Occultisme en magnetisme
Kan een occulte dosis een goede dosis zijn;
Op 't eerste gezicht een wat vreemde vraag. Immers, niemand denkt bij het woord dosis aan de oorspronkelijk griekse
betekenis: 'Gave'. Het woord 'occult' betekent letterlijk: verborgen. Maar wij denken er meestal bij: demonisch, duister. We spreken dan bijv. over 'occulte krachten' waarover een waarzegster beschikt.
Als het zo ligt, zal iemand zeggen, kan het antwoord op de vraag alleen maar 'nee' zijn. Zo simpel ligt het echter niet. Voor de ene kerkganger beschikt een magnetiseur over een 'occulte dosis' maar de ander vindt dat de man een gave van de Heilige Geest ontvangen heeft en dus over een goede dosis beschikt. Volgens de een beschikt een gebedsgenezer over 'occulte gaven' en volgens de ander heeft hij een Geestesgave ontvangen. Om het nog wat ingewikkelder te maken: er zijn ook mensen die zeggen dat dit soort gaven gewoon bij onze natuur horen; alleen, de ene mens krijgt het bij zijn geboorte al mee en de andere niet. Je moet, zo zeggen zij, zo'n 'gave' dan ook als goed of misschien neutraal beschouwen.
Zijn er dan goede en kwade gaven?
Wat lezen we daarover in de Bijbel?
De eerste tekst die onze aandacht trekt is van Jacobus 1 : 17a: Alle goede gave, en alle volmaakte gifte is van boven, van den
Vader der lichten afkomende...'. Uit het verband blijkt dat Jacobus wil zeggen, dat als God ons in een situatie brengt in ons leven, waarin we verzocht worden, dat we die verzoeking dan niet als een kwade gave moeten beschouwen (vs. 13). In tegendeel: ijn eigen begeerlijkheid is het, waardoor ik in verzoeking kom. De gave van de techniek, bijv. de T.V. en Videorecorder, is geen kwade gave op zich, maar het gebruik dat mensen er van maken, die door hun begeerlijkheid geleid worden, brengt wel zonde voort! (vs. 15) Nu is het wel duidelijk dat we door deze techniek in huis te halen, we veelal onszelf in verzoeking brengen, terwijl Jacobus erover spreekt, dat God ons in situaties leidt, waarin de verzoeking tot zonde op ons af komt, om ons te beproeven. (Zoals Christus door de Geest in de woestijn geleid werd, Luc. 4:1). Dat neemt echter niet weg, dat in beide gevallen de zonde niet in de gave ligt, maar in het hart van de mens!
Van God komen alleen goede dingen en daarin is Hij onveranderlijk (vs. 17b). Een wedergeboren mens gaat leren, dat niets in zichzelf kwaad of onrein is. (Rom. 14 : 14 spreekt duidelijke taal in dit verband). Dat geldt van vlees en wijn, zelfs van vlees dat uit een afgodstempel komt! (1 Kor. 10 : 23-33) Maar juist een wedergeborene weet van een oude natuur, die niet met wijn en vlees weet om te gaan, en daarom soms het gebruik moet mijden. Zeker ook, als dit gebruik aanstoot geeft bij anderen (Rorn. 14:13-15). Aan de andere kant is het ook zo, dat als die oude natuur in ons gedood wordt, we ook weer mogen leren met wijn en vlees om te gaan...
Zijn dan alle gaven goed?
Het voorgaande lijkt daar wel voor te pleiten. We kunnen dit nog aanvullen met bijv. de gave van musiceren. Mick Jagger en 'Prince' maken duidelijk een kwaad gebruik van deze gave. Maar bedoelen vele christelijke koren en musici niet juist met hun gave Gods eer te zoelïen?
Een 'begaafd' chirurg kan zijn gave voor een abortusingreep gebruiken, maar ook om een kankergezwel weg te snijden. Maar, zal iemand zeggen, dan geldt hetzelfde toch ook voor iemand die de 'gave' van het magnetiseren heeft, of gebedsgenezing of gedachtenlezen etc... Hoe vaak worden mensen niet geholpen door de magnetiseur of de helderziende. De laatste wordt immers vaak genoeg zelfs door de politie geraadpleegd? Nu moeten we beslist niet ontkennen, dat magnetiseren vaak helpt, en dat er duidelijke resultaten geboekt worden door helderzienden en andere waarzeggers. Vele mensen concluderen uit het feit 'dat het helpt' ook, dat het daarom goed is om er gebruik van te maken.
Echter een reageerbuisbevruchting met behulp van een donor helpt ook, maar is het daarom goed?
Ook valt niet te ontkennen, dat er mensen zijn, die 'ontdekken' dat ze kunnen magnetiseren of er van jongsaf aan onder gebukt gaan, dat ze ongelukken bij familieleden van tevoren 'zien'. Er schijnt dus bij een aantal mensen sprake te zijn van 'natuurlijke aanleg', zoals sommigen een rekenknobbel hebben en anderen beslist het timmervak in de vingers hebben of voor het omgaan met dieren in de wieg gelegd lijken. Het is zelfs niet ondenkbaar 'dat de mens in staat der rechtheid de gave van helderziendheid, telepathie etc. heeft gehad en dat daar nog restanten van over zijn. In ieder geval zal het herstel van de kosmos bij de wederkomst van Christus ook betekenen dat Zijn Volk dezelfde gaven zal ontvangen als Christus had en heeft in Zijn opstandingslichaam (Filipp. 3:21).
