De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

6 minuten leestijd

Hieronder nog een afbeelding van de restanten van de basiliek waar in het jaar 431 liet concilie van Nicea werd gehouden. De ruïne, gelegen in het hart van de Turkse plaats Iznik, blijft bewaard voor bezichtiging.


In Kerknieuws, Breda, stond:

Een synagoge werd moskee
'De prachtige synagoge in de Wagenstraat in Den Haag werd moskcee. Op zichzelf is dat iets waarover men zich kan verbazen of verheugen. Een goede vriend merkte op dat zo'n gebouw toch beter als gebedsruimte kan worden gebruikt dan als pakhuis. Elders bv. – niet zo ver van Breda – wordt een synagoge gebruikt als kerkgebouw van de Vrijgemaakt-Gereformeerden. Het wordt pas een probleem als je hoort op welke wijze de overdracht heeft plaatsgevonden.
Nu maakt de vriend die aanvankelijk nogal positief reageerde op die moskee in de Wagenstraat mij attent op een boek dat ir. I. B. van Creveld publiceerde bij de Walburgpers over "De verdwenen buurt in Den Haag". Ook voor de niet-Hagenaar is het interessant. Wie niet van statistieken houdt kan wel eens een paar bladzijden overslaan. Maar de erbarmelijke omstandigheden waarin de hoogduitse joden leefden staken wel schril af tegen de betrekkelijke welvaart van de Portugese joden die in een ander stadsdeel leefden, veel kleine bijzonderheden zijn mogelijk wel bekend. B.v. het voorschrift om bij het verlaten van een toilet en voor de maaltijd de handen te wassen. Ik heb weleens een blunder gemaakt toen ik in een synagoge deelnam aan een maaltijd met schone maar niet speciaal vooraf-gewassen handen. De aanwezigen waren overigens heel vriendelijk en ze luisterden zeer geboeid naar het verhaal dat de rebbe in het Jiddisch vertelde.
Helaas verstond ik maar een paar woorden.
In 1848 werd opgericht een Haagse afdeling van de "Maatschappij tot Nut van Israëlieten in Nederland". Je denkt dan aan een typisch voorbeeld van de joden om zich af te zonderen. Helaas: de bekende "Maatschappij tot Nut van het Algemeen" wilde ondanks de wettelijke gelijkschakeling geen joden onder haar leden hebben.
Maar dat was anderhalve eeuw geleden. En nu komt er een uiterst pijnlijke zaak. Na de oorlog was de synagoge in de Wagenstraat te groot voor de kleine joodse gemeente. Het gebouw stond op de monumentenlijst. Dat drukte de verkoopwaarde. Na jarenlang talmen nam het Haagse gemeentebestuur het gebouw voor een laag bedrag over. Daarop werd het gebouw in 1979 van de monumentenlijst afgevoerd. Het pand werd gekraakt door de Turks-lslamitische vereniging, die het voorlopig tot moskee inrichtte. Daarop verkocht de gemeente het aan de Islamieten voor een laag bedrag. Na enige tijd werden er twee minaretten op geplaatst. Terwijl bij de onderhandelingen met de joodse gemeente was bepaald dat er aan het monument niets mocht worden veranderd.
Ir. Van Creveld stelt de vraag: "Heeft het gemeentebestuur hier niet met twee maten gemeten?" Dat is wel heel vriendelijk geformuleerd. We hopen dat over deze zaak het laatste woord niet is gezegd.'


