De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Jade Villa

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jade Villa

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Chinese ontmoetingen
Enige tijd geleden werd door de burgemeester aan het Stationsplein van Bilthoven een nieuw Chinees restaurant geopend. In het plaatselijke krantje had ik erover gelezen. Een exclusieve bedoening dacht ik bij mezelf. Vooral die naam: 'Jade Villa'. Van Dale deelt mee dat jade een kostbaar gesteente is van meestal bleekgroene kleur, zeer taai, waarvan in China kunstvoorwerpen worden gesneden. In een advertentie stond dat er 'keizerlijk' eten werd geserveerd. Wat overdreven, vond ik. Dat wou ik wel eens onderzoeken. Ik er dus heen.
Het gebouw maakte ongetwijfeld een 'keizerlijke' indruk. Een echte Chinese facade, in rode, groene en gouden kleuren, twee zittende leeuwenbeelden bij de ingang. Het portaal was een schuin oplopend brugje over een vijvertje met aan weerszijden spuitende fonteintjes. De ontvangstruimte was van marmer met een tafeltje waarop een groot boeket rode rozen. Na afloop kreeg iedere dame een roos mee, constateerde ik later. De eetzaal was luxe ingericht met veel Chinees snijwerk. In het plafond waren grote luchters aangebracht, tafeltjes en stoelen waren van fijn, glimmend rood hout. Obers in zwarte pakken en ook een paar Chinese meisjes in jurken met Chinees borduurgarneersel ontvingen je op vriendelijke, bescheiden wijze. Omringd werd je door de charme van een andere cultuur. En het eten? Zonder meer keizerlijk! Nergens zo heerlijk Chinees gegeten. En tegen matige prijzen. Een schotel Mihoen Goreng Speciaal met zeer fijne witte bami en Chinese garnalen, saté, koe lo yoek, babi pangang en ei voor ƒ 22,– is niet te duur, dunkt me. Natuurlijk zijn er ook duurdere gerechten. Op de achtergrond zachte muziek. Alles beviel me: de entourage, de bediening, het voedsel, de sfeer. Langzamerhand kwam ik er geregeld, niet te vaak, want het moest een 'uitje' blijven. Zo was ik op den duur 'stamgast' geworden.

Nader contact
Op een keer kwam een ober in donkergrijs gekleed aan mijn tafel staan.
'Mag ik uw naam weten?' vroeg hij.
'Zeker, ik heet Jonker en woon hier in Bilthoven,' antwoordde ik. 'Mag ik ook uw naam weten?'
'Richard,' zei hij. 'Richard Wong.'
'Bent u de eigenaar?'
'Neen, ik ben de manager. De eigenaar is hij.' Hij wees mij iemand aan met een bril op, die onopvallend als ober de mensen bediende.
Een volgende keer kwam hij weer naar mij toe.
'Mag ik ook weten wat u doet?'
'Zeker, ik ben emeritus-hoogleraar.'
'Hier in Utrecht?'
'Ja, van Utrecht.'
'Mag ik ook weten in welke faculteit?'
'Zeker, in de theologie. Maar misschien kent u het woord niet?' vroeg ik hem, denkend aan ervaringen in onze geseculariseerde samenleving als je zegt dat je theoloog bent, ze kijken je dan met grote, onbegrijpende ogen aan. Hoe zou iemand uit de Chinese cultuur het woord wel kennen?
Mijnheer Richard glimlachte. 'Het woord betekent godgeleerdheid,' zei hij. 'Ik ben Christen en ook nog predikant-evangelist,' voegde hij er aan toe.
'Wat zegt u?' vroeg ik.
'Elke zondagmorgen bedien ik het Woord.'
'In welke gemeente?'
'In twee Chinese gemeenten, om beurten in Utrecht en Amsterdam. We hebben ook nog gemeenten in Rotterdam en Den Haag. Dat zijn grote gemeenten. Utrecht en Amsterdam zijn maar klein en kunnen mij niet onderhouden. Daarom werk ik hier als manager om het brood te verdienen voor mijn gezin.'
We kregen een gesprek over de theologie. Hij had in Zeist gestudeerd, praktische theologie vond hij het mooiste vak.
De volgende keer nam ik een exemplaar van Theologische Praxis mee en gaf hem het boek.
'Als je het interessant vindt mag je het houden,' zei ik.
Onze gesprekken waren maar kort, één of twee minuten. Langer kon hij het zich niet veroorloven met mij te praten, want hij was in dienst en moest opletten of de klanten goed bediend werden enz. Onze gesprekken waren dus kort, maar krachtig.
'Heb je het boek al bekeken?' vroeg ik hem een keer.
'Ja, ik vind het nogal moeilijk.'
'Het begin is moeilijk, dat vinden de studenten ook. Het is een analyse van de westerse cultuur en u komt uit een andere cultuur. Later wordt het eenvoudiger.'
'Ik kom uit Hongkong. Daar hebben we andere problemen. We maken ons bezorgd over de christelijke gemeente daar, als Hongkong in 1997 onder het Chinese communisme komt.'
'Wat denkt u van de studentenrevolutie in Peking?'
'Niet best,' mompelde hij.
We spraken ook over de Utrechtse faculteit.
'Ik ben niet zo geleerd',– zei hij. 'Het gaat mij om de verzoening door Jezus Christus, om geloof, bekering en wedergeboorte.'
'Man, daar gaat het mij ook om!'
'Ik ben tegen de moderne theologie uit Amerika,' voegde hij er aan toe.
Wat bedoelde hij met 'de moderne theologie uit Amerika'?

