Boekbespreking
Jaap Mouissie, Op reis naar vredestichters. Uitgave Van der Stoep, Heinenoord; 135 pag.; ƒ 19, 50.
De schrijver van dit fleurig uitgegeven boekje is medewerker bij de Evangelische Omroep, waar hij (o.a.) de rubriek 'Laat ons de rustdag wijden' verzorgt. Voor zijn werk heeft hij in de loop van de jaren reizen over de hele wereld gemaakt, om kerken te bezoeken en christenen te ontmoeten en daarvan een en ander weer te geven voor de microfoon. In dit boekje is nu een aantal van zijn reisimpressies gebundeld, te weten over bezoeken aan Indonesië, Guatemala, Libanon en Peru.
In Indonesië bezocht hij het zendingsveld van de Gereformeerde Gemeenten, waar onder anderen het predikantsechtpaar Kuijt werkt. Guatemala bezocht hij na de grote aardbevingsramp op 4 februari 1976. In Libanon had hij uitgebreid contact met de toenmalige legerpredikant ds. C. van Rossem, die enkele maanden geleden in Den Ham overleed. Ook het in memoriam van dr. W. Balke bij dit overlijden is opgenomen. En verder o.a. een adventspreek van ds. Van Rossem. Op de omslag van het boekje staat een portret van ds. Van Rossem, nagetekend van een dia. In Peru was er contact met ds. en mevrouw Van Donkersgoed. Op 11 februari 1983 overleed ds. Van Donkersgoed, daar werkzaam voor de Geref. Zendings Bond. De laatste rondzendbrief van mevrouw Van Donkersgoed sluit het boekje af.
De titel van het boekje is treffend. Waar zal ten principale meer de basis worden gelegd voor vrede dan daar waar het Evangelie des Kruises wordt verkondigd? De schrijver vertelt op indringende en boeiende wijze over zijn ervaringen. Al lezend ben je mee op reis. We wensen dit goed leesbare en goed uitgevoerde boekje in veler handen. Een deeltje met interviews in Nederland volgt zeer binnenkort.
v.d. G.
C. Vonk: Daniël, Kronieken, Ezra, Nehemia, 270 blz., geb. ƒ 56, 50, uitg. Liebeek & Hooijmeijer, Barendrecht, 1984
Deze Bijbelverklaring - bijna is de serie Oude Testament compleet, een alleszins respectabel werk - geeft geen uitleg van tekst tot tekst, noch een paraphrase van de tekst, maar in het algemeen een overzichtelijke uiteenzetting van pericoop na pericoop. Soms moet de schrijver zich beperken tot korte aantekeningen bijv. bij lijsten van namen en geslachtsregisters (o.a. in de Kronieken). Een vlotte verhaaltrant, bijv. in het boek Nehemia vergemakkelijkt de verwerking van de stof. Een groter geheel wordt soms in stukken verdeeld (Ezra h. 3-6 in negen onderafdelingen met opschriften). Bij Ezr. h. 7 en 8 stelt de schrijver een 14-tal vragen over de tekst, met daarbij passende antwoorden. Rijtjes jaartallen zijn betrekkelijk weinig; minder zou beslist niet kunnen. Voor sommige stukken zou ik zeggen: leg er een goede tijdtafel naast. In kleine letter zijn na elke paragraaf (zeven in totaal) enige aantekeningen opgenomen. Hiervan twee voorbeelden: uit de eerste par.: Het Hebreeuwse ad betekent niet alleen tot of totdat, maar ook terwijl, ondertussen; uit de laatste: het Hebr. masjkeh, eunuch of schenker?
Het boek vangt aan met een inleiding op het boek Daniël en vooral met de historische achtergrond daarvan, de periode van de dood van Josia tot Antiochus Epiphanes. Nebucadnezar speelt in het eerste gedeelte een grote rol. Bij h. 2 tekent de schrijver aan: Wat machtige mensen en grote koninkrijken ook ondernemen. God regeert. Bij het gouden beeld (h. 3) wordt geen naam van de godheid genoemd, om wie het ging. Het ging - zo de schrijver - om Nebucadnezar zélf. Zijn hoogmoed komt ook aan de dag in h. 4, waar Nebucadnezar diep vernederd wordt. Ondanks de bevrijding van de mannen in h. 6 blijft Nebucadnezar polytheïst, maar hij erkende dat er geen andere godheid was die zo kon verlossen. Bij Darius de Medier denkt de auteur aan Cyrus, de Pers - toch wel een weinig aantrekkelijke veronderstelling.