In Israël Magazine schrijft Joop Meijers over paxfobie:

'Een psycholoog heeft nog wel eens met mensen te maken die lijden aan zogenaamde "fobieën", ofte wel extreme angsten. Zo zijn er mensen met "agorafobie" (vrees voor grote open ruimten), "claustrofobie" (angst voor gesloten ruimten), "antrofobie" (sociale angsten), "neofobie" (angst voor nieuwe dingen), vliegangst, hoogte-angst en angst voor spinnen of muizen – om maar een paar voorbeelden te geven. De laatste tijd lijkt er een nieuwe categorie te zijn bijgekomen. De jongste loot aan de stam is "paxfobie", dat wil zeggen een extreme angst voor vrede, in het bijzonder voor vrede tussen Israël en zijn buurstaten Syrië, Libanon, Jordanië en de Palestijnen.
De "politi-klinische" kenmerken laten zich als volgt samenvatten: zodra premier Rabin de hand schudt van een Arabische leider met wie hij vroeger in de clinch lag, maakt een extreme woede zich meester van de "paxfobicus", de woede geeft aanleiding tot stereotiep gedrag van de straat opgaan, de Israëlische premier vervloeken en advertenties plaatsen waarin de premier wordt uitgemaakt voor landverrader, nazi of quisling. De "paxfobicus" voelt zich bedreigd door ieder teken dat kan wijzen op naderende vrede en hij is nog het meest in zijn element als de spanning in het gebied toeneemt en een oorlogsdreiging reëel wordt.
De woedereactie duurt maar kort om daarna – als de vrede minder erg blijkt dan aanvankelijk gevreesd – plaats te maken voor een diepe depressie. Wat dat aangaat doet de "paxfobicus" denken aan de inwoners van het oude Rome in een gedicht van een moderne Griekse dichter. De inwoners van Rome vreesden een invasie uit het oosten. Volgens boodschappers rukte de vijand op en zou binnen een paar jaar de poorten van Rome bereiken. Rome bereidde zich voor op een aanval. Alles en iedereen werkte aan de verdediging van de stad. Niemand dacht meer aan iets anders; alles stond in het teken van de gevreesde invasie. Maar op een dag kwamen de boodschappers terug met de mededeling dat de vijand besloten had Rome met rust te laten en de invasie had afgeblazen: in heel Rome ging massaal een jammerkreet op: "wee, o wee, wat moet er nu van ons worden; wat moeten wij nu, nu onze vijand is weggetrokken?"'


In Samen (uitgave van de SoW kerkgemeenschap te Eindhoven) schrijft de hervormde studentenpastor Wim de Leeuw over de sabbat:

'Zo kun je uit iemands tijdsopvatting afleiden welke god hij dient. De god van week 9 (maar dat betekent op de T.U.E., Technische Universiteit Eindhoven, red., weer iets anders dan bij Philips) of de God van de Sabbat. Sabbat. Sabbat betekent Van Ophouden Weten (zoals een recent proefschrift over dit onderwerp heet).
Het christendom is steeds een mengeling geweest van deze twee tijdwaarnemingen: die van geld en geweld en die van bevrijding. Vaker het eerste dan het tweede. Daardoor is de zondag, die in zekere zin een onderstrepende nazaat was van de Sabbat, ineengeschrompeld tot een voor uitslapers hinderlijk klokgebeier. Daarvoor overigens alle begrip. Buitenkerkelijke meerderheden slinken niet wanneer deze doelgroep uit haar ochtendslaap gehaald wordt. Geen Bim-bam meer, dat is tot daar aan toe. Maar nu weer alle winkels open, opdat het fun-shoppen een aanvang kan nemen, dat is wéér wat anders. Zo zie je de gekte die het economisch primaat (de geldaap) je aandoet Je tast de koopkracht van half Nederland aan, tegelijkertijd verruim je de bestedingstijden. Dat heet dan fun-shoppen. Een extra IKEA-mis of Meubelpleinviering. Dat lijkt op een nieuwe zondagse eredienst voor Mamon, die al beslag gelegd heeft op maandag tot en met zaterdag. En vergeet zijn mongoloïde broertje Moloch niet! Ze weten in die familie niet van ophouden. Daarom moet er halt geroepen worden. Anders hebben zij aanstonds alle tijd. En dan hebben wij de tijd niet meer (= dan hebben we geen léven meer!), dan heeft de tijd ons. Dan rest slechts het gevangene zijn en de slavernij (verslaving). De (Sabbat)dag is een (Gods)geschenk. Het geschenk van de tijd. De gift van een leefbaar leven.'

v. d. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's