De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Een ethisch kerkbegrip (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een ethisch kerkbegrip (1)

7 minuten leestijd

Inleiding

Tegen het einde van de vorige eeuw tot diep in deze eeuw heerste in de Nederlandse Hervormde Kerk de ethische richting. Het is niet gemakkelijk een omschrijving te geven van deze ethische richting, omdat haar streven en bedoeling moeilijk in één woord is samen te vatten. Daarom is het de beste weg uit haar historie na te gaan, wat zij wil en wat haar van anderen onderscheidt. Zij heeft tot geestelijke vader de rijk begaafde Zwitserse theoloog Alexandre Vinet, overleden in 1847, die evenals Schleiermacher het nodig achtte de theologische wetenschap in een andere richting te leiden. Hij wilde vóór alles bevrijd worden van het kille rationalisme, dat de zetel van de religie alleen zocht in het verstand, en hij leraarde daarom, dat het geweten, en met name het christelijk geweten, de zetel en het steunpunt van de religie is. De waarheid draagt dan ook een zedelijk karakter, en niet het verstand gaat voorop, maar de wil heeft het primaat en het geloof begint daar, waar het gemoed zich laat gelden en een wilsdaad plaatsgrijpt. Het christendom is daarom de religie van het geweten en in de religie valle de nadruk op, ja óók op de gemoedservaring, doch hoofdzakelijk op de moraal, op het doen, op de heiligmaking.

Chantepie Sr.

In ons land is Vinet gevolgd door Daniël Chantepie de la Saussaye, een man van hugenotenafkomst. Hij werd de baanbreker van de ethische richting in ons land. De gedachten van Vinet werden door hem verder ontwikkeld en vooral door hem is op de voorgrond geplaatst, dat de hoofdnadruk niet mag worden gelegd op het objectieve buiten ons, maar op het subjectieve in ons; het dogma en de theologie moeten worden opgebouwd op de grondslag van de ervaring van de gemeente. Immers is de openbaring Gods niet de bekendmaking van een bepaalde leer, maar mededeling van leven en dit leven in de gelovige beslist. Chantepie Sr. heeft veelszins alleen gestaan, maar zijn gedachten zijn niet zonder invloed gebleven. Met name Valeton jr., eertijds hoogleraar in Utrecht, heeft veel bijgedragen tot de bloei van de ethische richting en hij in het bijzonder heeft een school gevormd, die in de theologische en kerkelijke wereld van ons land tot een grote macht is geworden. Een paar namen willen aanduiden hoeveel invloed hiervan is uitgegaan met name in de universitaire wereld: Slotemaker de Bruine, Riemens en Obbink, Cramer, De Vrijer om maar enkelen onder de aandacht te brengen.

Standpunt

Hoewel in de ethische richting wel iets is wat bekoort en haar warmte van hart weldadig aandoet, kan toch haar standpunt niet worden aanvaard. Haar uitgangspunt, dat het zwaartepunt verlegt van het object in het subject, van de Schrift in de ervaring, van de Christus in de christen, leidt tot allerlei dwalingen, die met Gods Woord in strijd zijn. Beschouwt men de ervaring als basis, dan wordt het subject alles, dan beslist de mens, dan wordt hij ten troon verheven en begeeft men zich op een hellend vlak. Dit uitgangspunt is inderdaad fataal gebleken in het verloop van de vaderlandse kerkgeschiedenis. Voor een groot deel is de Hervormde Kerk meegegaan met de heersende mode in het theologische kamp. Willen wij de hedendaagse toestand verstaan, dan kan dat niet zonder grondige kennis van de historie. Het ethisch standpunt bleek ondeugdelijk. En toch, het kan niet worden ontkend dat er een zeker waarheidselement in zit. Een al te verstandelijke benadering van de geloofswaarheid brengt het levend geloof in gevaar. Door middel van het intellect is de mens niet minder autonoom dan door middel van de overschatting van het geweten. En ook al aanvaardt men dan verstandelijk de waarheid in de belijdenissen vervat onverkort, het wil niet zeggen dat men dat ook doet in de diepere lagen van het leven. Integendeel - het intellectualisme verslaat zijn duizenden. De kennis wordt verheerlijkt, voor de intellectualist is Christus louter een navolgenswaardig voorbeeld, de dogmatiek een samenvatting van de waarheid, de ethiek een dor samenstel van geboden en regels, die hij op de schouders van anderen legt en zelf met zijn vingers niet aanraakt. Er is bij de intellectualist een hartstochtelijk zweren van de waarheid, door de vaderen beleden. Hij volgt blindelings de vaderen na - en toch is er bij hem een ijzige koude, een onbewogenheid van gemoed. Met één woord gezegd: een orthodoxisme.