Vooral het tweede gedeelte van het boek (h. 7 e.v.) stelt de uitleggers voor veel vragen. Bij h. 7 : 13v wijst de verklaring naar Matth. 16 : 27, 19 : 28, naar de Messias, aan Wie alle macht toekomt in hemel en op aarde. Het visioen loopt uit op Antiochus Epiphanes, die ook in de ande re visioenen (h. 8 en 11) een rol speelt, een verwoester, die gruweldaden tegen God en mensen zal voltrekken. Hoelang? Geen gereken, schrijft de auteur terecht. Hij denkt aan zeventallen. Aangrijpend is het gebed in h. 9, een schuldbelijdenis en gebed om herstel. De schrijver onderstreept sterk het getuigenis van de opstanding in h. 12 : 2v.
Het boek van de Kronieken heeft menige geschiedenis, die elders in het Oude Testament voorkomt. Bij parallelle stukken verwijst de schrijver naar de in Sam. of Kon. gegeven uiteenzetting. Bij bestudering is vergelijking toch wel van betekenis. Bijv. 2 Sam. 7 : 5 en 1 Kron. 17 : 4. 1 Kron. 29 : 22 vinden we niet in Kon., ook 1 Kron. 29 : 28 heeft geen parallel in de Kon. Het boek van de Kron. is sterk georiënteerd op Jeruzalem en de tempel met de eredienst. Dat komt ook uit in de geschiedenissen van de Judese koningen. Bij Hizkia wordt in de Kon. nadruk gelegd op het internationale gebeuren, in de Kron. op Hizkia's betekenis voor het godsdienstige leven. Aangrijpend is de geschiedenis van Joas. Van bijzonder belang was de reformatie van Josia. De auteur schrijft bij het slot van de Kronieken over de beschikkingen en leidingen Gods èn bij de wegvoering èn bij de wederkeer uit de ballingschap (2 Kron. 36 : 17, 22).
Het boek Ezra beschrijft de tijd van de terugkeer uit de ballingschap, van de tempelbouw ondanks al de moeilijkheden en tegenwerking daarbij ondervonden voltooid in het zesde jaar van Darius, van het werk van Ezra (h. 9 en 10) in Jeruzalem. 'Ezra was een nederig gelovige die zich gehoorzaam hield aan Gods verbond en woorden, waarbij hij regelmatig met zijn medegelovigen in broederlijk overleg trad.'
Het boek Nehemia beschrijft de werkzaamheid van Nehemia, schenker van koning Arthasasta en stadhouder in Jeruzalem, een man van diep geloof, die met grote energie zich heeft ingezet voor het herstel van muren en poorten van Jeruzalem; h. 12 : 27 verteh van de viering der reiniging (inwijding) van poorten en muren. Ook in dit boeit wordt geschreven over een dag van verootmoediging en schuldbelijdenis. Vastgelegd wordt dat men Gods instellingen zal bewaren o.a. over de sabbath; met een handtekening wordt deze belofte bevestigd voor de priesters en voor de levieten en door de hoofden van het volk voor het volk. Tijdens een verlofperiode weer in Jeruzalem grijpt Nehemia in als hij een aantal wantoestanden ziet (o.a. over de sabbath). Het boek eindigt met Neh. gebed: Gedenk mij, mijn God ten goede. 'Hier is geen zelfingenomen vereerder van eigen goede werken aan het woord, maar een man die hulp en steun alleen van God verwacht.'
Het geheel is een leerzaam werk, dat ik gaarne aanbeveel.
