De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

In memoriam ds. E.R. Damsté

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam ds. E.R. Damsté

(1-7-1903 11-5-1991)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog onverwachts overleed 11 mei ll. ds. Eduard Rienk Damsté, geboren 1-7-1903. Omdat onze collega op jonge leeftijd zijn theologische studie had voltooid en men vóór het 23e jaar geen eigen gemeente mag dienen, werd candidaat Damsté eerst hulpprediker te Zierikzee en daarna te Zwolle om op 4-9-1927 de herdersstaf op te nemen in zijn eerste gemeente Huisduinen, waar hij zijn vrouw leerde kennen.
Nadat ds. Damsté de gemeenten Ransdorp, Sluipwijk, Stavenisse en Groot-Ammers gediend had, werd hij op 2 oktober 1949 predikant te IJsselstein.
Na een dienst van 40 jaren ging E.R. Damsté 4-9-1967 aldaar met emeritaat.
Na zijn emeritering mocht ds. Damsté bezig blijven met studeren. Een boek over de Dordtse Leerregels, getiteld 'Leer en Leven' legt daarvan getuigenis af. Het verscheen in 1980.
Bijzonder hield hij zich bezig met de studie van het Hebreeuws, Latijn en Grieks. Menigeen (zowel studenten als belangstellenden) heeft hij in zijn studeervertrek ontvangen om met hen oude teksten te ontleden, één van de liefste bezigheden van onze collega, die, al namen de krachten af, 9 mei de preek van de Hemelvaartsdagmorgen nog wilde horen en ook deed 'opnemen met de bedoeling later te onderzoeken, of de dingen alzo waren', als gezegd was.
Dat heeft niet meer zo mogen zijn. God nam deze dienaar zaterdag 11 mei weg van zijn vrouw en drie zoons en hun familie.
Vrijdag 17 mei vond de rouwdienst plaats in de kerk, waar hij zo menigmaal het Woord des Heeren had mogen verkondigen, waarna wij zijn lichaam ter aarde bestelden op de begraafplaats aan de Nd IJsseldijk te IJsselstein.
In de rouwdienst lazen we Numeri 20 : 22-29, Hebr. 7 : 23-25 en Openbaring 22 : 1-5. In deze schriftgedeelten komt o.a. duidelijk naar voren, dat ambtsdragers wegvallen, maar dat de Grote Ambtsdrager, Jezus Christus, Die een onvergankelijk priesterschap heeft, blijft in der eeuwigheid.
En Hij kan volkomen zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Hem kunnen we niet missen!
Collega Damsté — in het boekje 'Kroon des Levens' — een bundel meditaties, ter gelegenheid van zijn afscheid zijn familie en vrienden aangeboden — zegt het zelf zo:
'Wij moeten tot zondaars gemaakt worden, die leren inzien, dat wij de hel verdiend hebben en daarom Christus nodig hebben. Die voor zijn volk de helse smarten droeg en wegdroeg. Dan kan men Jezus niet meer missen.'
Deze Jezus heeft ds. Damsté gepredikt en Deze is het, Die hèm, maar ook òns kan zaligen.
En als dan de dienst hier op aarde ten einde is, dàn als dèze Jezus de onze mocht worden door het geloof, is het ook met de dienst aan Hem niet voorbij. 'Eeuwig', zo zegt de ziener van Patmos, 'mogen Zijn dienaren de Heere dienen en Zijn aangezicht zien', "in deze quoad essentiam", zien, zoals God is, en in Hem en Zijn genade roemen en dat in een vlekkeloze dienst om het dan ook tot de Heere te zeggen: 'Heere, Uw dienst heeft mij nog nooit verdroten.' 't Was hier op aarde, ondanks alles, al zo'n heerlijke dienst, maar dàn en dáár zal het zijn een volmaakte dienst en dat samen met allen, die de Heere Jezus liefkregen in onverderfelijkheid.
In een interview, t.g.v. zijn 50-jarig ambtsjubileum in 1977, met de redactie van een plaatselijke krant heeft ds. Damsté gezegd 'in zijn leven ooit vreselijk getwijfeld te hebben en aanvankelijk niet geweten te hebben, wat geloof was en hoe alles zinloos leek' en dan zegt hij: 'Toen moest ik leren loslaten, de bijbel zegt ook: weer kind worden.'
En zie — zo eindigden we de overdenking in de rouwdienst — daar ligt het óók voor ons. We moeten loslaten nu concreet: deze man, vader, dienaar van het Woord, en dan verder al het onze, onze werken en de vroomheid van eigen akker, alles loslaten, om te zakken op het volbrachte werk van Jezus Christus en als een kind in geschonken geloof te buigen bij Zijn kribbe en Zijn kruis, als een rondom verlorene!
Dan zal het zijn mogen:
'Hetzij dan dat wij leven,
hetzij dat wij sterven,
wij zijn des Heeren!'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1991

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

In memoriam ds. E.R. Damsté

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1991

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's