Er is heel wat voor te zeggen om op grond van het voorgaande alle gaven op zichzelf goed te noemen.
Maar, let wel:
Er mag niet van alle goede gaven gebruik gemaakt worden!
1. Van de gaven van de Heilige Geest moet gebruik gemaakt worden (Rom. 12 : 7).
Kenmerkend voor deze gaven is, dat ze nooit 'in aanleg' aanwezig zijn of plotseling 'ontdekt' kunnen worden. Zij worden geschonken bij de wedergeboorte door de Heilige Geest. Dit geldt zowel voor de 'gewonere' gaven des Geestes (Galaten 5 : 16 i.v.m. 22), als de meer bijzondere gaven (1 Kor. 12 : 28-30). Hoewel deze gaven verschillend zijn, is het toch dezelfde Geest (1 Kor. 12 : 4) die ze werkt zoals Hij wil (vs. 11). Omdat deze Geest alleen woont in de ware gelovigen (1 Kor. 6 : 19) en er vele ongelovigen zijn die kunnen genezen, de toekomst voorspellen, begaafde sprekers en musici zijn, kunnen deze gaven niet zonder meer onder de gaven des Geestes gerekend worden. Deze gaven verleent God ook alleen indien het nodig is tot opbouw van Zijn Kerk op aarde (1 Kor. 14:12) en niet om daarmee geld te verdienen! (Hand. 8 : 17-19)
2. Van andere gaven geldt dat ze tot op zekere hoogte gebruikt mogen worden. We denken dan aan 'begaafde' technici en wetenschapsmensen, kunstenaars (Al deze gaven waren nodig om de tabernakel en de tempel te bouwen en om de eredienst uit te oefenen: Ex. 25-28 en 1 Kon. 6-7 bv.). Als het gebruik van deze gaven echter leidde tot verafgoding van de gemaakte voorwerpen (denk aan beelden, amuletten, gebouwen) maar ook: personen en hun gaven (koningen, priesters en profeten bij de heidenen), dan was dat misbruik van die gaven. We zeggen vaak, dat elke gave een opgave met zich meebrengt. Dat was vroeger zo en dat is nog zo. Ook tegenwoordig is het een steeds moeilijker wordende opgave om de grens aan te geven van wat nog gebruik en wat misbruik van gaven is. Denk maar weer aan de medische wetenschap, muziek, ruimtevaart, kernenergie enz. Ook nu nog geldt als belangrijkste toetssteen: leidt het tot afgoderij of niet. Daar ligt de grens. Daar ligt ook een gigantische problematiek. Want die grens kan vaak per persoon verschillen...
3. Van bepaalde gaven geldt dat er nooit gebruik van gemaakt mag worden. We zagen
dat een beeld een mens tot afgoderij kan verleiden, dat hoeft echter niet. Als de mens echter zover komt, dan aanbidt hij niet het beeld, maar de demon die zich daaraan verbonden heeft. Vandaar, ook dat zijn gebeden bij dat beeld ook daadwerkelijk uitwerking kunnen hebben (1 Kor. 10:19, 20). De satan wordt immers de overste dezer wereld genoemd en heeft als zodanig macht (Efeze 2 : 2). Indirect, via dat beeld, komt een mens dan in kontakt met demonen. Hetzelfde gebeurt, als een mens via sportverdwazing ook, indirect, onder demonische invloed komt. (Sportverdwazing is immers ook afgoderij). Er zijn echter ook middelen waardoor een mens direct in kontakt met de machten der duisternis komt. Het bekendste voorbeeld in de Bijbel is het spiritistisch medium, dat Saul in kontakt bracht met een demon die zich presenteerde als Samuel. De vrouw had de gave, zich met de demonenwereld in verbinding te stellen (1 Samuel 28 i.v.m, 1 Kron. 10:13, 14). Ook waarzeggerij en tovenarij, tegenwoordig terugkerend in de moderne astrologie en de satanskerken, behoort bij de gaven, die uitdrukkelijk niet gebruikt mogen worden, omdat ze tot direct kontakt met de duivel leiden en dus direct tot afgoderij. (Deut. 18 : 10-13/Deut. 4 : 19/Jesaja 8 : 19bv). Overigens blijkt o.a. uit Hand. 16:16-18 dat de Bijbel beslist niet ontkent, dat waarzeggers inderdaad de waarheid kunnen zeggen... We kunnen dus zeggen, dat het gebruik maken van deze gaven 'occultisme' is, en in strijd met het eerste gebod.
Ook iemand die de Heere vreest, zal geen gebruik mogen maken van deze gaven, omdat de Heere het tot zijn eigen zaligheid verboden heeft. Het bemerken dat men de gave heeft om buitenzintuiglijke waarnemingen te doen, zal, als het goed ligt, voor zo iemand eerder als een last ervaren worden, die veel strijd kost.
Het in kontakt..komen met mensen, die hun gaven in strijd met Gods gebod toch uitoefenen is beslist niet ongevaarlijk. Zij staan in dienst van de duivel. Onderzoek heeft aangetoond, dat daar een besmetting vanuit kan gaan: de duivel is kennelijk in staat dezelfde verschijnselen bij iemand op te wekken, die bij een ander in aanleg aanwezig zijn. Hier geldt het bevel des Heeren: 'En haat ook de rok, die door het vlees bevlekt is' (Judas 23b).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1987
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1987
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's