Geestelijke vervuiling
We hebben de laatste tijd uitvoerig aandacht gegeven aan de milieuproblematiek en deze geplaatst tegen de achtergrond van ons rentmeesterschap, met daaraan verbonden de vreemdelingschap.
Intussen is het onmiskenbaar dat alle maatregelen, die op beleidsverantwoordelijk niveau genomen worden, vragen, discussies, spanningen en zelfs protesten oproepen. Maatregelen kosten geld. En wanneer het dáárom gaat voelen mensen of groepen van mensen zich spoedig misdeeld, zich in hun portemonnee aangetast. Ook onze overheid kan echter maar één keer het geld uitgeven.
In dit verband is het van belang om naast de milieuvervuiling tengevolge van schadelijke stoffen tegelijkertijd aandacht te geven aan de vervuiling van het geestelijk milieu. De welvaart is in de naoorlogse jaren tot ongekende hoogten opgestuwd, zodat de bomen tot in de hemel leken te groeien. Maar mèt de toename van de welvaart ging ook gepaard een proces van geestelijke ontworteling, zelfs van decadentie van onze samenleving. We konden ons financieel alles permitteren. Het gevoel van afhankelijkheid van de Heere raakte weg. We raakten als westerse samenleving meer en meer in de ban van de ontkerstening en ook in eigen land wierpen we de banden van het verleden van ons. Het Schriftwoord 'Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen' (psalm 2) is een diep ingekankerde houding in ons volksleven geworden.
Als mensen, die veertig jaar geleden zijn heengegaan, hun ogen nog eens konden opslaan zouden ze hun ogen niet alleen niet kunnen geloven met betrekking tot het totale leefmilieu, maar ze zouden hun ogen ook niet kunnen geloven als het gaat om het geestelijk milieu. Nederland loopt in de geestelijke decadentie, die aan de gang is, daarbij niet achterop maar eerder voorop. Het komt voor dat mensen, die geëmigreerd zijn, na jaren nog eens in het vaderland terugkomen en dan opschrikken van de diepgaande veranderingen, die zich in zedelijk opzicht hebben voltrokken. De alles-kan-en-alles-mag mentaliteit heeft breed om zich heengegrepen.
Voorbeeld
Als het daarom gaat kunnen we gemakkelijk klaagzangen aanheffen zonder één en ander te concretiseren. Ik noem twee voorbeelden.
Dezer dagen trad de directeur van het Van der Valk concern in de openbaarheid met betrekking tot het strafrecht in Nederland. Enkele jaren geleden werd zijn vrouw Toos ontvoerd. De 'criminelen' zitten gevangen in de Scheveningse strafgevangenis maar er is nog elf miljoen gulden van het losgeld niet terug. Daarvan leven de criminelen zelfs in de strafgevangenis prinsheerlijk. Ze laten daar – als we de uitbarsting van woede van de heer Van der Valk mogen geloven – maaltijden uit een duur restaurant aanrukken omdat het eten van de gevangenis hen niet zint. Ze hebben een goed leven, met in het vooruitzicht een luxe bestaan wanneer ze weer vrij komen, omdat het geld veilig is gesteld. Ze hebben bovendien – aldus Van der Valk – meer rechten dan de zich beklagende gedupeerden.
Welnu, lopen we in onze samenleving niet telkens tegen de praktijk van de rechtspraak aan, waarbij criminelen met egards behandeld worden? En dat terwijl er plaatsen in ons goede vaderland zijn, waar de gemiddelde burger zich niet meer durft vertonen? Meer en meer is onze samenleving verziekt, mede door slappe uitoefening van de rechtspraak.
