Globaal bekeken
Dat er een samenwerkingsverband schoolverzuim is opgericht is tekenend voor ontwikkelingen onder de jongeren (adres Catsheuvel 81, 2517 KA 's-Gravenhage). Het verband heeft i.v.m. een nationale week van het schoolverzuim (10-15 oktober a.s.) enkele 'discussiestellingen' opgesteld. Hier volgen er enkele:
• Een van de maatregelen die de overheid heeft genomen om schoolverzuim te bestrijden is het ontwikkelen van een computerprogramma om direct het verzuim te kunnen registreren. In onder andere Rotterdam zijn daar al ervaringen mee opgedaan. Men kan op zeer korte termijn, variërend van 2 tot 24 uur, actie ondernemen naar ouders en/of leerlingen. Ook kunnen overzichten per dag, week of maand worden gemaakt, inclusief de aard van het verzuim. Na anderhalfjaar werken met dit programma is gebleken, mede door de aandacht voor de verzuimende leerlingen, dat het schoolverzuim met 30% is teruggelopen. Elke school zou over moeten gaan tot het aanschaffen van dit programma.
• Het verminderen van het spijbelprobleem is ook een taak van de ouders en niet alleen van de scholen zelf. Ouders dienen zich niet slechts verantwoordelijk te voelen voor het schoolverzuim van hun eigen kind(eren), maar ook als totale groep ouders op hun school. In die zin dienen zij invloed uit te oefenen bij de aanpak van het schoolverzuim bij schoolbestuur en schoolleiding. In het schoolwerkplan zou aangegeven moeten zijn op welke wijze de school het schoolverzuim tegengaat.
• Ook voor een leerling die niet (volledig) leerplichtig meer is, geldt vanwege het feit dat zij/hij op de school is ingeschreven de verplichting de school te bezoeken. Te overwegen is om juist deze jongeren zelf op verzuim aan te spreken en medeverantwoordelijk te stellen. Onder bepaalde vooraf vastgestelde voorwaarden zou het lesbezoek voor een gedeelte ter keuze aan de leerling kunnen worden gegeven. Net zoals volwassen werknemers snipperdagen kunnen opnemen, zou dat op school geregeld kunnen worden via baaldagen ofsnipperkaarten voor de niet-leerplichtigen. Ook is een toename geconstateerd van verzuim, waarvoor ouders weliswaar verantwoordelijk zijn op grond van de leerplichtwet, maar door verschillende oorzaken niet verwijtbaar kunnen worden geacht. Een regeling zoals hierboven genoemd zou ook voor die leerplichtige leerlingen kunnen gelden (bijvoorbeeld vanaf 14 jaar).
• Lesuitval en tussenuren leiden nogal eens tot ongeoorloofd schoolverzuim, zeker wanneer er na het vrije uurtje een 'onbelangrijk' vak op het rooster staat. Scholen zouden lesroosters zo 'leerlingvriendelijk' als mogelijk moeten opstellen; daarnaast zou lesuitval zoveel mogelijk moeten worden opgevangen door extra opvang en begeleiding van de leerlingen.
• Het verschijnsel 'papieren leerling' dient te worden teruggedrongen. Op school mogen geen leerlingen zijn ingeschreven die nooit op school (mogen) komen. Ouders als groep hebben het recht bij de schoolleiding navraag te doen of dit op hun school voorkomt
• Uit onderzoek blijkt dat drievierde van de spijbelaars gewoon thuis blijft of naar huis gaat. Ouders zouden dus op de hoogte kunnen zijn van het spijbelgedrag van hun kinderen. Extra aandacht van de ouders is derhalve gewenst
• Als het schoolverzuim van een leerling niet eens door de school of door de ouders wordt opgemerkt, is dat funest voor die leerling. Het werkt demotiverend bij de leerling en leidt nogal eens tot herhaling. Het geeft de leerling het gevoel wel gemist te kunnen worden.
• School en ouders zouden in een zogenaamde verzuimcommissie gezamenlijk het probleem schoolverzuim kunnen aanpakken. Ook leerlingen zouden In zo'n commissie vertegenwoordigd moeten zijn.
