De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

'Hoe houden we de  jongeren bij de kerk?' (15)

Bekijk het origineel

'Hoe houden we de jongeren bij de kerk?' (15)

Met het oog op de jongeren

8 minuten leestijd

Een appèl aan andere gemeenteleden (2)

De beste bijdrage

Onze kinderen in deze zin een goed 'thuis' geven, dat is de beste bijdrage die wij aan hun leven en aan hun toekomst kunnen leveren, in het bijzonder in de wereld van vandaag met haar vele gebroken huwelijken en gebroken gezinnen. Een 'thuis' waar wij als ouders met onze kinderen bij een open Bijbel leven... waar wij ons samen met hen door de Heilige Geest laten toerusten voor het leven van elke dag en wij hen vasthouden en leiden te midden van de uitdagingen en verleidingen van onze tijd... waar wij als ouders instrumenten mogen zijn voor het leggen van de basis in het leven van onze kinderen en waar wij hun ook de emotionele stabiliteit, de veiligheid en de geborgenheid, kunnen verschaffen die zij zozeer nodig hebben en die van zo essentieel belang is voor hun geestelijke, psychische en emotionele ontwikkeling en voor hun groei naar de volwassenheid... een 'thuis' waar — om een beeld te gebruiken — het 'bloed' van de gemeente als lichaam van Christus inspirerend en versterkend stroomt door de aderen van het gezinsleven, met als hartslag het kloppen van het Vaderhart van God voor ons zoals dat in het Woord hoorbaar is... een 'thuis' waar 'binnen' wezenlijk anders is dan 'buiten'... Naar mijn overtuiging is de verworteling van het gezinsleven in het gemeenteleven een zeer belangrijk gegeven wanneer het gaat om de vraag: 'Hoe houden we de jongeren bij de kerk?'

Ik ben me ervan bewust, dat dit allemaal erg 'idealistisch' klinkt. De praktijk is meestal zo anders. Wat brengen wij als ouders ervan terecht?

Moeten we onze normen dan maar verlagen en bijstellen naar een wat meer haalbaar niveau? Om het paulinisch te zeggen: dat zij verre! We zouden hetzelfde immers van Gods wet kunnen zeggen, en van het beeld van de gemeente zoals ons dat in het N.T. wordt voor gehouden, en van het huwelijk...

Wij kunnen wel makkelijk tegenwerpen: het is ons te hoog en te ver, en: wat brengen wij ervan terecht? , en al dat soort dingen, maar wij doen er beter aan onze roeping als christen-ouder? , werkelijk serieus te nemen en ons te realiseren, dat het gezinsleven van onschatbare betekenis is voor het leven en de toekomst van onze kinderen. Vandaar dit appèl aan het adres van ouders.

Een uitnemende positie

Wij zijn als ouders in een uitnemende positie orn onze kinderen, die tegelijk ook de jongeren van de gemeente zijn, op te voeden en voor te gaan in de weg van het Woord, zowel in het gezin als ook in de verbanden van gemeente en samenleving. Spannen wij ons ervoor in om er wat van te 'maken', of laten wij Gods water maar over onze gezinsakker lopen?

Het kost inderdaad inspanning — en ook tijd — om op een zinvolle, creatieve en recreatieve wijze een relatie met onze kinderen op te bouwen en te onderhouden... om met hen samen te leven, méé te leven en ook mee te groeien op hun weg naar zelfstandigheid. Dit vraagt van ons, ouders, radicaliteit in onze houding — in onze overgave aan God, de Heere — in een dienende, ootmoedige levenswijze — in de totaliteit van ons staan en leven, ook als gezin, in deze wereld. Vanuit deze radicaliteit, die niets anders is dan gehoorzaamheid aan het Woord, hebben wij de roeping om onze kinderen gemotiveerd en doelgericht te leren denken en leven. Dat betekent uiteraard, dat wij zelf gemotiveerd en doelgericht moeten zijn en handelen. Als motief en doel in ons eigen leven ontbreken en wij onze kinderen dan confronteren met het 'Alzo spreekt de Heere Heere...', dan maken wij de Bijbel voor hen tot een boek vol lege woorden die geen enkele relevantie hebben voor het leven van nu. Wat een desillusie kan dit vroeger of later voor hen inhouden — als het hun dan nog verder iets kan schelen en als zij dan nog niet door onverschilligheid van Woord en kerk vervreemd zijn — als zij tot de ontdekking komen dat hun ouders, ondanks zoveel schijn van het tegendeel, een leeg leven leiden. En dat terwijl de Bijbel een boek is vol van overvloed, vol veelbelovende woorden en zegenrijke geboden, die zeer relevant en actueel zijn voor het leven van nu, en die ook voor onze kinderen in de nood van hun leven en in de verwarring van onze tijd redding en toekomstperspectief bieden en richtinggevend zijn!

