Globaal bekeken
Prof. dr. A. van de Beukel, schrijver van het boek 'De dingen hebben hun geheim', deed opnieuw sprekend van zich spreken in een interview in het blad Beweging (reformatorisch wijsgerig informatief). Op de vraag 'Waar zou u de grenzen van de fysica willen trekken?' antwoorde hij het volgende:
'Voor mij is fysica het vak dat zich bezighoudt met het vergaren van experimentele gegevens die betrekking hebben op herhaalbare gebeurtenissen in een materiële wereld, waarbij vervolgens geprobeerd wordt die gegevens in een model onder te brengen. Dat is mijn omschrijving van natuurkunde. Dus zoiets als het "wonder" valt daar per definitie buiten. De fysica zegt: "Wij zijn gewend dat een steen met een precies te bepalen versnelling naar beneden valt". Meer zegt het vak dus niet dan: "wij zijn gewend". Als nu iemand zou zeggen: ik heb een steen omhoog zien vallen, dan kan een fysicus nooit zeggen "dat lieg je". Hij kan hooguit zeggen: of die gebeurtenis heeft plaatsgevonden of niet, dat weet ik niet. Als jij het zegt, is het misschien wel waar, maar het is geen feit dat ik in mijn fysische waarnemingen ben tegengekomen en ik kan het daaruit ook niet verklaren. Ais je naar grenzen vraagt, dan zeg ik: daar liggen ze.
Maar wat fysici zoals de Utrechtse hoogleraar G. 't Hooft graag doen, is zeggen "dat kan niet". Het kan niet dat die steen omhoog viel. Maar dat kan en mag hij niet zeggen, als wetenschapper. Dat noem ik grensoverschrijding.
Laatst zei 't Hooft in een interview letterlijk: het is de taak van de theoretische natuurkunde om de "mystiek te bestrijden". Hierdoor geeft hij duidelijk te kennen dat hij er geen flauw idee van heeft wat mystiek eigenlijk is! Als je Márquez leest, is er zo'n wereld van verschijnselen, belevingen en ervaringen waar de fysica absoluut geen grip op heeft en ook niet moet willen hebben.
In het darwinisme zien we iets dergelijks als in de fysica: ongelooflijke pretenties en vooroordelen. En dat darwinisme zit er bij de mensen ingebeiteld. Neem nu zo'n zinnetje in NRC Handelsblad: "Wie de evolutietheorie verwerpt, plaatst zich buiten de intellectuele discussie". Dat bedoel ik nu! De enigen die zich bulten de discussie plaatsen, zijn de mensen die met a priori dogma's aankomen – en dat zijn onder meer de darwinisten. In de NRC wordt alles wat maar zweemt naar een afwijking van het darwinistisch geloof de grond in getrapt. Vandaar dus mijn onderneming om tegen de mensen te zeggen: "laat je toch niet voor de gek houden, want al die vooroordelen stoelen echt nergens op". Over dergelijke dingen gaat mijn volgende boek, dat in het najaar uitkomt: Met andere ogen.'
Vele beschouwingen zijn gewijd aan de executie van Van Damme in Singapore. Op 13 januari 1948 werd om 9 uur 's morgens Anna van Dijk in Amsterdam voor een twaalf man tellend vuurpeloton geleid, nadat zij even eerder was gedoopt. In het boek van Koos Groen 'Als slachtoffers daders worden' ('De zaak van de joodse verraadster Ans van Dijk', uitgave Ambo, Baarn) lezen we wat daaraan vooraf ging: zonder dat we dit inhoudelijk beoordelen:
'Met een vijf regelig bericht op woensdag 13 januari meldde het katholieke dagblad De Tijd de executie. "Hedenochtend is het doodvonnis voltrokken aan Ans van Dijk, die wegens verraad van Joden aan de SD, op 10 maart van het vorig jaar door het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam ter dood was veroordeeld. Haar beroep op de Bijzondere Raad van Cassatie werd op 24 september verworpen en een verzoek om gratie afgewezen. Voor het eerst sinds het einde van de oorlog is daarmede een Nederlandse vrouw geëxecuteerd."
In een klooster van de dominicanessen van Bethanië, las een zuster het bericht:
Nog met de krant in mijn bevende handen sloot ik mijn ogen en bad een stil gebed voor haar. Enkele weken geleden zat ik bij haar in de cel. Ze had me een stoel gegeven, terwijl ze zelf stond – tegen een naaimachine leunend – in het spaarzame licht onder het getraliede venster. Ze zag er slecht uit en was zeer mager. Ze sprak beheerst en langzaam. Ze had gevraagd om R.K.-Reclasseringsbezoek, ofschoon ze nog niet was gedoopt Met enkele volzinnen had ze me een blik gegund in de donkere diepte van haar gruwelijk leven…!
