Naastenliefde, wat bedoelen we eigenlijk? (2)
We worden in onze consumptiemaatschappij overspoeld met allerlei reclame. Sparen, beleggen, pensioenvoorzieningen, loterijen en andere gouden aanbiedingen rollen dagelijks in de brievenbus. We leven in een life-style-cultuur. Als meisje van 16 moet je er gaaf uitzien. Miss-verkiezingen worden tegenwoordig haast overal gehouden. De consument is niet te verzadigen. Dat moet ook niet, want dan werkt het marktmechanisme niet meer. Het gaat in de economie om het meer, steeds maar meer! Het gaat in de reclame niet om de 'need', dat wat we nodig hebben, maar om de 'greed', dat wat we begeren. Heel treffend wanneer we vanuit dit 'economisch' denken de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan lezen. Waar gaat het namelijk om bij de rovers in de gelijkenis?
In principe hierom: 'Wat van jou is, is van mij, als ik het krijgen kan en dat door middel van stelen en roven'.
Waar gaat het ten diepste om bij de priester en de Leviet?
Om de stelling: 'Wat van mij is, is van mezelf als ik het houden kan'. Kenmerkt een dergelijke instelling soms ook onze gemeenten niet namelijk, houden wat we hebben en moeilijk willen delen met anderen, die niet in ons straatje passen?
Waar gaat het om bij de herbergier?
'Wat van mij is is van jou, als je het kunt betalen'. Het principe van vraag en aanbod, of economisch gezegd: het koopkrachteffect.
En waar gaat het uiteindelijk bij de Barmhartige Samaritaan om? Hij zet een streep door alle anderen. Bij hem gaat het hierom: 'Wat van mij is, is van jou als je het nodig hebt'. Een redenering niet vanuit jezelf, maar vanuit de ander!
Tenslotte nog een aspect van het maatschappelijk leven vandaag. Ik noem de relatie- en communicatieproblemen. Veel mensen lopen langs elkaar heen en de eenzaamheid neemt toe. Is er nog wel aandacht voor elkaar? Wie gaat er vandaag op weg met de ander, de naast, de medemens? De ander in beeld?
'Wie meer kan heeft meer kansen' was een bekende reclamespot. Het gevolg is echter een toename van kansarmen in de samenleving. Weggezet in de marge, op een zijspoor. Ds. Hans Visser kan de verslaafden, de criminaliteit op en rond perron 0 niet meer aan. Wat eens begon met een aantal van 100 is thans uitgelopen op een aantal van ruim duizend. Duizend mensen met een ziel. Weggezet, afgeschreven?
Nog zo'n prachtige(?) reclameregel: 'Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid'. Wie niet sterk is moet dus slim zijn of zoiets! De gehandicapte echter zit erbij en kijkt ernaar en denkt: 'Hoe kan ik met mijn handicap nog slim zijn en proberen er toch bij te horen?' Ja, hoor ik wel bij zo'n categorie 'meiden'?
De christelijke gemeente
In de zojuist geschetste 'prestige-cultuur' leven wij als leden van de christelijke gemeente. Deze cultuur zal bij de een meer en bij de ander minder van invloed zijn. Evenwel, niemand ontkomt er aan. We leven nu eenmaal in deze maatschappij. Het maatschappelijke leven negatief geschetst? Er zitten ook veel mooie kanten aan het leven van vandaag. Er zijn ook veel zegeningen. De vraag is: 'Daagt de secularisatie ons uit als gemeente?' 'Missionair' en 'Diaconaal' zijn wel mooie woorden, maar hoe maak je het concreet en geven we deze begrippen vanuit het 'gemeente-zijn' een plaats in deze tijd?
