Globaal bekeken
In De Zaaier (kerkblad voor de Alblasserwaard) schreef ds. J. F. Schuitemaker iets aardigs uit de archieven van de hervormde gemeente Nieuwpoort. Hier volgt het.
'De laatste keer vermeldden we iets over het feit, dat er rond 1850 nogal wat zwervers voorkwamen. Er was ook een wet, die bepaalde, dat een kerkelijke gemeente – alhans de diakonie – aansprakelijk bleef voor een verhuisde inwoner. In 1847 kwamen bij de diakonie de volgende rekeningen binnen: uit Giessendam "sijnde 13 weken a ƒ 1,–"; een rekening van ƒ 6,50 uit Meerkerk; terwijl Streefkerk een rekening indiende over een heel jaar a ƒ 0,50 per week. Dit was moeilijk voor onze diakonie. De inkomsten waren gering. (De classis Gouda ontving bijvoorbeeld de opbrengst van een kollekte ƒ 2,40 voor de noodlijdende gemeenten en personen van dat jaar. Een andere kollekte voor de Waldenzen – twintig jaar eerder – telde toen ƒ 12,30). Tot overmaat van ramp kwam een brief binnen van de classis hoe het zat met geweigerde onderstand aan een weduwe in Nieuwpoort. Deze vrouw had in Hei- en Boeicop gewoond en was in beroep gegaan bij de classis. Om ons in de omstandigheden rond 1847 in te leven, moeten we bedenken, dat er in 1845 voor het eerste een aardappelziekte optrad. In 1846 gebeurde dat opnieuw. De gevolgen waren voor de bevolking rampzalig. In ons archief is nog een oproep bewaard gebleven van de rijksoverheid om in mei 1847 een extra bidstond voor het gewas te houden. De diakonie had het derhalve niet breed.'
De oudere generatie in Israël begint pas nu over het grote leed in de Tweede Wereldoorlog te spreken. Grootouders vertellen het hun kleinkinderen. Op de basisscholen komen nu soms ouderen vertellen hoe het was. Mensen vertrouwen na meer dan veertig jaar hun gevoelens aan het papier toe. Intussen blijken ook de psychische problemen toe te slaan. Uit een brochure van de Stichting Sociale Solidariteit ELAH, (PEILING, naar de behoefte aan psychosociale hulp bij de Nederlandse oorlogsgetroffenen (W.O. II) die zich in (Israël gevestigd hebben) die zich met deze problemen bezig houdt, neem ik de volgende twee 'verhalen' over.
• 'Een struisvogel?
Ze wonen al jaren in Israël maar spreken Nederlands met hun uitgesproken Israëlische zoon.
De flat is prachtig ingericht.
Vlak voor het raam doen kolibri-achtige vogels zich te goed aan honing van onwaarschijnlijk rode bloemen.
Ik voel mij hier goed.
De sfeer is vredig.
"Ik wil het allemaal niet weten, wat er toen gebeurd is", zegt hij.
Ik schrik. Even voel ik me bedrogen. De shalom blijkt niet in
staat de gevolgen van "toen" te genezen,
Voor ik het weet zit ik midden in zijn verhaal:
"Ik ban alles uit mijn gedachten.
Ik doe alsof er niets gebeurd is.
Toen mijn zoon de kans liep in Libanon zijn leven te verliezen,
heb ik ook hem uit mijn gedachten gebannen…
Als struisvogel ben ik bijzonder geslaagd."
Zonder iets te zeggen kijkt de zoon de vader aan.
Begrijpt hij wat zijn vader vertelt? Is hij gekwetst?
Zijn vrouw zegt: "Laat het toch rusten".
Is ze bang?
Er klinkt iets van opluchting door in zijn stem, als hij zegt,
kijkend naar zijn vrouw: "Ik ga er met iemand over praten. Praten over 'toen' en over 'nu".
Zijn vrouw kijkt eerst naar haar zoon, dan naar haar man.
Ze ontspant zich merkbaar.
We gaan samen koffie drinken.
Vandaag is alles gezegd.
De zelf-gebakken gemberkoek smaakt beter dan anders.
De sjabbat is dichterbij geomen.
• De kinderen
"Mijn man heeft nog nooit met de kinderen over de oorlog gepraat".
"Toch wel", zegt hij verdedigend, "pas nog – en toen begonnen ze een beetje te lachen".
"Dat is wel waar, maar begrijp je dat ze eigenlijk met hun houding geen raad wisten?",
Hij is stil, maar niet rustig.
Opnieuw begint zij en zegt: "Mijn man praat er te weinig over.
Alles ligt achter een dikke deur, die niet open mag."
En dan, zonder merkbare overgang, zegt ze:
"Begrijp je dat nu? Mijn dochter heeft nachtmerries over de oorlog.
Angstig droomt ze dat haar ouders worden weggehaald.
Ze ziet Duitsers en P.LO.-ers; ze lopen door elkaar heen,
Mijn dochter is pas 24 jaar oud."
Dan trekt hij het gesprek naar zich toe, en zegt:
"Toch is er iets veranderd,
De laatste paar weken zijn we met elkaar gaan praten.
Ook over die nachtmerries.
We hebben nu een afspraak gemaakt met iemand die deze dingen begrijpt."
Hij is rustiger nu.
Ze gaan zich meer uiten, ook over "toen".
Deze man en vrouw, ze houden veel van elkaar, merk ik.'
v. d. G.
V. d. G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1988
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1988
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's