1e Atjehstraat 18
Ik wilde wel eens een dienst van zijn gemeente in Utrecht meemaken. De afspraak werd gemaakt: op 18 juni, op vaderdag.
Om half tien stond ik voor de deur. Een eenvoudige arbeiderswoning. Ik belde aan en de deur werd dadelijk geopend. Chinese gezichten keken mij verrast aan. Wat moest die vreemde mijnheer? Toen ik de naam Richard Wong noemde werd ik meteen binnengelaten en kreeg een stoeltje vooraan. Zo rijk Jade Villa was, zo eenvoudig en sober was het hier. De twee kamers waren doorgebroken en tot één zaal gemaakt. Achter was een trap naar de eerste etage waar de vele kinderen van de gezinnen tijdens de dienst werden beziggehouden. Tegen tien uur was de zaal geheel vol met vijftig, zestig Chinese bezoekers. Ook Richard kwam met vrouw en drie dochters binnen en ging naast mij zitten. 'We hebben dit alles zelf met eigen kracht ingericht,' zei hij. 'Eigen schilderwerk, timmerwerk enz. We hebben geen subsidie van de overheid of de kerken. We doen alles zelf'
Richard leidde ditmaal niet zelf de dienst, maar een candidaat, candidaat Tac.
Hij stond achter de lessenaar en voor een bord en leidde de hele dienst in het Chinees. In zijn preek hoorde ik twee Nederlandse uitdrukkingen: 'eschatologische relatie' en 'communicatieve relatie'.
Begeleid door de piano werd er in het Chinees gezongen op melodieën van Engelse opwekkingsliederen. Richard hield mij een Chinees-Engels gezangboek voor, zodat ik in het Engels kon meezingen. De liturgie was eenvoudig en sober. Twee meisjes in witte toga's met rode halsdoeken om en twee jongens in witte toga's met blauwe halsdoeken om zongen een lied. De Schriftlezing werd gezamenlijk gehouden, ieder met een Bijbel voor zich. De voorganger las vers 1, de gemeente vers 2, de voorganger vers 3, de gemeente vers 4… dus om en om. Op die wijze werd de hele gemeente wel intens bij de Schrift bepaald!
De preek ging over 2 Timotheus 2 over de volgelingen van Jezus als soldaten van Christus. Telkens behandelde de prediker een bijbelse gedachte en schreef deze puntsgewijs op het bord, hij had acht punten. Ook gooide hij er zo nu en dan een grapje doorheen, waarbij iedereen lachte. Hij keek iedereen vrijmoedig aan en preekte van punten, enthousiast en welbespraakt.
Richard wees mij in de Chinees-Hollandse Bijbel telkens de tekst aan die werd behandeld.
Na de preek introduceerde de candidaat mij bij de gemeente en hield ik een klein toespraakje, door hem vertaald in het Chinees. Ik sprak o.m. over twee merkwaardige ontmoetingen, de ontmoeting met Richard en de ontdekking van het liturgieblaadje waar in Hollandse letters vermeld stond dat de Chinese gemeente in Amsterdam-Zuid samenkwam in het Oranjehuis in de 1e v. d. Helststraat, het wijkgebouw waar ik in de jaren vijftig negen jaar catechisatie heb gegeven en wijkavonden heb gehouden! Ik eindigde met hen allen Gods zegen toe te wensen.
Na de dienst was er nog een gezellig samenzijn met koffie en Chinese zoetigheid. De kinderen kwamen naar beneden en deden een spelletje, een samenspraak waarbij ze vermoedelijk vader en moeder nadeden. Telkens hoorde ik de woorden 'papa' en 'mamma'. Het was vaderdag! Aan het eind applaudisseerde iedereen. De kinderen stonden vooraan gedromd. Een meisje legde vertrouwelijk haar hand op mijn knie: ik was in de gemeenschap opgenomen.
Toen ik wegging kreeg ik als geschenk een Chinees-Hollandse Bijbel mee.

