De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

'Hoe houden we  de jongeren bij de kerk?' (14)

Bekijk het origineel

'Hoe houden we de jongeren bij de kerk?' (14)

Met het oog op de jongeren

6 minuten leestijd

EEN APPEL AAN ANDERE GEMEEN­TELEDEN (1)

Het ligt niet alleen op de weg van predikanten om zich voortdurend te bezinnen op de eigen roeping, het eigen bezig-zijn en ook de eigen verantwoordelijkheid voor de jongeren van de gemeente, maar ook op de weg van de andere gemeenteleden, met name ook van de ouders.

Ouders

Ook nu schrijf ik in de 'wij'-stijl, want ik ben zelf ook ouder, vader van vier zonen. Het hoeft geen lang betoog om onder woorden te brengen dat de betrokkenheid van de jongeren bij de kerk en de dingen van het geloof iets te maken heeft met de betrokkenheid van ons als ouders bij de kerk en de dingen van het geloof, en met de wijze waarop wij in dit opzicht met onze kinderen omgaan. U merkt wel dat ik het voorzichtig formuleer: het één heeft 'iets te maken' met het ander. Dat 'iets' is natuurlijk best 'erg veel'. Mijn voorzichtigheid komt echter voort uit de wetenschap en het regelmatig constateren van het feit dat hier van geen enkele logica sprake is en dat er geen garanties kunnen worden gegeven. Het is niet vanzelfsprekend dat als wij ouders trouw zijn inzake het geloof en als wij op een gezonde, spirituele wijze omgaan met onze kinderen en met de concrete dingen waar ons persoonlijke leven en het gezinsleven vol van is, dat onze kinderen dan 'dus' ook in diezelfde lijn hun leven leiden en verder invullen. Wij zitten wat dit betreft vaak met raadsels, met vragen waar we het antwoord niet op weten. Aan de ene kant realiseren wij ons dat zoveel factoren waar wij vaak geen greep op hebben (vriendschap, schoolsituatie enz.) een rol spelen in de opvoedingssituatie. Aan de andere kant belijden wij ook in de opvoeding het soevereine werk van de Heilige Geest.

Dit gezegd hebbend wil ik nu in alle duidelijkheid overeind houden, dat de Heilige Geest 'middellijk' werkt. Dat geldt ook de verantwoordelijkheid die wij als ouders voor onze kinderen hebben ontvangen.

'Binnen' en 'buiten'

Al eerder wees ik erop, dat P. v. d. Ploeg in zijn onderzoek naar de oorzaak van kerkverlating, uitgekomen onder de titel 'Het lege Testament', constateert dat er vaak geen sprake is van een overgang van 'binnen' naar 'buiten', als jongeren hun kerklidmaatschap opzeggen. Hij gebruikt dan in verband met 'binnen' de term 'binnenkerkelijke secularisatie'.

Los gezien van de vraag of wij zelf kinderen hebben die gerekend moeten worden tot de kerkverlaters, naar aanleiding van deze constatering van Van der Ploeg is het best goed om ons af te vragen — en is dat niet een ontdekkende aangelegenheid? — hoe dat bij ons zit wat betreft de sfeer in onze gezinnen en onze levensstijl. Is er bij ons verschil tussen 'binnen' en 'buiten'? M.a.w. in hoeverre laten we ons beïnvloeden door de secularisatiedrang en het secularisatieproces in onze samenleving? In welke mate krijgt de vermaning 'gij geheel anders' (dat houdt een absoluut verschil in tussen 'binnen' en 'buiten'!) in ons concrete alledaagse leven gestalte? (Hierachter ligt de vraag: wat is de maat van de genade waar wij van leven? ) En op welke wijze rusten wij onze kinderen toe met het oog hierop en met het oog op de spanningen en de conflicten die door verschil — hét kan niet anders! — opgeroepen worden?

En als er bij ons geen verschil is tussen 'binnen' en 'buiten' en onze kinderen kiezen dan voor een leven zonder al die formaliteiten die met kerk en evangelie te maken hebben en die ons gezinsleven op een bepaalde manier stempelen, moeten we dan niet erkennen dat dit een keus is die inherent is aan de sfeer van de opvoeding die wij hen zelf gegeven hebben?

Het is goed dat we hier eens grondig over nadenken. En dat we — als daar reden voor blijkt te zijn — maar eens heel radicaal en heel concreet veranderingen aanbrengen in ons (gezins)leven.

Gezinsleven

Graag wil ik een paar dingen over het gezinsleven zeggen, om hierin tegelijk een praktische handreiking te bieden voor een stuk bezinning erop.

Het gaat erom dat Christus ook in ons gezinsleven als Koning regeert en dat we ons in alles door Zijn Geest laten leiden. In alles! In het gewone leven van elke dag, in de manier waarop wij met elkaar en met anderen omgaan, de manier waarop wij conflicten hanteren, ruzies proberen te beslechten, de manier waarop wij met ons geld omgaan (hoe gemotiveerd we zijn in wat we wel en wat we niet aanschaffen, in wat wel of niet ons huis binnenkomt), hoe onze houding in het algemeen is tegenover bezit, hoe wij met vreugde omgaan en met verdriet, hoe wij teleurstellingen verwerken, hoe wij ons opstellen temidden van de uitdagingen en verleidingen van deze wereld, hoe wij omgaan met goed en kwaaad, hoe wij tegen de zonde — in welke vorm dan ook — strijden vanuit een leven van genade, hoe wij ons betrokken weten bij het leven in de gemeente waar wij deel van uitmaken en bij het gebeuren in de wereld...

Een christelijk gezin is niet simpelweg getypeerd met: zondagse kerkgang, regelmatige bijbellezing en gebed, maar met: hier woont Christus. Dat betekent: Hij heeft het voor het zeggen... er wordt naar Hem geluisterd... er wordt mét Hem gesproken... er wordt óver Hem gesproken, door man en vrouw, door ouders en kinderen.

Een christelijk gezin wordt ook getypeerd door het huwelijk dat in ere wordt gehouden... het huwelijk waarin man en vrouw elkaar in voor- en tegenspoed — ook temidden van de vele verleidingen tot ontrouw — vasthouden in de liefde van Christus, waarin het huisgezin gebouwd wordt op het fundament Jezus Christus.

Een christelijk gezin is ook een gezin dat zijn plaats erkent en inneemt in de christelijke gemeente. In de eerste plaats omdat wij, ouders en kinderen, er wezenlijk bijbehorend ook geroepen zijn om mee te werken aan haar opbouw. In de tweede plaats omdat de Heilige Geest ook via het lichaam van de gemeente werkt en wij Zijn inspiratie en licht — dat geldt ook de opvoeding van onze kinderen — ook langs deze weg mogen inwachten. De gemeenschap in de gemeente is buitengewoon 'stichtend' (opbouwend). Dat betekent omgekeerd ook, dat de Heilige Geest via ons anderen in de gemeente wil leiden en tot steun wil zijn. We denken hierbij met name óók aan vaders en moeders die er alleen voor staan... aan kinderen die in gebroken gezinssituaties leven. Het kan niet dat zij in de christelijke gemeente aan hun lot overgelaten worden!

Komt ook juist hierin niet uit dat de christelijke gemeente het huisgezin van God is?

C. G. Geluk (HGJB)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Hoe houden we  de jongeren bij de kerk?' (14)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's