Ik noem het tweede voorbeeld. In de journalistiek kan en mag ook ongeveer alles. In Amerika werd de nieuwe president beëdigd. Hij legde de eed af op de Bijbel en de evangelist Billy Graham was helemaal bij het gebeuren betrokken. Kom er eens om in onze samenleving waar zelfs bewindslieden van christelijken huize nog maar zelden worden betrapt op een bijbels woord in hun openbare optreden. Te onzent werden we intussen wèl onthaald op een nummer boulevardjournalistiek, doordat dit toch grootse gebeuren mocht worden verslagen door kwajongens, die meenden alles wat heilig is door het slijk te mogen halen en de Godsnaam bekladden en bezwadderden. In een commentaar merkte mr. Hilterman heel fijntjes op dat de BBC en België het gebeuren in Amerika ó zo correct en keurig hadden verslagen. Dit voor degenen, die eens naar een andere zender willen uitwijken, als het om zulk een gebeuren gaat. Onze 'nationale' omroep liet het gebeuren verslaan door mensen, die zich niet ontzagen op z'n minst de christelijke bevolkingsgroep te kwetsen. Ook dit was een symptoom van de vervuiling van het geestelijk milieu, die we juist ook in de journalistiek ontwaren.
De verregaande relatieproblematiek is voor een deel ook gevolg van de geestelijke vervuiling. Frank en vrij is een vrije, nietgebonden moraal gepropageerd met alle gevolgen van dien voor van ouds hechte relatievormen, waaronder de beschermende kring van het gezin. En waar relaties uiteen vallen versplintert het leven en moeten maatregelen genomen worden, die van overheidswege handen vol geld kosten, waarbij zelfs misbruik van het stelsel van sociale zekerheden aan de orde van de dag is.
Intussen genieten verder allerlei dubieuze groepen hoge staatssubsidies, waardoor vervuiling van het geestelijk milieu ongestoord kan plaats vinden. Ooit heeft wijlen senator H. Algra, bij het toekennen van subsidies voor kunst en literatuur, in de Eerste Kamer gezegd dat veel van wat vandaag kunst heet niet anders is dan het met faecaliën werpen naar het Kruis van Christus. Welnu, zulks subsidiëren wij vandaag in Nederland in hoge mate.
Noem verder het vandalisme. Rondom 'brood en spelen' is modern vandalisme losgebroken dat de samenleving al miljoenen heeft gekost.
Waarom deze voorbeelden genoemd? We beseffen best dat aan al deze zaken ook problemen zitten, die voor de overheid weerbarstig zijn. Maar als het gaat om gelden, die moeten vrijkomen voor de bescherming van het milieu, of als het gaat om de noodzaak van 'inleveren' voor de burger om het milieu leefbaar te houden, dan gaat het zelden om het inleveren van of bezuiniging òp gelden, die vandaag beschikbaar zijn om organisaties en personen te steunen, die slechts bijdragen tot de afbraak van het geestelijk leefmilieu.
Als we de milieuproblematiek breed willen aanpakken dan zullen we die integraal moeten aanpakken en de gééstelijke vervuiling van het milieu er helemaal bij moeten betrekken. Wanneer mentaliteitsverandering alleen gericht is op het tastbare en zichtbare milieu en er komt geen mentaliteitsverandering in geestelijk opzicht, ook in de breedte van de samenleving, dan dient alles wat wordt aangewend om het milieu te beschermen slechts om ons 'hemeltje-hier-en-nu' in stand te laten.
Materialisme
De geestelijke vervuiling, waarin we vandaag leven, komt overigens ten diepste voort uit het materialisme. De mens leeft voor genot en consumptie. Pluk de dag. Laten we eten en drinken en vrolijk zijn. Dat is het grondpatroon van het materialisme. Daarvan moeten we intussen zeggen dat het breed om zich heen heeft gegrepen. Ook de christenheid is door het materialisme aangegrepen. En van de rechtzinnige, zeg de gereformeerd orthodoxe sector kan helaas ook niet worden gezegd dat deze vooraan heeft gestaan als het gaat om het geven van signalen voor versobering. Er mag dan in laatst genoemd sector sprake zijn van grote terughoudendheid, om niet te zeggen afwijzing bij alles wat ligt in de sfeer van modern vermaak, maar vaak is er toch ook weer een zucht naar weelde, die kennelijk als compensatie dienen moet voor wat men zich in andere zin onthoudt Intussen vindt het materialisme in het egoïsme zijn voedingsbron. Het 'hebben, houden, halen' is een diep ingekankerde menselijke kwaal, die in de welvaartsmaatschappij alleen nog maar is aangewakkerd. Bovendien hebben we in die welvaartssamenleving zó veel taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan de overheid gedelegeerd, dat ook in de christelijke gemeente de wederkerige dienstbaarheid, de offerbereidheid is afgenomen. En zelfs wanneer het erom gaat om de arme verre naaste te helpen gaat het niet ten koste van eigen welvaart. Het kost ons in feite niets om ook wat af te schuiven voor noden elders in de wereld, waarbij we vaak ook nog direct gereed staan om te vragen of het geld wel goed terecht komt, zonder dat ons eigen bestedingspatroon een bijbelse doorlichting krijgt.