Ze was hier pas gekomen na de uitspraak van het doodvonnis. Een bewaakster had me verteld wat een furie ze toen was. Honend en cynisch had ze zich voorgesteld: "Een lijk op vakantie". Nog wachtte ze op de uitslag van haar gratieverzoek, maar ze was heel rustig nu en zei geen grofheden. Ze sprak, alsof ze het over een ander had, een, waar ze zelf van walgde, waarvoor ze huiverde, maar met wie ze toch medelijden had. Soms bedelden haar ogen om begrijpen, om medelijden…! Maandenlang voelde ze nu de dreiging van het doodvonnis.
"Weet u", vertrouwde ze me toe, "die twijfel martelt me gek. Meestal verlang ik naar het einde, naar de kogel, als het dan tóch moet gebeuren. Maar telkens als de celdeur opengaat bonst mijn hart zo wild: "Zou 't toch gratie zijn?'"
Ze was overtuigd van haar grote schuld. De wroeging maakte de nachten tot obscure angst-obsessies. "Ik weet, dat ik die straf verdien en toch… ik ben nog jong. De levensdrang blijft, en toch weet ik, dat het leven één lange marteling voor mij zal zijn." Er klonk geen bitterheid in haar toon.
"Ik bewonder je rust, je overgave." Het was heel moeilijk het juiste woord te vinden. Zwijgend zocht ze in een stapeltje brieven en reikte er mij een. "Deze brief heeft van mij een ander mens gemaakt Als ze mij gedood hebben – ze-slikte even – dan mag u dat wel vertellen."
Het was een blocnotevel, beschreven door een vlotte vrouwenhand. De schrijfster stelde zich voor als een onbekende Nederlandse religieuze, ergens in een Belgisch klooster. Namen noemde ze niet. Die kwamen er niet op aan. Ze had in een Belgisch dagblad het proces gevolgd.
"Ik weet, dat u niet katholiek bent. Men noemt u een hyena, een duivelin, een massa-moordenares. Het mag allemaal waar en bewezen zijn. Voor mij bent u een schepsel Gods, dat een ziel heeft. Ook voor die ziel stierf Christus aan het kruis. Ook uw ziel wilde hij redden. Ik heb God gevraagd mij als offer te aanvaarden om uw ziel te redden. In mijn gebeden noem ik U mijn Zuster N."
Terwijl ik las, hoorde ik naast mij een snik en toen ik zwijgend de brief dicht vouwde, vertelde ze zacht schreiend: "Ik kon eerst niet geloven, dat er voor mij nog vergeving bestond. Dat God zo goed was. Nu weet ik beter. Als mensen – en ze wees op de brief – al zo edel kunnen zijn, dan is Hij het oneindig meer. En sedert ik dat kan geloven ben ik een ander mens geworden. Ik haat niet meer. Ik zie de wereld, de mensen nu heel anders. Misschien mag ik gedoopt worden, vóór… vóór ik de kogel krijg."
We spraken nog lang over het katholieke geloof en ik was verwonderd hoeveel ze ervan wist. Ze scheen een intelligente vrouw.
Ik drukte haar hand en ze begon weer te schreien, terwijl ze met beide handen de mijne vasthield, alsof ze zich vastklampte aan het leven. Een wee gevoel van machteloosheid beving mij en ik stamelde iets van "niet meer aan terugdenken".
"Maar 's nachts… in het donker… dan zie ik ze weer. Allemaal… allemaal… allemaal. "Ze huiverde. "Tracht te vergeten…"
"Maar dan zie ik me staan voor het vuurpeloton en hoor het commando. Dan stik ik bijna van angst."
"Probeer te denken aan nu, aan Hem. Die je gevonden hebt. Die met uitgebreide armen klaar staat om je te ontvangen om alles te vergeven en vergeten." Ze knikte en schreide geluidloos met grootopen ogen. Onbeweeglijk stond ze in de cel en keek naar de zich langzaam sluitende ijzeren deur.
Zo stond ze in mijn geheugen, toen ik het bericht las. De volgende dag bracht een R.K. dagblad een even sober berichtje, dat de geëxecuteerde katholiek gestorven was. Voor velen iets onbegrijpelijks. En een brief, die ze in haar laatste nacht had geschreven met een vaste rustige hand, mocht ik lezen: "Hedenavond ben ik gedoopt en gevormd. Morgenochtend ontvang ik de eerste H. Communie. Hartelijk dank voor uw liefdevolle bemoeiingen en ik hoop dat U mij in de toekomst af en toe in uw gebed zult willen gedenken".'
v. d. G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's