

— hij had veel élan en spirit, maar geen genade;

— hij bezat een klein beetje waarheid over God, maar geen zaligmakende kennis van God;

— hij openbaarde zich als een grote vijand van God en van Zijn volk;

— hij bezat grote verlangens naar geld en eer;

— er was grote tegenstrijdigheid tussen zijn praktijk en zijn boodschap, toen hij ondanks zichzelf Israël moest zegenen.

Tenslotte

Met een 'conference-sermon' over 1 Joh. 1 : 3b door prof. Macmillan werd deze leerzame en zegenrijke conferentie afgesloten. In 1 Joh. 1 : 3b lezen we: '...opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met de Vader, en met Zijn Zoon, Jezus Christus'. Bemoedigend, ontdekkend, persoonlijk, appellerend en vertroostend was deze preek. Bovenal daarin, dat Gods kinderen die gemeenschap deelachtig mogen zijn, die is tussen de Vader en de Zoon. Als we lezen van de eerste christengemeente, dat zij alle dingen gemeen hadden, dan geldt dat bovenal van deze gemeenschap van de Vader met de Zoon, dat zij deze gemeenschap met elkaar gemeen hadden. Zalig als ook wij in deze gemeenschap mogen delen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Leicester Ministers Conference

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's