Boekbespreking
Jaarboek voor de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Jaargang 1, J. H. Kok, Kampen 1987, 194 blz., ƒ 27, 50.
'Dit jaarboek is een vrucht van de groeiende belangstelling voor de geschiedenis van het gereformeerde volksdeel', zo begint de redactie haar 'Woord vooraf in deze pas verschenen bundel.
De 12 afleveringen van 'anderhalve eeuw gereformeerden in stad en land' schijnen de redactie een indicatie te hebben gegeven omtrent de door haar gesignaliseerde 'groeiende belangstelling'. Of deze belangstelling ook in de toekomst nog zal blijven of zich zelfs zal vermeerderen, zal nog moeten blijken. Wat ons betreft: wij wensen het de redactie van harte toe.
Het is altijd wat gewaagd om bij een bepaalde uitgave nummer 1 te gebruiken. In ieder geval zal dan immers ook nummer 2 moeten komen. Wij wachten af. Deze eerste bundel bevat een zestal bijdragen. Een opsomming zal ik de lezers besparen. De bijdragen zijn — en dat is ook de bedoeling — zeer gevarieerd. Een stuk over de 'Genealogie Van Halsema' is niet bepaald van dien ard, dat het de gemoederen der hoorders sterk zal beroeren. Ajiders wordt het echter als het voor een deel der lezers gaat over een stukje geschiedenis van eigen gemeente. Wat dat betreft kunnen de Middelburgers hun hart ophalen. Als zij wat weten willen omtrent de verscheidenheid van kerkelijk leven in hun gemeente in de vorige eeuw, dan zullen zij het verhaal van de historicus M. P. de Bruin, zelf een Middelburger, geïnteresseerd lezen. Ook mij boeide het, vooral wat verteld wordt over ds. A. Littooij.
Maar het stuk dat mij het meest boeide is dat van prof dr. D. Th. Kuiper, hoogleraar algemene sociologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Onder de titel Gefnuikte vernieuwing, een titel die ons al heel wat zegt over het eigen standpunt van de schrijver, tekent hij ons wat er zich aan spanningen en tegenstellingen heeft afgespeeld in de Gereformeerde Kerken in de eerste decennia van onze eeuw. Natuurlijk vallen hierbij de namen van Netelenbos en Geelkerken.
Het is vanzelfsprekend dat Kuiper de zaak vooral sociologisch benadert, dat behoort bij zijn vak; maar ook theologische en geestelijke tegenstellingen komen aan de orde. Ik hoop dat in een volgende jaargang dit thema ook nog eens specifiek theologisch zal worden doorgelicht.
In ieder geval: wij kijken met spanning uit naar het volgende nummer.
K. Exalto
Dr. C. A. Tukker, Leven met het hart, uitg. De Groot-Goudriaan/Kampen, 87 pag., ƒ14, 50.
Dr. Tukker zoekt in dit geschrift een antwoord op de vraag naar wat het bijzondere van de godsdienstigheid van het christendom is om zo het unieke van het christelijke geloof te laten blijken. In het eerste hoofdstuk gaat hij dan uitvoerig in op wat hij noemt 'geestelijkheid'. Hij verkiest deze term boven de meer gangbare uitdrukking 'vroomheid'. In vogelvlucht laat hij zien hoe in de geschiedenis der kerk deze 'geestelijkheid' een rol heeft gespeeld. Om dit deel af te sluiten met de vraag waarmee hij ook begon: wat verstaan we onder geestelijkheid. Het antwoord op deze vraag is o.a. van levensbelang voor het voortbestaan van de mensheid, acht dr. Tukker. In het tweede hoofdstuk geeft hij aan langs welke wegen geestelijkheid in praktijk gebracht kan worden: eenzaamheid, gebed, agenda en liturgie, dagprogramma als godsdienstoefening, cultuur. Dr. Tukker sluit dit boekje af met aandacht voor de vraag: welke grenzen zijn er aan de geestelijkheid? Het ligt in zijn bedoeling nog een tweede deeltje uit te geven en dat te wijden aan de vraag wat deze godsdienstigheid te maken heeft met het denken. Stijl en formulering van gedachten zijn niet altijd bevorderlijk voor de toegankelijkheid van dit boekje. Althans, zo verging het mij: ik las het enkele malen. Dan biedt het toch wel veel. Veel informatie in kort bestek over wat er in de christelijke kerk al zo gezegd en geschreven is over wat de schrijver 'geestelijldieid' noemt. Het verlies ervan zal voor de kerk inderdaad een levensgrote bedreiging betekenen. Als appèl om aandacht te blijven vragen voor het leven der vroomheid, een waardevol en verdienstelijk geschrift.
J. Maasland
W. Verboom, Kinderen van het Licht, 62 blz., ƒ12, 50. Buijten en Schipperheijn, Amsterdam 1987.
Een fijn boekje voor meditatie 'en kringwerk over de eerste brief van Paulus aan de Thessalonicenzen. Een aantal hoofdgedachten worden besproken o.a. 1 Thess. 1 : 2-3, 1 : 10; 3 : 2-3, 8, 12-13; 4:17; 4 : 13-18; 5 : 6, 9, 18, 23, 24. Enkele meditaties over 'groeien in het geloof zijn gesitueerd rondom voorbereiding, viering en dankzegging Heilig Avondmaal.
De stijl is zeer aansprekend. De titel is ontleend aan hoofdstuk 5 : 6. Van harte aanbevolen!
A. N.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 december 1987
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 december 1987
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's