De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Capitulatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Capitulatie

8 minuten leestijd

'Als de stadhouder zag, hetgeen geschied was, toen geloofde hij, verslagen zijnde over de leer des Heeren'Handelingen 13 : 12

Tóen geloofde hij!
Tóen ging Sergius Paulus overstag voor het Woord van God, dat Paulus en Barnabas hem hadden gebracht. Hij capituleerde ervoor. Hij gaf zich over aan God.
Tóen pas!
Elymas had pogingen gedaan om hem van het geloof af te houden. Hij was een sta-in-de-weg geweest! Maar de Heilige Geest volbrengt Zijn werk! Elymas was blind geworden. 't Is misschien merkwaardig om te zeggen, maar 't was een passende straf! Hij had de ogen van zijn geest gesloten voor het licht van het Evangelie: daarom werden zijn lichamelijke ogen gesloten voor het licht van de zon.
Hij had de stadhouder willen verblinden: en hij werd zélf met blindheid geslagen! Hij wilde het licht van het Evangelie uitdoven, en het licht in zijn eigen ogen doofde! Hij moest iemand zoeken, die hem kon leiden. Wat een vernedering! Hij wilde leidsman zijn van Sergius Paulus! Maar gebleken is dat hij een blinde leidsman was: hij moest zèlf geleid worden. Het bleek wat zijn toverkunst voorstelde! Hij had zich op zijn duistere gaven laten voorstaan! Hij beschikt toch over magische krachten? Maar hij kon zichzelf het licht in de ogen niet teruggeven! We moeten wel beseffen: deze straf was door Paulus wel aangekondigd, maar hem door God opgelegd. 'De hand des Heeren is tegen u' had Paulus gezegd. De straf, die over Elymas heenkwam was niet te wijten aan een onsympatieke Paulus, die niet tegen weerwoord kon, maar aan een vertoornd God, die de weerstand tegen Zijn Woord opruimde! God bewaart Zijn Woord! God staat voor Zijn eigen Woord in! Hij laat dat Woord op veel manieren ingang vinden in mensenharten. Elymas had zich aan de vorst der duisternissen overgegeven, daarom werd hij aan de duisternis overgeleverd. Vaak komt het oordeel van God in dat wat we ons zelf op de hals halen. Oordelen van God zijn vaak heel vanzelfsprekend. De volksmond zegt dan: 'Het kwaad loont zijn meester' of 'misdaad straft zichzelf' of 'Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald hem wel'. Maar het is zo dat op het kwaad, de misdaad en de leugen Gods zegen niet rusten kan. Elke overschrijding van de Wet Gods brengt zijn eigen zure vruchten mee. De vreugde van de zonde is kort, de nasmaak lang en bitter! 'Door schade en schande wijs worden' is een heidense uitdrukking. Laten wij veel meer voor Gods aangezicht belijden: "k Sloeg, eer ik werd verdrukt, het dwaalspoor in, maar nu geleerd, houdt ik Uw Woord en Wegen'.
De straf die Elymas ontving was nog mild! Elymas werd alleen maar met blindheid geslagen: hij werd niet gedood! En: hij werd blind 'voor een tijd'. Zijn blind-zijn zou niet blijven duren! Paulus kondigde deze straf aan. Dat is ook al opmerkelijk! Paulus zelf was, nadat God hem een halt had toegeroepen op de weg naar Damascus, korte tijd blind geweest, en de duisternis die over hem gekomen was, was heilzaam voor hem geweest: hij had tijd gehad om na te denken, en tot zichzelf te komen.
Dat gebeurt soms ook in ons eigen leven: 'n ongemak overkomt ons, een ziekte grijpt ons aan, ineens raken we uitgeschakeld uit het arbeidsproces. Juist zulke gedwongen 'stille tijden' kunnen tijden van bezinning worden. Tijden, waarin we tot onszelf komen. Tijden, waarin we de balans vanons leven opmaken, en nagaan of we de prioriteiten in ons leven op de juiste wijze hebben gesteld. Tijden, die ons leren, dat God en Zijn dienst in onze levensbegroting openstaande posten waren! Overigens Elymas, met blindheid geslagen, was een jood! Een representant van het volk Israël. En toch: zijn blind zijn was niet blijvend.
Er is een parallel tussen Elymas en het volk Israël in haar geheel! Paulus schrijft in Romeinen II over de verharding van Israël, maar hij spreekt de overtuiging uit dat deze toestand van het volk niet zal blijven duren. De verblinding is dus 'voor een tijd', net als Elymas' blindheid.
Tóen geloofde Sergius Paulus!
Niet alleen omdat hij 'zag hetgeen geschied was', maar ook 'verslagen zijnde over de leer des Heeren'.
Hij was verslagen!
Daar heeft het wonder dat hier voor zijn ogen heeft plaatsgevonden aan meegewerkt! 't Was niet het kunnen van Paulus, dat het kunnen van de tovernaar overtrof. Maar: de macht van God was sterker dan die van de duivel. De vorst der duisternis kon niet op tegen de slaande hand des Heeren! De straf, die Elymas overkwam, was treffend en overtuigend. Het masker viel af! Het leek alsof hij verlicht was met bijzondere gaven. Maar dat was alleen maar uiterlijk zo! In zijn hart was niets anders dan nacht en duisternis. En ineens zag hij met zijn ogen niets meer: het licht van de zon was verduisterd!
