Onder de schijn van het tegendeel
Ontmoetingen met jongeren
Hij kwam en ging. Eigenlijk wist je niet goed, hoe hij de catechese beleefde. Vaak maakte hij een verveelde indruk, maar soms zat hij ineens geïnteresseerd te luisteren. Met dat je hem op zulke momenten welbewust aankeek, leek het net of hij zich wat betrapt voelde. En stelde je hem een vraag, dan hulde hij zich in stilzwijgen, haalde wat onverschillig zijn schouders op. Hij wist het wel – dat voelde je gewoon –, maar wilde het niet weten, uit schaamte voor de rest…
Zeg maar, een doorsnee-catechisant van 16, 17 jaar.
Hij schreef later zelf over deze tijd:
'Ik denk dat het geloof bij mij voor het eerst begon door te breken in de kerkbank. Daar zat ik elke week (soms tegen mijn zin) de preken aan te horen. En soms gebeurde het dat het me raakte, wat die man zei. Dan kreeg ik zin om mezelf te bekeren tot God. Het kwam er echter nog niet van. Aan de éne kant wilde ik wel, maar aan de andere kant ook niet. Dan was er even tweestrijd, die in de loop van de dag in het voordeel van 'niet geloven' beslecht werd, omdat ik het maar gauw weer vergat. De aandrang was niet sterk genoeg. Ik was toen zo'n jaar of 17.'
Er viel dus zaad in goede aarde. Maar wat er ondergronds werkte, was bovengronds nauwelijks merkbaar. Hij wist het goed te verbergen al bespeurde je er soms wel wat van in die momenten van aandacht.
De les die ik hieruit getrokken heb is deze: veel meer alert te zijn op de 'kleine tekenen', die je soms bespeurt tussen veel uiterlijke nonchalance. En deze te duiden als onmiskenbare signalen, dat God in zo'n leven bezig is… Voor mij is het aanleiding geworden om zo'n jongen of meisje bij wie ik dergelijke tekenen bespeur op een gegeven moment even aan te schieten. En gewoon eerlijk te zeggen, dat ik het gevoel heb dat het hem of haar soms raakt. De reactie is er vaak één van schrik èn herkenning. 'Ja, ja… soms wel', luidt meestal het stotterende antwoord. Mijn voorstel is dan om een afspraakje te maken, zodat we er samen eens wat verder over door kunnen praten, zonder de hele groep er bij. Verrassend genoeg wordt daar in 9 van de 10 gevallen positief op gereageerd. En al vindt menigeen het wel eng, het loopt veelal uit op een open ontmoeting. Het gevolg is vaak, dat daarna op de catechese openlijker interesse getoond wordt en dat er vertrouwen ontstaat bij die jongere, om zelf zo nodig nog eens een afspraak te maken.
Toen hij 18,19 jaar werd, bekroop mij meer dan eens het gevoel, dat hij bezig was af te haken. Hij nam een houding aan van 'u kunt me nog meer vertellen, maar mij maakt u niks meer wijs'. En als hij wat zei, klonk het wat kritisch en uitdagend.
Opvallend was wel de trouw, waarmee hij elke week bleef komen.
Maar ja, misschien was dat wel, om thuis geen problemen te krijgen. Hoewel, hij was inmiddels student en laat je je dan nog sturen? Wat ik ook opmerkelijk vond, was dat hij af en toe even nableef om wat te vragen. Al versterkte het toen vooral mijn bezorgde gevoel. Als hij bijv. vroeg naar wat materiaal over andere godsdiensten, om te kijken of daar misschien iets in zat… Of onomwonden te kennen gaf dat hij niet snapte, hoe ik zo zeker kon zijn van mijn geloof…
Zo te horen en te zien, leek het erop alsof de draad steeds dunner werd en vandaag of morgen zomaar kon knappen. Achteraf bleek echter dat dit alles slechts de buitenkant was en het er aan de binnenkant heel anders uitzag. Zelf omschreef hij dat als volgt:
'Ik ging studeren in Utrecht. Ik was er toen wel mee bezig, maar ik zette nog niet de stap om mezelf te bekeren. Ik leefde eigenlijk net zo als iedere andere, student en ik kwam ook bij een bandje. Dat bandje begon langzamerhand aanleiding te geven tot een tweestrijd in mij: ik ging beseffen dat ik een keuze moest maken. Voor God of zonder (en dus tegen) God. En ik wist dat ik één en ander zou moeten opgeven als ik voor Hem zou kiezen. O.a. dat bandje, waar ik nogal gek van was en een heleboel andere muziek. Ik wist en ik voelde dat ik die dingen niet kon blijven doen.'
Er was dus duidelijk sprake van een innerlijke tweestrijd, waarin hij er niet zomaar aan wilde, maar er ook niet zomaar vanaf kon. Een tweestrijd die verborgen zat in zijn toenemende kritische opstelling. Immers als hij het 'bewijs' kon vinden, dat de bijbel niet het enige ware was, dan was hij overal van af… Anderzijds, als hij het tegendeel zou ontdekken, dan kon hij er niet langer onderuit zich te bekeren. Goed beschouwd was zijn kritische houding en benadering een schreeuw om duidelijk antwoord.
