De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Een gedeelde Olijfberg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gedeelde Olijfberg

7 minuten leestijd

En de Heere zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen (...) En zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. (Zach. 14 : 3-4)

In Zach. 14 begint de profeet met een beschrijving van de grote moeite en zorg die Jeruzalem zullen overkomen. De stad zal worden ingenomen en geplunderd. De vrouwen zullen geschonden worden en de buit zal door de vijanden in de stad verdeeld worden. De helft van het volk zal gevangen genomen en gedeporteerd worden, het andere deel zal mogen blijven wonen, maar het zeer moeilijk hebben.
We kunnen de vraag stellen, hoe dit overeenkomt met eerdere beloften die Zacharia heeft mogen geven, bijv. in h. 12: de volken zullen zich vertillen en verwonden aan Jeruzalem, maar de stad zal beschermd worden en nog blijven in haar plaats te Jeruzalem. Uit het vervolg blijkt, dat de Heere wel degelijk de stad beschermt, maar dat tijdelijk de vijanden overwinningen kunnen behalen. De vijanden zullen vernietigd worden terwijl ze bezig zijn de buit te verdelen. De profetieën worden zelden in chronologische volgorde gegeven. Vaak wordt een thema vermeld, waarna in nauwkeuriger bewoordingen de zaken herhaald worden. Door de herhaling in andere woorden worden dezelfde zaken ons des te meer op het hart gebonden.
Als deze uitleg goed is, wacht Jeruzalem in de toekomst nog grote verschrikkingen. Sommige uitleggers vinden dat te precies en menen dat hier allerlei onheilen en rampspoeden in de loop der geschiedenis samengevat worden. Maar hoeveel ook voor dit standpunt te zeggen is, men loopt het gevaar de precieze boodschap te vergeten door hem zo algemeen te maken. De profeet spreekt immers over een bepaalde dag! En is het ooit eerder gebeurd, dat 'alle heidenen' tegen Jeruzalem ten strijde trokken? En wat moeten we met alle verdere details in vs. 2?

Verlossing
In vs. 3 belooft de Heere, dat Hij zal uittrekken en zal strijden tegen de heidenen 'gelijk ten dage als Hij gestreden heeft ten dage des strijds'. Met de laatste uitdrukking wordt o.a. verwezen naar de ondergang van de Egyptenaren in de Schelfzee. Toen heeft God op een bijzondere manier Zijn volk verlost van de vijanden. Hier, in Zach. 14, gebeurt het opnieuw, dat Hij openlijk ingrijpt. God Die in de geschiedenis zo vaak op een verborgen wijze werkt, zal dan openlijk strijden voor Zijn volk. En dat op een wijze zoals Hij nog niet eerder gedaan heeft, nl. in het zenden van de Doorboorde, de Messias. Dan zal het oordeel over de heidenen voltrokken worden. Zo zal blijken, dat de vijanden zich aan Jeruzalem vergrijpen tot hun eigen ondergang. Jeruzalem is een drinkschaal vol bedwelmende drank, de toorn Gods (12 : 2).
Calvijn spreekt in de uitleg van dit gedeelte op heerlijke wijze over de Kerk en over de bescherming van Godswege: 'Wat hier wordt gezegd, behoren wij ook op onszelf toe te passen, want Zacharia sprak niet slechts voor de mensen van zijn tijd, of voor hen, die kort daarna zijn geboren, maar hij wilde de Kerk tot aan het einde van de wereld van kracht voorzien, opdat de gelovigen onder geen enkele beproeving zouden bezwijken.'
Daarna volgt vs. 4: 'En Zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg'. Is dit beeldspraak om ons voorstellingsvermogen tegemoet te komen of een letterlijke aankondiging van de werkelijkheid? Het lijkt mij beter de profetieën eerst letterlijk op te vatten en pas daarna algemener. Ook het vervolg lijkt te wijzen in de richting van één bijzondere gebeurtenis: 'dan zal de Heere mijn God komen, en al de heiligen met U'. Dit doet ons denken aan de wederkomst, waarbij woorden gebruikt worden, die in 2 Thess. 1 : 7-10 terugkeren. Daar is sprake ervan dat de Heere verheerlijkt zal worden in Zijn heiligen bij de wederkomst.