Bout
Orgelluiken in Nederland: Interessant boek over historisch kerkelijk meubilair
Van T. Brouwer, een auteur die we nog kennen van zijn boekwerk 'Sleutelstad-Orgelstad' verscheen onlangs een boek waarin de geschiedenis van de orgelluiken wordt behandeld. Een origineel onderwerp waarover nog weinig of niets is gepubliceerd. Ons land telt nog een vrij groot aantal historische orgels die voorzien zijn van luiken. Dat daarover thans een aparte studie is verschenen is een goede zaak. Vanaf het eind van de 14e eeuw tot het begin van de 18e eeuw worden aan orgels luiken of deuren opgehangen. Deze luiken vormen een wezenlijk onderdeel van gotische en renaissance orgels. De auteur vertelt ons in zijn inleiding dat, van de ongeveer zeventig orgels die uit die periode in Nederland bewaard zijn gebleven er nog bijna dertig luiken bezitten. Zij vormen als zodanig, kostbare en complete voorbeelden van een bijzonder en zeldzaam soort meubilair. In dit verband noemen we de orgels van Alkmaar, Amsterdam, Breda, Edam, Enkhuizen, Workum, Zeerijp en Hattem. Ook op veel oude tekeningen en schilderijen zijn orgels met luiken afgebeeld. In dit boek 'Orgelluiken in Nederland' worden onder andere uitvoerig het gebruik, de vorm en de constructie van de luiken beschreven.
Wat de redenen geweest zijn om luiken aan orgels te bevestigen, blijft vooralsnog onduidelijk. In bestekken en contracten lezen we hooguit dat er luiken moesten komen. Men beschouwde het blijkbaar als een normale zaak dat een instrument afgeleverd werd met luiken. Het motiveren ervan achtte men overbodig. Algemeen wordt aangenomen dat een orgel afgesloten moest kunnen worden om het te beschermen tegen stof, rondvliegende vogels en vleermuizen. Ongetwijfeld zal men door het toepassen van luiken dergelijke vervuilingen hebben willen tegengaan, maar de auteur geeft een andere theorie die ons even aannemelijk, zo niet geloofwaardiger lijkt. Het merendeel van de instrumenten die met luiken een soort triptiek vormen, luik-front-luik, ontstond in de tijd die aan de Reformatie vooraf ging. Die orgels speelden dan mee in het liturgisch gebeuren. Gedurende de passietijd, de adventstijd, en tijdens begrafenissen werden de luiken gesloten. Wanneer een orgel gesloten of geopend was kan vastgesteld worden aan de hand van instructies en aanstellingsakten van organisten. Na gebruik van het orgel werd, zo mag men aannemen, het meubel gesloten. Welhaast iedere dag trok de organist, de orgeltrapper of de koster aan de touwen om het instrument van gedaante te laten veranderen. De auteur geeft via uittreksels uit diverse archieven voorbeelden, wanneer de luiken geopend of gesloten moesten worden. Ook aan de klankuitstraling en de stand van de luiken wordt door de schrijver aandacht geschonken, terwijl hij eveneens uitvoerig stil staat bij die orgels die hun luiken niet meer hebben en reconstructies van luiken.
Het meest interessante van de bestaande orgel luiken zijn de opschriften en beschilderingen. Hieraan wordt ook qua foto's zeer veel aandacht besteed. Voorts beschrijft de auteur in een apart hoofdstuk het 'openen en sluiten van de luiken' terwijl in een 'chronologische lijst van orgels met luiken, gerangschikt naar het bouwjaar van het orgel' ons een overzichtelijke lijst wordt verschaft van orgels die nog van luiken zijn voorzien . Dat bij nieuwe orgels soms ook weer luiken zijn aangebracht, wordt door de auteur niet vermeld. Zo missen we bijvoorbeeld het orgel van de Zorgvlietkerk in Den Haag als nieuwgebouwd orgel met luiken, terwijl hij bij de oude orgels ook even over de grens wipt om daar orgels met luiken te 'bezichtigen'. Hierdoor wordt ook een belangwekkend voorbeeld vergeten. Zo worden de orgels van Rysum en Westerhusen in Oost-Friesland wel genoemd, doch we missen dan het fraaie orgel van Uttum, dat ook van zeer interessante luiken is voorzien. Dat de auteur werkzaam is bij de Rijksdienst van de Monumentenzorg is vooral merlcbaar aan het gebruikte fotomateriaal. Een groot gedeelte van dit fotomateriaal is sterk verouderd. Het boek dat we overigens met plezier hebben gelezen en bestudeerd, zou nog meer aan waarde hebben gewonnen als gebruik zou zijn gemaakt van nieuwe foto's. Overigens een keurig uitgegeven, gebonden en van een stofomslag voorzien boekwerk. Veertig gedetailleerde tekeningen van de hand van de auteur naast een groot aantal foto's sieren dit originele boek. De prijs is niet hoog: ƒ 29, —, en het boek is te bestellen bij elke boekhandelaar, bestelnr. ISBN 90.6707.0416.
Maarten Seijbel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's