Wat hebben wij veel ontvangen, om van te leven en om door te geven! Laten wij onze kinderen in dit licht een positieve opvoeding geven en laten wij ons daar met alles wat in ons is aan geven. Wat wij hiervoor nodig hebben, wordt ons in het Woord aangereikt. Laten wij met het oog op onze taak als opvoeders ook de vervulling met de Heilige Geest zoeken. Geeft de Schrift niet een duidelijke samenhang aan tussen de vervulling met de Heilige Geest (Ef. 5 : 18) en de opvoeding van onze kinderen en het gezinsleven (Ef. 6 : 1-4)? Kijk, als we dat zien en de betekenis daarvan beseffen, dan zullen we het woord 'idealistisch' niet zo gauw in de mond nemen en niet te gemakkelijk omgaan met de hoge roeping die wij als ouders hebben. Als wij op dit 'hogere' niveau (vervulling met de Heilige Geest) leven en bezig zijn, wordt bij alle inspanning die van ons gevraagd wordt dan ook niet een stuk spanning weggenomen?

En dan nóg iets

Ik wil in deze appellerende fase nóg iets kwijt. Een vorige keer heb ik mij tot predikanten gericht met een appellerend woord in verband met hun roeping en taak ten opzichte van de gemeente, met name van de jongeren. Ik wil het nu omdraaien en mij tot de andere gemeenteleden richten in verband met hun roeping en taak ten opzichte van de predikant. En ook nu schrijf ik weer in de 'wij'-stijl, omdat ik als predikant voor buitengewone werkzaamheden in mijn woonplaats 'gewoon' gemeentelid ben. Wat ik schrijf, gaat ook mijzelf aan.

U zult het wel goed vinden, dat ik een tekst citeer. Ik zou namelijk de aandacht willen vestigen op Hebr. 13 : 17, waar we lezen: 'Zijt uw voorgangers gehoorzaam, en zijt hun onderdanig, want zij waken voor uw zielen, als die rekenschap geven zullen, opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende, want dat is u niet nuttig'.

Het werk van een predikant als verbi divini minister mag het mooiste werk zijn dat er is, het is zeker niet het makkelijkste werk. Predikanten worden, in strijd met de zojuist geciteerde vermaning, vaak helemaal niet gehoorzaamd. En u begrijpt natuurlijk wel, dat het hierbij gaat om de gehoorzaamheid aan het Woord waar predikanten dienaren van zijn. Predikanten zijn vaak juist mikpunten van kritiek. Wij, gemeenteleden, maken hun het werk daardoor zo moeilijk. En wat is het gevolg? Dat zij hun werk zonder vreugde en al zuchtende doen. En helaas geldt dat van heel veel predikanten. En dat is ons 'niet nuttig'. Daar ondervinden wij geestelijke schade van.

U vraagt zich wellicht af, wat de relatie van deze opmerkingen is met de vraag 'hoe houden we de jongeren bij de kerk?' Die relatie is als volgt aan te geven. Ik zou nu weer een tekst willen citeren, en wel Hand. 17 : 11, waar Lukas ons van de Joden te Berea vertelt, dat zij 'het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren'. Zo was hun reactie op de prediking van Paulus en Silas. Zo zou onze reactie op de prediking vandaag ook moeten zijn: onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo zijn — in het gezin, samen met onze kinderen! en als 'deze dingen' dan anders blijken te zijn, en als wij verder iets 'hebben' tegen de predikant, dan is de plaats waar wij moeten zijn: de pastorie. Een predikant die de aanduiding verbi divini minister naar haar waarde schat, staat open voor corrigerende, opbouwende, in liefde gemaakte opmerkingen.

Weet u wat er gebeurt, als wij niet dagelijks de Schriften onderzoeken in onze omgang met God? Dan worden wij net als een spons zonder water: droog en hard. Dan moeten anderen het altijd ontgelden. In het kerkelijk leven is dat dan vaak — op afstand dan — de predikant en zijn prediking.

Weet u wat er gebeurt, als wij als ouderen en ouders ons altijd maar negatief uiten over predikant en prediking, en, als dat nodig is (en dat kan nodig zijn en is vaak ook nodig!), niet een of andere poging doen om iets opbouwends te zeggen en te doen in de richting van de predikant? Dan werken wij in de hand, dat onze kinderen de kerk en het geloof puur als iets negatiefs ervaren, dan moeten wij er ook niet vreemd van opkijken, dat ook zij een negatieve houding aannemen.

Een toetsende vraag is: hoe praten wij met de jongeren van de gemeente, met onze kinderen in onze gezinnen over predikant en prediking? Hoe gaan we om met het Woord dat hij brengt? Zijn wij onze voorgangers gehoorzaam? En gedenken wij hen, samen met onze kinderen, in onze gebeden?

Laten wij eraan bijdragen, dat onze voorgangers hun werk met vreugde en niet al zuchtende doen, want dat is — afgezien van het feit, dat de Heere God daar behagen in schept — ons 'nuttig'. En bij dat 'ons' horen ook onze kinderen!

C. G. Geluk (HGJB)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Hoe houden we de  jongeren bij de kerk?' (15)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's