Wij mensen kunnen de schijn ophouden. Geen mens heeft de gave om in ons binnenste te kijken. Niemand weet wat er in ons huist! We kunnen ons heel anders voordoen dan we werkelijk zijn. Zo kunnen we er ook een schijn van godsdienstigheid op nahouden, dat zich uit in heel veel vormen: Gebed, kerkgang, lofzang en offervaardigheid. Maar laten we bedenken: God ziet door de schijn heen! In de dag des oordeels worden alle sluiers weggetrokken. Soms vallen de maskers in dit, leven al af. Er kan wat gebeuren waardoor eensklaps de camouflage stukbreekt, en er uit komt wat er in zit. Hoevelen zijn er niet die toen in hun leven de nood aan de man kwam, God vaarwel zeiden.
De schijn kon hen er niet in helpen! Terwijl het geloof toch een kracht is, ook als de nood over ons leven heenspoelt! Juist, in de nood mogen wij ontdekken, dat God; daarin zeer nabij is, en Zich een helpend God betoont! Ik kan begrijpen dat Salomo in zijn wijsheid spreekt: 'Hij is een Schild dengenen, die oprechtelijk wandelen' (Spreuken 2 : 7).
Het masker van Elymas viel af. Het imponeerde Sergius Paulus, hij was erdoor verslagen. Zou, hij gedacht hebben aan zijn eigen hart? Zou hij zich gerealiseerd hebben dat het boze ook huisde in zijn eigen leven, en dat God daarvan kennis heeft. In ieder geval: hij geloofde! De boodschap van genade en vergeving, van verzoening door Christus' bloed raakte hem!
Ontstaat juist niet veel geloof in de verslagenheid over ons eigen leven? De zonde is een realiteit. Maar toevlucht nemen mogen wij tot die God, Die de wereld zo liefgehad heeft dat Hij Zijn eigen Zoon niet spaarde! Hij reinigt ons boze hart. Hij zegt dan ook: 'Mijn Zoon, geef Mij Uw hart'!
Sergius Paulus was verslagen over de wijze waarop Elymas tot zwijgen werd gebracht. Op aanschouwelijke wijze werd hij weerlegd. Hij was ineens hulpbehoevend. Hij kòn geen tegenstand meer bieden. Zo werd hier uitgemaakt wat waarheid en wat leugen is! Niet altijd straft God zo onmiddellijk. Dat zouden wij willen: dat alle tegenstanders van het Evangelie terstond het zwijgen wordt opgelegd.
Maar dit was een bijzonder geval. Sergius Paulus, een heiden, kwam in aanraking met het jodendom. Hij werd, om zo te zeggen, tot aan de Openbaring van God gebracht, maar door Elymas misleid. Hij moest door een krachtig teken zien, dat Paulus de waarheid verkondigde. De Heilige Geest was bezig Gods Kerk te plaatsen onder de heidenen. En toen het werk van God hier op Cyprus op bijzondere wijze werd tegengewerkt, kwam over Elymas een bijzonder oordeel! Zo onmiddellijk rekent God niet met al Zijn vijanden af. Maar één ding is zeker: Zijn vijanden zullen vergaan! Alle machten en krachten die tegen Hem ingaan, die ook invloed uitoefenen in Zijn gemeente, zullen ontkracht worden!
'Toen geloofde hij.' Een stadhouder. Een aanzienlijke!
Dat kan dus, dankzij God!
Binnen in het Koninkrijk van God zijn 'niet vele machtigen, niet vele edelen'. Maar ze onbreken er niet, al zijn ze weinig in getal. Sergius Paulus is er één van. Ze zijn er gelukkig nog. Aanzienlijken. Wijzen, machtigen, die zich voor hun God niet schamen, maar Hem dienen op hun plaats.
'Toen geloofde hij.'
Dat staat hier tussen twee andere zinsdelen in: 'hij zag hetgeen geschied was' en 'verslagen zijnde over de leer des Heeren'. Wordt het geloof daar niet altijd van vergezeld? Wij zien 'wat geschied is'. De heilsgeschiedenis wordt ons voor ogen gesteld. Als kind werd de geschiedenis van het volk Israël en de weg van de Heere Jezus Christus op deze aarde ons al voorgeschilderd! Kennis van de Bijbelse geschiedenis is onontbeerlijk. Maar ook onmisbaar is: 'verslagen te zijn over de leer des Heeren'! Gods vijanden zullen vergaan. De duivel moest zijn prooi loslaten, toen Christus met Pasen uit het graf opstond. Hij overwon, Die Sterke Held.
Heel de heilsgeschiedenis is op Pasen uitgelopen. Toen is de dag gekomen wat waarheid is. Pilatus' vraag was: 'wat is waarheid'? Daarop is met Pasen antwoord gegeven: 'Dit is de waarheid, Jezus Christus'!
Gods vijanden vergaan. Ook wij, als wij aan deze waarheid geen gehoor geven, maar de duisternis liever hebben dan het licht. Dan loopt ons leven in het rijk des duisternis uit! Laten wij capituleren voor het Woord van God! God zal ons niet doden, maar doen léven! 'Wie is wijs? Die neme deze dingen waar; en dat zij verstandelijk letten op de goedertierenheden des Heeren'.

M. J. Middelkoop, Babyloniënbroek

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1988

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Capitulatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1988

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's