De nog onbekende preken van Calvijn
In 1936 is de Duitse kerkhistoricus Hanns Rückert begonnen met de uitgave van de nog niet eerder gepubliceerde preken van Calvijn over 2 Samuël, die nog in handschrift in de bibliotheek in Genève aanwezig zijn. De tweede helft van deze band verscheen in 1961 (samen band I van de Supplementa Calviniana). Het is merkwaardig gegaan met deze handschriften. In de loop van de tijd zijn er ongeveer 20 handschriftbanden met preken van Calvijn verloren gegaan. Tot op de tijd van de Franse revolutie waren er nl. nog aanmerkelijk meer handschriftbanden in deze bibliotheek. Uit oude catalogie weten wij namelijk precies hoeveel preken er oorspronkelijk bewaard zijn geweest.
Waarom is de uitgave van de preken van Calvijn zo belangrijk? Wel, wie Calvijn leest, neemt meestal alleen zijn Institutie ter hand en wie over Calvijn spreekt, heeft het over de hervormer van Genève, die daar een vorm van theocratie inrichtte en voorts weet men meestal wel te vertellen dat Calvijn de man was die Servet ter dood liet brengen.
Het is niet alleen vanuit wetenschappelijk maar evenzeer vanuit menselijk oogpunt uiterst problematisch om zo met een grote figuur uit het verleden om te gaan. Wie Calvijn als mens nader wil leren kennen, moet minstens zijn brieven gelezen hebben. Daar is men dan wel even mee bezig, maar dat voorkomt al te haastige oordeelvellingen. In de Corpus Reformatorum-uitgave omvat Calvijns correspondentie 10 delen. Wie Calvijn als theoloog nader wil komen, kan niet volstaan met lukraak citaten uit de Institutie bijeen te rapen, maar dient conscientieus diens bijbelcommentaren te bestuderen. Calvijn heeft zijn Institutie bedoeld als inleiding tot bijbelstudie en daarom moet de Institutie altijd in samenhang met de bijbelcommentaren onderzocht worden. Wie echter wil weten hoe Calvijn zijn reformatorische arbeid in Genève verricht heeft, die kan er niet omheen om de preken van Calvijn grondig te onderzoeken.
Natuurlijk, Calvijn heeft zijn leven lang aan zijn Institutie gewerkt en steeds weer in nieuwe editie's getracht om de bijbelse leer zo goed mogelijk te formuleren. Tot op de laatste en meest omvangrijke editie was hij bezig om op formule te brengen wat hem als theoloog-reformator bevloog. Maar daarnaast heeft hij in een ongelofelijke krachtsinspanning zijn bijbelcommentaren uitgegeven. Allemaal geschreven in de elegante en eloquente taal, waarvan Calvijn zich zo meesterlijk bediende, waarbij hij zich zorgvuldig tot de hoofdzaken beperkte en elke wijdlopigheid vermeed.
Maar zelfs met deze ongehoorde opgave van de becommentariëring van de bijbelboeken, waarvan hij zich zo getrouw gekweten heeft, zag Calvijn zijn roeping nog niet vervuld. Niet alleen de leer, ook niet alleen de Schriftuitleg, maar de prediking van het evangelie, dat is het doel waarop Calvijn zijn arbeid richtte. Met het evangelie moet de schare, het volk worden bereikt. Calvijn zegt in een van zijn commentaren (Ef. 4 : 5): 'het is mij voldoende hier in het kort de bedoeling van de apostel aan te geven; de volledige behandeling laat ik over aan de preken' (breviter apostoli mentem indicare mihi sufficit: plenam tractationem concionibus relinquo CO 51, 191). Al het andere was nog maar voorwerk, het ging Calvijn uiteindelijk om de rechte en schriftuurlijke prediking.
Calvijn was niet alleen een van de grootste exegeten die de christelijke kerk heeft voortgebracht, maar hij was ook een van de markantste predikers uit de geschiedenis. Calvijn beklom 10 maal per veertien dagen de kansel in Genève. Elke zondag tweemaal en om de week ook elke werkdag. Elke zondagmorgen kwam een volgende pericoop uit een van de boeken van het Nieuwe Testament aan de orde. Op de zondagmiddag preekte hij over een der psalmen of uit de catechismus en op de werkdagen behandelde hij het Oude Testament. Telkens hield hij zich aan de zog. lectio continua, d.w.z. hij preekte achter elkaar over een geheel bijbelboek. Hij ging nooit onvoorbereid de kansel op. In elke preek valt ons zijn nauwgezette exegese van de tekst op. En tegelijk zijn homiletisch vermogen om het wezenlijke van de tekst over te brengen naar zijn eigentijds gehoor in Genève.