• Op elke school dient een leerlingbegeleider aanwezig te zijn die nauw contact onderhoudt met (de ouders van) die leerlingen, die in aanmerking komen voor extra zorg en aandacht. Deze leerlingbegeleider dient daarvoor een aparte opleiding te hebben gehad en afhankelijk van het aantal te begeleiden leerlingen taakuren te krijgen. De rijksoverheid dient een beleid te voeren, dat schoolbesturen in staat stelt om leerlingbegeleiders aan te stellen.
• De methode van lesgeven kan mede een oorzaak zijn van ongeoorloofd schoolverzuim. Methodes die leerkrachten binnen een school hanteren dienen onderwerp van gesprek te zijn binnen een schoolgemeenschap. Ouders moeten in staat gesteld worden – door middel van ouderavonden – kennis te nemen van de te hanteren methode van lesgeven. Een jaarlijkse verplichte evaluatie aan de hand van studieresultaten van de leerlingen kan bijdragen aan het ontwikkelen van een goede lesmethode. Deze evaluatie dient in het openbaar gehouden te worden en is derhalve toegankelijk voor ouders en leerlingen.
• Een directeur of rector van een school kan een leerling wegens 'gewichtige omstandigheden' buiten de schoolvakanties om tien dagen verlof per jaar geven. Wat onder 'gewichtige omstandigheden' verstaan moet worden dient in overleg met ouders en leerlingen te worden vastgelegd. Een opsomming' van de 'gewichtige omstandigheden' dient – bijvoorbeeld via het leerlingenstatuut – openbaar gemaakt te worden. De medezeggenschapsraad behoort in dezen een instemmende rol te hebben.
In Jeruzalem wordt de psychiatrische kliniek Kfar Shaul met steun uit Nederland gerenoveerd. In 'Onze wereld', een driemaandelijkse publicatie van artikelen, geschreven door inwoners van de kliniek (slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog) schreef Shraga Hort 'een goed woord voor het nobele Nederlandse volk'. Deze voormalige leraar aardrijkskunde/geschiedenis, die woont in een van de gerenoveerde paviljoens, geeft op de volgende wijze iets door over die (protestantse) Hollanders, die Israël willen helpen.
'Op de paden in het dorp kunnen we jonge mensen tegenkomen; soms zien we hen met gereedschap in de hand. Allemaal jonge, aardige mensen. Ze zijn vrijwilligers uit Holland, die o.a. al enige revalidatiepaviljoens opbouwden en al weer met nieuwe projecten bezig zijn. (…)
Natuurlijk wordt er gevraagd: "Welk belang hebben die protestantse voorgangers er bij, notabene de joden te helpen?" Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet men iets van de geschiedenis van Holland weten.
Enkele honderden jaren geleden, bijvoorbeeld, was er in Holland een Spaanse koning. De Spanjaarden waren katholiek – een tak van het christendom. Het grootste gedeelte van de Hollandse bevolking behoorde tot een andere: de protestanten. De katholieke Spanjaarden vervolgden zowel de joden in Spanje als de protestanten in Holland. Ze wilden dat alle Hollanders zich zouden bekeren tot het katholicisme. Omdat de protestanten dit weigerden, werden ze wreed vervolgd. Toen het bijna ondragelijk werd, kwamen ze in opstand. Ze streden heldhaftig, zowel ter land als ter zee, totdat alle Spanjaarden van Hollandse bodem verdreven waren. Het zou goed te begrijpen zijn geweest wanneer de protestanten daarna wraak zouden hebben genomen op de katholieken; dat gebeurde echter niet. De protestantse koning proclameerde vrijheid van godsdienst.