Olijfberg
Wie wel eens op de Olijfberg in Jeruzalem geweest is, weet dat daar duizenden graven liggen. Veel Joden uit allerlei landen hebben hier een graf gekocht. Zij hebben dat gedaan vanuit de verwachting dat de Messias hier zal verschijnen. Zij geloofden in de letterlijke vervulling van Zach. 14.
De Heere Jezus heeft Zijn discipelen meegenomen naar de Olijfberg, naar Bethanië. Daar gaf Hij Zijn laatste onderwijs, daar zegende Hij hen, en zo is Hij heengegaan naar Zijn Vader. Terwijl de discipelen Hem nastaren, komen er twee engelen die de Galilese, mannen vertroosten met de woorden 'Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren' (Hand. 1 : 11). Lichamelijk zichtbaar is Christus heengegaan, lichamelijk zichtbaar zal Hij weer terugkeren. Op grond van Zach. 14 mogen we aannemen, dat Hij ook op dezelfde plaats zal terugkeren, namelijk op de Olijfberg.
De Olijfberg neemt een belangrijke plaats in de Schrift. Op de Olijfberg heeft Christus tranen geschreid over de onbekeerlijkheid van Jeruzalem. De helling van de Olijfberg is de plaats waar Hij Zijn strijd doorworsteld heeft, en bloed zweette. Deze berg zal de eerste getuige zijn van Zijn terugkomst in heerlijkheid. Zijn voeten die meer dan eens vermoeid waren en de weg liepen naar Bethanië op de Olijfberg, zullen 'in die dag' daar geplant worden in triomf en majesteit.
Dit komt overeen met woorden die Ezechiël reeds gesproken heeft.
Deze profeet zag dat de heerlijkheid Gods de tempel ging verlaten via de berg ten oosten van Jeruzalem (11 : 23). Later mag hij aankondigen dat de Heere weer terugkomt via het oosten, via de weg van de Olijfberg (43 : 2). God had Zijn volk verlaten, ook Zijn heiligdom verlaten, en daarmee het volk en de stad prijsgegeven aan de verwoesting, maar Hij komt weer terug. In genade en ontferming keert Hij weer.
Deze Olijfberg — waarin een tectonische breuklijn aanwezig is — zal in tweeën splitsen en een grote vallei zal gevormd worden. Zoals God de wateren van de Schelfzee vaneen scheidde om Zijn volk droogvoets daardoor te leiden, zo zal de berg gespleten worden tot ontkoming. Op het moment dat de aarde beweegt en alles onbestendig is, blijft voor de gelovigen slechts één ding over: te vluchten in de armen van de onwankelbare God. Slechts bij Hem zijn wij in het gericht geborgen. Maar voor de goddelozen is geen ontkoming.

Tenslotte
Zo geeft de profeet Zacharia ons in enige pennestreken de omtrekken van de bijbelse hoop. Geen volledig beeld van de eindtijd, waarbij wij alle bijzonderheden te weten komen. Misschien maakt het ons niet zoveel uit, waar de Heere Jezus terugkomt. Want allen zullen Hem toch zien? Dat is waar. Maar de profeet mag deze woorden spreken tot het joodse volk. Zijn woorden van vermaning en vertroosting zijn allereerst tot dit volk en de inwoners van Jeruzalem gericht.
Voor ons mag de boodschap ook algemener gelden, waarbij we in het bijzonder moeten beseffen dat God over alle machten regeert. Hij doet dit nu meestal op verborgen wijze, maar dan zal Zijn heerlijkheid openbaar worden. Zijn we erop voorbereid? Of zoeken we nog heel sterk de schatten van deze wereld? Straks komt Christus als Koning. Kunnen we Hem zonder verschrikken tegemoet zien? Nu is het nog de dag der zaligheid en thans kan Hij nog aangeroepen worden als Middelaar. Wie Hem leert kennen, gaat steeds meer verlangen naar de toekomst des Heeren, waarvan we ons eigenlijk geen voorstelling kunnen maken. De toekomst waarin aan leed en ellende een einde zal komen. De toekomst waarin zal blijken wie onze Heere Jezus Christus werkelijk is. Vanuit dat verlangen mogen de Schriften nagespeurd worden. Al deze profetieën dringen ons te meer onze Heere en Heiland uit de hemel te verwachten. En laat het ons gebed zijn: 'Kom Heere Jezus, ja kom haastig!'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1991

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Een gedeelde Olijfberg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1991

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's