'De kop erop, de diepte ervan'
'Ik heb genoten van de dienst,' zei ik later tegen Richard. 'Wat een gemeenschap!'
'Ja, er is een zeer sterke band onderling. We helpen elkaar als er moeilijkheden zijn.'
'En een bijbelse prediking, dat kon ik wel opmaken.'
'Ja, we zijn tegen de maatschappij-kritische theologie.'
Ach zo, dat bedoelde hij dus met 'de moderne theologie uit Amerika'!
'Natuurlijk moet een volgeling van Jezus opkomen voor gerechtigheid in de wereld en strijden tegen onrecht in de maatschappij, maar bijbelse bevrijding betekent wel wat meer. Het is verzoening door Christus, het is…' en hier zocht hij naar Nederlandse woorden, 'het is de kop erop, de diepte ervan.'
'Dus je bent tegen de horizontale vervlakking?'
'Precies,' zei hij en hij vertrok weer om zijn werk te doen.
'De kop er op, de diepte er van.'
Al etende peinsde ik verder over deze woorden. Een simpele, maar scherp geformuleerde aanduiding van een fundamenteel bezwaar tegen de zgn. bevrijdingstheologie.
Ineens dacht ik aan Het Getuigenis van 1970, nu bijna twintig jaar geleden, toen wij deze zaak aankaartten. We kregen bijval van 70.000 gelovigen, maar ook heftige kritiek tot in de Synode. Toen dachten we dat het slechts een Nederlandse aangelegenheid was, maar de zaak heeft internationaal de christenheid in beweging gebracht tot in het Vaticaan toe. Nu kun je op de bevrijdingstheologie promoveren en er professor mee worden. Ik dacht aan mijn overleden vrienden en collega's, de opstellers Van Ruler en Van Niftrik, de medestanders Van Unnik en Vriezen.
Hier kregen ze gelijk van een Chinese dominee. 'De kop erop, de diepte ervan', simpel geformuleerd, zonder veel 'wetenschappelijke' poeha.
In een Chinees restaurant. In Jade Villa. Een paar honderd meter verwijderd van het H.CJ.B.-centrum Silvosa aan de Prins Bernhardlaan.
Hoe wonderlijk zijn toch Gods wegen.

H. Jonker, Bilthoven

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 1989

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Jade Villa

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 1989

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's