De Schrift zegt dat geldgierigheid de wortel van alle kwaad is. Die is helemaal buiten het blikveld geraakt. Maar het materialisme is in ieder geval een kwaad, dat door alle levensverbanden in onze samenleving heentrekt, ook in rechtzinnig kerkelijk Nederland. Dat werkt ook remmend als het gaat om het nemen van concrete maatregelen inzake het milieu.
Wanneer we derhalve spreken over geestelijke vervuiling, kunnen we niet om het materialisme heen. Klaagzangen over de geestelijke neergang zijn ongeloofwaardig wanneer we niet de volkszonden, waarin we zelf ook helemaal betrokken zijn, opnemen in onze kritiek.
Vreemdelingschap
Aan christenen is in het verleden wel eens verweten, dat ze uitsluitend een wissel trekken op de eeuwigheid. Wanneer dr. G. Manenschijn zijn boek over het milieu ('Geplunderde aarde, getergde hemel') afsluit kan hij het niet nalaten op een smalende wijze af te rekenen met het boek van John Bunyan 'De christenreis naar de eeuwigheid'. Hij noemt het een verschrikkelijk boek vanwege de 'hordenloop naar de eeuwigheid'. Welnu, het zij toegegeven dat er iets mis is wanneer we uitsluitend wissels trekken op de eeuwigheid en we intussen de aarde negeren en we er ons niet om bekommeren hoe we deze achterlaten voor generaties na ons. Maar anderzijds moet worden gezegd dat juist de christen, die weet heeft, bevindelijk weet heeft van de eeuwigheid, het bezig zijn in de tijd ook weet te relativeren. Die weet van onthechting, gebaseerd op de vreemdelingschap. Het zou wel eens kunnen zijn dat juist christenen, die iets geproefd hebben van het 'hier beneden is het (uiteindelijk) niet' de beste inbreng kunnen hebben als het gaat om het omgaan met de schepping.
De Bijbel roept ons op tot het beoefenen van de vreemdelingschap. De pinnen van onze levenstent mogen niet te vast in de aarde. Die vreemdelingschap is direct verbonden met het rentmeesterschap. Ze staat er niet tegenover, ze is er aan inherent. En juist die levenshouding kan garantie zijn Voor versobering, voor een ethiek ook van 'het genoeg'.
We staan voor de noodzaak van een ingrijpende mentaliteitsverandering, met het oog op de leefbaarheid van de aarde ook voor komende generaties, zolang Christus nog wacht te komen. Zulk een mentaliteitsverandering ligt het best verankerd in de bekering des harten en dientengevolge de praktijk der godvruchtigheid. Dan is er ook allereerst oog voor de vervuüing van het totale leven, een vervuiling die ten diepste voortkomt uit de vervuiling van mijn bestaan, de onreinheid van mijn hart.
Daarom gaat het om levensvernieuwing, die uit komt in levensheiliging. De geestelijke vervuiling komt dan niet op de laatste plaats in het blikveld. En als het om inleveren gaat mag de overheid inzake het milieu ook wel het geestelijk milieu en de vervuiling daarvan in haar beleid betrekken.
v. d. G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1989
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1989
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's