Blijkbaar is het zo, dat de kritische vragen van jongeren beslist niet altijd en alleen een teken zijn van verzet. Maar juist ook bedoeld kunnen zijn om tot zekerheid en tot een beslissing te komen. Altijd weer ben je geneigd dat verkeerd te beoordelen, waardoor je benadering negatief beïnvloed wordt. Heel belangrijk is het juist in zulke 'kritieke' situaties rustig te informeren naar het 'waarom' van deze vragen. Vaak wordt het dan gelijk heel persoonlijk, komt iemand eerlijk met zijn twijfel en tweestrijd voor de dag. Verder kun je niks forceren. Alleen maar heel eenvoudig en duidelijk uitleggen, dat God Zelf door gebeurtenissen en middels Zijn Geest twijfels overwint en zekerheid geeft. En daarbij elkaar de weg wijzen van het gebed, met de verzekering dat de Verborgene zich openbaart aan ieder die Hem zoekt. Zowaar Hij leeft. En dat mag dan best persoonlijk gekleurd zijn.
Steeds weer ontdek je tot je verrassing, dat degene die zich uiterlijk tegen je lijkt af te zetten soms innerlijk heel open staat voor watje te zeggen hebt. Anders gezegd: critici hebben hun antenne het verst uit staan. Het blijkt uit de terugblik van deze jongen:
'De catechisaties die ik bij onze predikant volgde, raakten me wel. Soms ging ik na zo'n uurtje nog even iets vragen, wat ik wilde weten. Dat was altijd bijzonder inspirerend. Ik kwam er vaak anders vandaan, dan ik er naar toe ging (in positieve zin dan).'
Behalve dat de stof hem geregeld boeide, waren er punten van herkenning vanuit zijn eigen leven, tijdens de catechese en in de korte gesprekjes na afloop. Juist als je elkaar probeerde uit te leggen, hoe God je leven binnenkomt, aan je trekt, en Zich zo aandient, dat je overtuigd raakt. Deed hij zelf deze 'Godservaringen' niet op in de kerkbank? Als predikant heb je dat op zo'n moment amper in de gaten. Je zaait slechts op hoop…
Ik zie hem nog zitten op mijn studeerkamer. Hij was inmiddels 20. Hij vertelde dat hij nu zeker wist dat God leeft, en niet meer om Hem heen kon. Een onmiskenbare gebedsverhoring was het onomstotelijke teken geweest. En hij besloot belijdeniscatechese te gaan volgen. We dankten samen God…
Ik besluit met enkele fragmenten, waarin hij verhaalt van 'de goede strijd van het geloof'. Ik heb toen gekozen. Voor God. Ik stopte na veel moeite met het bandje en ook nog met een aantal andere dingen, waarvan ik wel wist dat die ook weg moesten…
Belijdenis doen was voor mij niet meer en niet minder dan 'ja' zeggen tegen God. Zeggen dat ik met Hem verder wilde…
De maanden die erop volgden werden een dieptepunt in mijn geloof. Ik maakte er een zooitje van. Maar Hij ging door. In die tijd was het echt heel moeilijk om m'n geloof vast te houden, en ik ging voortdurend geestelijk op en neer…
Ik had een kamer in Amstelveen (vanwege het volgen van een andere studierichting in Amsterdam). Bij mij op de eenheid woonde een meisje dat ook geloofde en naar een bijbelstudiegroepje ging. Via haar ben ik bij dat groepje gekomen. En via een lid van dat groepje bij de Navigators. De combinatie van Navigators, bijbelstudiegroepje en de kerk thuis heeft God gebruikt om me verder te helpen in mijn geloof en nog steeds…
Een van de dingen die ik geleerd heb, is om met je fouten direct naar God toe te gaan en niet dagen en weken te wachten. Als ik soms fouten maakte dacht ik: Nou ja, dit lukt me niet, dan maar helemaal niet. Dan dwaal je af en dat is nergens voor nodig…
Ik ben gaan geloven dat Jezus ook stierf voor mijn zonden. Dat is ontzettend belangrijk, dat is het wezen van je christen-zijn, je basis…
Onlangs heb ik meegeholpen aan een evangelisatieweek. Soms heb je het gevoel dat een gesprek niets uithaalt, maar je weet het natuurlijk nooit. Misschien is het wel een schakeltje in de ketting van het werk van God in iemands leven, zoals het zovaak bij mezelf was…
Ik weet niet hoe het verder zal gaan, maar ik hoop dat God mij verder zal leiden en ik dank Hem tot nu toe!
Me dunkt geen gepolijst verhaal, maar wel levensecht. Vol van bijbels-bevindelijke noties: De aanvechting en zwakte, de zegen van mensen en middelen, een geleid worden door de Geest in Gods waarheid, geloof dat door de liefde werkt, verwondering over Gods zoekende en vasthoudende (verkiezende) genade! Het geeft moed om overvloedig te blijven in het werk des Heeren onder de schijn van het tegendeel!
P. J. Visser
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's