Laten we allereerst beginnen met dankbaar te zijn. Dankbaar, dat de christelijke gemeente er vandaag nog is. Veel mensen zetten zich in voor allerlei werk. Zijn actief binnen verenigingen en clubs en geven zich helemaal in dienst van Gods Koninkrijk. Velen gaan vaak in stilte hun weg, op zoek naar eenzamen, zieken, ouderen en alleenstaanden. Brengen dan hier, dan daar een bezoekje. Sturen eens een kaart, naar een zieke, of doen een boodschapje als dat nodig is. In stilte wordt er gebeden voor mensen in nood, dichtbij en ver weg. Er zijn ambtsdragers, die trouw hun werk doen en niet te vergeten de evangelisatiemedewerkers, die steeds maar weer opnieuw proberen een open deur te vinden voor het evangelie. Jongeren zetten zich in voor allerlei projecten! Onze diakenen zetten zich in voor hen waar 'stille armoede' aanwezig is, voor het gehandicaptenwerk, de ouderenzorg, het maatschappelijk werk en de gezinszorg, de 'Herberg' en vele andere hulpverleningsinstanties, inloophuizen en maaltijdprojecten. Zamelen geld in voor heel veel diaconale doelen. Zo zijn er velen op weg, vanuit de persoonlijke roeping (denk aan de belijdenis) en de roeping, zoals zo prachtig beschreven staat in het Avondmaalsformulier om niet alleen met woorden, maar ook metterdaad de liefde tot elkaar te bewijzen en zo tekenen mogen oprichten van Gods Koninkrijk. En al deze zaken kunnen geschieden, dankzij gods genade, met Zijn door de Geest geschonken gaven als vruchten van het geloof. Want… was Hij er niet, de Koning der kerk, dan zou er geen gemeente meer zijn. Spoorde Zijn Geest ons niet aan, dan kwam er niets van terecht. Wie meent vanuit zichzelf een bijdrage te moeten leveren aan de opbouwen uitbouw van de gemeente, breekt eerder af dan dat hij of zij opbouwt.
Maar, wie zich door Christus geroepen weet, zal in geloofsgehoorzaamheid Gods weg gaan en ervaren niet uit eigen kracht, maar door Hem, door het bloed van Christus alleen, om Zijn eeuwig welbehagen te kiezen, niet voor de zonde, maar voor Zijn Koninkrijk.
Kiezen voor de ander
Waarvoor kiezen?
Allereerst om als leden van de gemeente samen een te zijn, de gemeenschap onderling te beleven en te bevorderen. Elkaar te dienen, voor elkaar op te komen en elkaar te bemoedigen. Wat we vandaag in deze tijd van moeite en zorg vooral ook moeten doen, is elkaar bemoedigen, elkaar eens meer ontmoeten. Even aandacht, een knipoog, een luisterend oor, een vriendelijke blik, een telefoontje, een felicitatie, een bloemetje bv. voor die jongen, gezakt voor zijn havo. Hij staat nog wel als hervormd te boek, maar komt nooit meer in de kerk en verwacht er ook niet veel meer van. 'Afgehaakt', zoals dat tegenwoordig heet. Maar dan…: een bloemetje van de kerk! Nooit gedacht dat de kerk… enz.
Een enkel woord aan het adres van dat meisje, helemaal in de put en depressief. Een enkel woord, dat doel treft en echt blijk geeft van aandacht en meeleven! Zoiets kan soms al zoveel betekenen voor iemand die gebukt gaat onder zorg en verdriet. Maar kan ook iemand er weer helemaal bij halen. Het zit niet altijd in het grote, maar het kleine is zo ontzettend belangrijk. Het minst, vraagt de Heere, wat wij aan onze broeder of zuster doen, doen we aan Hem! We kunnen als gemeente echt werkelijk getuigen en goed doen aan alle mensen, wanneer we dat eerst zelf onderling doen. Dan zijn we ook geloofwaardig en kunnen we mogelijk hiermee 'buitenstaanders' tot jaloersheid wekken, zodat zij het mogelijk gaan zeggen: 'Zie eens hoe lief zij elkaar hebben, wat bezielt deze mensen toch?' Christen-zijn vraagt om een levenshouding en een levensstijl die naar Christus is. Doch gij geheel anders, ook in naastenliefde.