Toen de Spaanse en Portugese joden, die ook zo wreed vervolgd werden door de katholieken aldaar, hoorden over die godsdienstvrijheid, kwamen velen naar Holland. De Hollanders ontvingen hen met open armen en maakten het hen mogelijk om de kost te verdienen. Vele joden gaven, nadat ze welvarend waren geworden, geld voor de bouw van prachtige synagoges. Zo leefden ze in Holland in voorspoed en geluk tot Holland werd bezet door de Nazi's. De Nazi's wilden alle joden, zowel in Duitsland als in de door hen bezette landen, vernietigen. Het grootste gedeelte van het Nederlandse volk trok zich het lot van de joden aan en probeerde velen van hen te redden. Na de oorlog werd het dagboek van het jonge joodse meisje Anne Frank gevonden. Zij doet daarin verslag van hun onderduiking, samen met nog enkele joodse families, en hoe Nederlandse vrienden hen voorzagen van voedsel e.d., met gevaar voor eigen leven. Op het laatst werden ze ontdekt door de Nazi's. Anne Frank is, samen met vele andere joden, omgekomen in Bergen Belsen.
De Nederlanders waren geschokt toen ze vernamen hoe erg de joden hadden geleden en dat er 6 miljoen joden omgekomen waren. Ze boden meteen hulp aan, zowel aan de overgeblevenen als aan de weinigen die terugkeerden uit de concentratie-kampen. Meteen na de oprichting van de Staat Israël boden de Nederlanders weer hun hulp aan. Ze toonden trouw en vriendschap zelfs ook toen de Arabieren hen daarvoor boycotten en de oliekraan dicht draaiden.
Dus het is niet zo erg verwonderlijk dat Nederlandse protestantse voorgangers Kfar Shaul hulp aanbieden.
Nu nog iets over Nederland en de Nederlanders. Het Nederlandse volk is vredelievend.
Toen de voormalige Hollandse stammen naar Holland kwamen, vonden ze een land vol met moerassen. De Hollanders ging toen maar niet een ander land bezetten, maar zetten zich des te meer in om het moeras droog te leggen. Ze legden kanalen aan en bouwden stuwdammen. Ze veranderden het land in een 'bloeiende tuin' vol met al het goede.
Toen na de Eerste Wereldoorlog bleek dat er gebrek aan landbouwgrond was, leverden ze een knap staaltje ingenieurs-werk. Ze bouwden een grote stuwdam midden in de zee en legden zo een groot deel van de zee droog. Tegenwoordig is die voormalige zeeboden landbouwgrond.
Nederlanders hebben een hoge levensstandaard. Die hebben ze te danken aan hun ijver en werklust. Ze exporteren veel verse groenen en fuit Ook andere landbouwproducten, vis en zuivelproducten. De Nederlandse kaas is wereldberoemd evenals het speciale Hollandse stamboekvee. Het grootste gedeelte van de koeien in onze kiboetziem en mosjaviem zijn ook van die origine..
De Nederlanders ontwikkelden ook een geraffineerde industrie. Ze zijn over de hele wereld beroemd om hun uitstekende electronische apparatuur. Ze hebben ook grondstof-verwerkende fabrieken: cacao-producten en koffie, die je zelfs in onze winkels kunt kopen. Nederlanders zijn een zeevaardersvolk en verzorgen vrachtvervoer over alle oceanen. Ook zijn ze goede vissers: denk aan de zoute haring ('Hollandse maatjes'), die als delicatesse wordt beschouwd. Verder werken er veel Nederlanders in de bloemen-sector Ze kweekten vele nieuwe soorten. Vooral hun tulpen zijn wereldberoemd. Ook exporteren ze bloembollen en bloemenzaad (…).
Misschien is het leuk het volgende voorval te vertellen:
De assistent van Hitler, Hermann Goering, hield veel van het werk van (de schilder, red.) Vermeer. Toen de Duiters Nederland bezetten, wilde hij werk van Vermeer kopen. De Nederlanders hadden ze echter verstopt. Op een dag kwam er iemand naar hem toe, een zekere Van Meegeren, en vertelde hem dat hij schilderijen van Vermeer bezat en ze wel wilde verkopen. Goering betaalde veel geld (achteraf bleek het geld vals te zijn). Alle Duitse experts die het werk van Vermeer bekeken, zeiden dat het originele schilderijen betrof. Na de oorlog wilden de Nederlanders Van Meegeren hiervoor berechten. Tot ieders verbazing bekende Van Meegeren de schilderijen zelf geschilderd te hebben. Van Meegeren bleek dus zelf een schilder van groot formaat te zijn.'
v. d. G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1988
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1988
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's