Alomvattend

De ethische richting heeft immer bepleit dat de ontmoeting met Christus alle krachten der ziel in beweging brengt. Als zodanig is Chantepie als haar wegbereider dan ook een nobel theoloog geweest. In een tijd, waarin het verkilde liberalisme de boventoon voerde en in naam van de wetenschap aan kerk en theologie de ondergang bereidde, is Chantepie voor beide in de bres getreden en heeft hij zich de belijdenis van Christus niet geschaamd. Hij verstond de tekenen der tijden, herleidde de verschijnselen tot hun beginselen, toetste deze aan hun verhouding tot Christus en heeft zo gestreden tegen de kwade geesten der eeuw. Ja, hij heeft geijverd voor de zelfstandigheid en vrijheid van de kerk en de rechten der theologische wetenschap met warmte bepleit. Het Woord Gods ging hem niet onberoerd voorbij: Wij kunnen niet ontkennen, dat zijn gedachten in beginsel velen hebben bewaard bij het Woord, juist in een intellectualistische periode.

Kerkbegrip Roozemeyer

Het gaat er ons in dit artikel nu niet om hét etisch kerkbegrip te bepalen, maar een ethisch kerkbegrip te omschrijven. Onder de ethische woordvoerders heeft een veelheid van meningen geheerst. Wij laten ditmaal eens Chantepie Sr. en Gunning Sr. ter zijde en willen gaan luisteren naar een leerling van Chantepie. Wij bedoelen Jean Henri Leonard Roozemeyer, geboren op 2 november 1836. Hij vertolkte op begaafde manier de ideeën van zijn leermeester. En het is goed ook eens de minder groten te beluisteren. Zij staan soms minder bloot aan de tijdgeest dan de baanbrekende geesten en vormen toch een spiegel van de ethische gedachte. Welnu, genoemde Roozemeyer genoot een grondige theologische vorming aan de Leidse universiteit. Hij volgde een privatissimum van Chantepie, die toendertijd Waals predikant in Leiden was. Oorspronkelijk voor de boekhandel bestemd, ontwaakte later in hem de lust tot het ambt. Vier Hervormde gemeenten diende hij, Vleuten, Nieuw-Loosdrecht, Middelburg en Arnhem. Daar overleed hij in 1916. De geschriften van hem ademen een bijzondere rijpheid van oordeel en een bezonken diepte. In stilte ging hij zijn weg door de kerk. Hij was lichamelijk gehandicapt, zijn gang was moeilijk. Hij bepaalde zich tot de hoofdpunten van de predikant: prediking, catechese, huisbezoek en ziekenbezoek. Hij vond dat men daar wel genoeg aan had. Hij zocht geen overwerk. Toch had hij immer volle kerken, al was hij dan geen schitterend spreker. Niemand minder dan Nicolaas Beets heeft van hem geschreven: 'Hij is als Mefiboseth kreupel aan beide voeten, maar hij zit aan des konings tafel'. Wat hij verkondigde was vrucht van nadenken en van geestelijk leven. Men werd er door gevoed en gesterkt. Onlangs kwamen wij enige van zijn werken tegen. Met name: De brief van Paulus aan de Romeinen, voor de gemeente verklaard en Het christelijk geloof, een populaire uiteenzetting van het geloof. Het bleek ons bij toeneming welk een gave de auteur bezat zijn gedachten met zulk een klaarheid te kunnen weergeven, dat geen enkele onduidelijkheid achterbleef. Zijn oorspronkelijk Franse afkomst zal daarvoor moeten worden aangerekend, maar dat is van minder belang. Hij bezat de benijdenswaardige gave zeer moeilijke onderwerpen bevattelijk te kunnen behandelen. Wie het laatstgenoemde boek eens nauwkeurig doorleest, peilt de schrijver tot diep in zijn hart. Geen gewichtigdoenerij, geen verguldsel. Zijn weergave van het christelijk geloof berust op een doorgaand en samenhangend nadenken over de dingen van Gods Koninkrijk. Wie hem leest, doet meer en meer de indruk op van een man, die zelf uit het Evangelie leefde. Natuurlijk, het is een ethisch schrijver. De onderzoeker bemerkt het bij de lectuur, maar het treedt nooit gewild aan de dag. Eerlijk, wij, moeten toegeven dat het christelijk geloof ons veel gedaan heeft. Ditzelfde oordeel treft ook waar hij als exegeet spreekt. Het is een voornaam schrijver. Wij kunnen zijn verklaringen van Mattheüs, Johannes en Romeinen nog van harte aanbevelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een ethisch kerkbegrip (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's