Voor wie we er zijn? Naastenliefde is zo wijd als de wereld wijd is en heeft volgens Paulus zelfs kosmische betekenis. Wie ernst neemt met de opdracht, zal de naaste dichtbij en ver weg op het oog hebben, maar ook de totale geschapen werkelijkheid. Dat wil zeggen: is milieubewust. Zet zich in voor het behoud van de schepping. Is rentmeester en geen uitbuiter. Streeft naar matigheid, bescheidenheid en wil ook wel financieel inleveren als dat kan en nodig is voor de sociaal zwakkeren in de samenleving. Is een voorstander van een economie van het genoeg en gunt aan de vervolgden op ruimhartige wijze een plaats in onze samenleving. Zijn we immers niet zelf vreemidelingen en bijwoners? Waaraan ontlenen wij het recht, dat het plekje waarop wij wonen ons plekje is?
Gewoon er zijn…
Voor wie zijn we een naaste? Voor allen die door de Heere op onze weg geplaatst worden. Daarvoor is nodig het gebed. Daarvoor is nodig een afhankelijk leven, want uit eigen kracht lukt het niet. Daarvoor is nodig te ontdekken welke talenten en gaven wij hebben gekregen om deze dienstbaar te maken voor de ander, elk-ander, zonder aanzien des persoons. Het is de Geest die ons leert dienen, leert liefhebben. Liefhebben vanuit de liefde die de Heere ons zelf geven wil. Wat is dat voor liefde? Liefde zoals beschreven in 1 Kor. 13. Een liefde die zichzelf niet zoekt, niemand kwaad voor kwaad vergeldt, maar liefde die lankmoedig is, goedertieren en niet afgunstig. Deze liefde zet mensen in vuur en vlam voor de dienst van God. Deze liefde brengt in het hart iets teweeg van een 'met innerlijke ontferming bewogen' zijn over mensen die zeggen dat er niemand is die naar hen omziet. Het is deze liefde, die zich in allerlei toonaarden en klankkleuren verspreidt vanuit een levend geloof, een levende relatie met de Heere God en door de Geest (aan)gedreven wordt om vrucht te dragen en zich als een olievlek verspreidt.
Is deze (liefdes)drang niet in ons leven of van onze gemeente te vinden, dan zullen we ons werkelijk moeten afvragen hoe onze relatie met de Heere God is zowel persoonlijk, alsook als gemeente.
Hoe zijn we een naaste? Door er te zijn, soms even bij wie vergeten is, zoals die vrouw, elke veertien dagen weer: 'Je komt er toch langs als je boodschappen hebt gedaan. Waarom dan niet even aankomen?' Bij wie dan? Bij hem, in het verzorgingshuis. Hij heeft geen familie meer en geen relaties. Maar nu komt zij aan (niet langs, maar aan!) en brengt dan gelijk een haring mee, die hij vroeger zelf elke week kocht. Vanwege het slechte lopen kan dat nu niet meer. Maar zij komt nu en hij kijkt er elke veertien dagen weer naar uit. Of ze elkaar veel te vertellen hebben? Niet zoveel. Maar dat hoeft ook niet. Gewoon er zijn, in de naam van Jezus is al veel, heel veel. Iemand verwachten en weten dat er iemand komt voor jou persoonlijk, dat verandert je levensdoel. Het mooiste grondwoord voor diaconaat, voor naastenliefde zit in dit verhaal. Het belangrijkste grondwoord denk ik, namelijk trouw. Schrijf maar TROUW met vijf hoofdletters. Naastenliefde verandert het levensdoel van je naaste. Dat wij dan ons ambt en plicht, getrouw mogen verrichten tot eer van God. Omdat onze God Zelf trouw blijft tot aan het einde van de wereld. Zijn wereld en dan Zijn gemeente zal bijeenvergaderen. En mij dan ook zal openbaren welke engelen er onwetend door mij geherbergd zijn.
A. Peters, Barneveld
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1994
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's