In de preken uit de ons nagelaten handschriften bediende Calvijn zich van een eenvoudige taal en een ongekunstelde wijze van uitdrukken. Hij wist op een directe en pakkende wijze in te gaan op het wezenlijke van de pericoop en tegelijk zijn hoorders in hun situatie te raken. Ondanks alle historische en theologische distantie, waarvan Calvijn zich bewust is, spreekt hij toch de leden van zijn Geneefse gemeente aan als de eigenlijke tijdgenoten van David of de hoorders van de profeet Jesaja. Het ontbreekt in deze preken niet aan concreetheid evenmin als aan actualiteit. De eigen tijd van Calvijn treedt in deze preken in een veel duidelijker licht dan in zijn commentaren. Zo bieden de teksten van deze preken ons een rijkdom aan historisch materiaal, dat nog moet worden ontdekt en verwerkt. Ook de meer cultuurhistorisch geïnteresseerde onderzoeker zal bij de lectuur van deze preken veel nieuwe inzichten leren kennen, die hij stellig niet bij Calvijn had verwacht.
Nog veel meer ontdekkingen zal echter de theoloog met zijn onderzoek doen, die daarbij onder de bekoring komt enerzijds van de abstraherende formulering waarin Calvijn de pericoop samenvat en anderzijds van de concrete wijze waarop hij zijn gehoor weet aan te spreken.
Het is eigenlijk onbegrijpelijk waarom het reformatie-onderzoek zo lang deze belangrijke bron niet ontgonnen heeft. De registers die aan deze moderne uitgave toegevoegd worden, maken de teksten veel toegankelijker. Maar toch geldt van de preken hetzelfde als van de commentaren. Slechts door de teksten cursorisch te lezen leert men de 'esprit Calvinienne' (= de geest van Calvijn), verstaan. Grote en belangrijke onderwerpen komen in de preken aan de orde. Om er slechts enkele te noemen: hermeneutiek, politieke ethiek, de vragen van oorlog en vrede, de zaken van het huwelijk, de uitoefening van het dagelijkse beroep, de eenheid van de kerk, de roeping tot oecumene en de veelheid der kerken, de liturgie en de orde in de kerk, polemiek met Rome en de dopers of dwepers. En dan hoe behandelde Calvijn de praedestinatie op de kansel? Hoe hield hij voorbereiding op het Heilig Avondmaal en hoe preekte hij in de Avondmaalsdienst? Kortom, Calvijns prediking vormt een onafzienbaar veld voor intensief onderzoek. Wie zich ertoe zet, en met volharding door de taalbarrière heenbreekt, weet zich met vreugde van vele ontdekkingen beloond.
In 1954 kwam er een internationaal comité onder leiding van dr. James I. McCord, president van het Theologisch Seminarie van de Presbyterianen te Princeton, tot stand om de serie van de Supplementa Calviniana te voltooien. Dat de eerste delen uitgegeven konden worden is te danken aan McCord, die in Amerika de nodige fondsen daarvoor bijeenbracht. George A. Barrois verzorgde de uitgave van de preken op Jesaja 13-29 (Band II, 1961). In Straatsburg gaf prof. Jean Daniël Benoit de preken uit over Micha (Band V, 1964) en prof. R. Peter, de overgebleven preken op Jeremia en de Klaagliederen (Band VI, 1971). In 1982 verscheen de laatste band (Band VII) bezorgd door Erwin Mülhaupt met verspreide preken over de Psalmen en verder lijdenspreken, Paaspreken en Pinksterpreken. In Parijs was prof. R. Stauffer er bij betrokken die in Cambridge in een bibliotheek nog een handschriftenband met 95 preken op Genesis ontdekte. Helaas is hij ons vroegtijdig door de dood ontvallen. De uitgave van de Genesispreken wordt nu in Genève door dr. M. Engammare voorbereid. Meerderen zijn nog bezig met de overige delen, zoals drs. E. A. de Boer te Krimpen aan den IJssel (Ezechiël-preken). Prof. Francis Higman uit Genève brengt binnenkort een nieuw deel met Jesaja-preken. Prof. McKee uit Princeton is bezig met de preken op 1 Corinthe. Prof. Dankbaar te Groningen nam aanvankelijk de uitgave van de preken op Handelingen 1-7 op zich. Na zijn emeritaat droeg hij in overleg met McCord deze uitgave aan mij over. En het is vooral te danken aan de inzet en medewerking van drs. W. H. Th. Moehn gedurende de laatste 6 jaar dat dit werk nu gereed gekomen is. Wij zijn daarbij het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond erkentelijk die de totstandkoming van deze uitgave financieel ondersteund heeft.
W. Balke
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's