Om waarheid en eenheid in de Hervormde Kerk
Tijdens de extra synodevergadering van eind januari 1993 met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond werd de vraag gesteld die in de titel van het hier besproken boek genoemd staat. Het ging om de grondslag van de concept-kerkorde voor de VPKN, nader genoemd: welke plaats heeft de Leuenberger Konkordie in een grondslag waarin ook de Dordtse Leerregels staan vermeld? Sluiten die twee elkaar niet uit? Daarachter zit de vraag: hoe belijden we de verkiezing Gods of beter gezegd: hoe spreken we over de verkiezende God? In dit verband vroeg ds. Sj. van der Zee: geloven wij op dit punt eigenlijk wel in dezelfde God? Een vraag die in de 30-er jaren ook klonk toen er in Duitsland een conflict ontstond over de houding van kerken en christenen tegenover de nazi's. Prof. Van de Beek werd gevraagd een 'rompverhaal' over de problematiek van en in de Hervormde kerk te schrijven. Aan 3 vertegenwoordigers uit de 'breedte' van de kerk werd de vraag voorgelegd: reageert u daar eens op vanuit uw visie en staan in deze kerk. Prof. dr. M. Bons-Storm, kerkelijk hoogleraar in Groningen en actief betrokken in de vrouwenbeweging binnen de kerk, drs. T. R. Noorman, studentenpredikant in Rotterdam en behorend tot de vrijzinnige groepering in de Hervormde kerk en dr. ir. J. van der Graaf, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond.
Kritiek
Het verhaal van prof. Van de Beek zet in bij de kritiek op de Hervormde kerk. Alom wordt gezegd: het gaat niet goed met de kerk. Hij vergelijkt het geheel der Hervormde kerk met een eilandenrijk. 'Gemeenten leven als eilanden naast elkaar en de verschillende modaliteiten leven als op andere plaatsen'. De hervormden in Katwijk kennen geen zorg om de hervormden in Oegstgeest. Als ieder maar zijn of haar ruimte krijgt om op eigen manier hervormd te zijn, dan vindt iedereen het best. Het is de vrijblijvendheid van de idee: zij zijn niet van ons en ze gaan hun gang maar', aldus Van de Beek. Wat is zo nog de eenheid van de kerk? Is ze niet louter administratief? Zijn we in de Hervormde kerk alleen nog maar één in de kritiek op de kerk en op elkaar? Van de Beek ziet het allemaal eigenlijk niet zo somber in. Hij heeft liever een kerk vol zelfkritiek dan een kerk die stijf staat van de zelfvoldaanheid. De kritiek geeft aan dat we ons met z'n allen toch om die kerk bekommeren. Ja maar, wat stelt die kerk als kerk eigenlijk voor als ze terecht te vergelijken valt met een eilandenrijk waarop ieder zijn eigen gang gaat en eigen leer aanhoudt? We hebben een gemeenschappelijke geschiedenis, we hebben niet voor elkaar gekozen en daarom houden we kennelijk op een of andere manier van elkaar, aldus ongeveer het antwoord van Van den Beek. Maar is de verdeeldheid van de kerk, zich manifesterend in het bestaan van deelgemeenten, geperforeerde gemeentegrenzen, kortom de kerk als supermarkt niet dodelijk voor haar leven en functioneren als kerk naar bijbels voorschrift? Opvallend is dan weer het relativerend reageren van Van de Beek. Hij vindt dat het met die verdeeldheid eigenlijk best meevalt. Bovendien is kerkelijke verdeeldheid niets nieuws: in Korinthe bestonden ook al verschillende groepen. Gods heiligen zijn nu eenmaal geen heilige boontjes. Ingrijpender acht hij het als gemeenteleden gaan afhaken omdat zij zich vervreemd voelen in eigen kerkelijke gemeente. We hebben daar kerkordelijk het een en ander aan gedaan en daarmee naar het lijkt de hotelkerk kerkordelijke structuur gegeven. Maar wat geeft het eigenlijk? In een gemeenteraad van een dorp of stad heb je dat toch ook: grote verschillen maar toch samen in één gemeenteraad omdat we met elkaar wonen en leven in één woonplaats. Zo moeten we de gemeenten ook zien. Eigenlijk is dat de hoofdlijn van Van de Beeks visie op de situatie in de Hervormde kerk: het valt allemaal nogal mee. Het wordt pas echt menens als de GB opstapt. Maar ook dat zal niets oplossen want alle scheuringen in de geschiedenis van de kerk, hebben slechts verliezers opgeleverd. Waar komt het gesprek in de kerk dan feitelijk op neer? Kan het iets meer voorstellen dan naar elkaar luisteren en vervolgens elkaar respecteren? Maar valt er dan helemaal niets te corrigeren? Heeft de kerk, zeker een kerk die gereformeerd wil heten, dan niet een norm, een criterium waarop we elkaar hebben aan te spreken? Het klinkt misschien afgezaagd en voorspelbaar in een blad van een vereniging die wil opkomen voor het gereformeerd karakter van de Hervormde kerk, maar zijn Schrift en belijdenis niet de normen voor en de normen van een waarlijk fundamenteel gesprek?
Karig
Mw. Bons-Storm is de meest karige van de drie die gevraagd zijn te reageren op de vraag in de titel van het boek verwoord en op het verhaal van prof. Van de Beek. De kerk is teveel een theologenkerk en dan vooral de universitair geschoolde theoloog. Men mikt al te zeer op de middenklasse in de kerk en men vergeet de onderkant van de gemeente. Uiteraard komen vrouwen nog steeds veel te kort in de kerk en het blijft toch een door mannen en hun denken en manier van doen-lijn die overheerst.
Breed
Drs. T. R. Noorman reageert uitermate breed op de positie van de Hervormde kerk in de moderne cultuur. Hij constateert vanuit zijn werk onder een aankomende generatie studenten dat het taboe op God en geloof, bekend uit de 60-er jaren, aan het verdwijnen is. Maar het zoeken naar geloof krijgt nauwelijks enige kerkelijke bedding: de kerk als instituut is een nieuw taboe. Het proces van verstedelijking is bepaald niet kerkvriendelijk. Tendensen in de cultuur als individualisering, secularisatie en de 'vrije-tijds-industrie' maken het er voor de georganiseerde kerk allemaal niet eenvoudiger op, aldus drs. Noorman. Hij acht de waarheidspretentie van de GB uitermate pretentieus, maar tevens bijbels onnodig.
Immers, het beeld van het lichaam voor de gemeente schept ruimte voor variatie. Maar in één lichaam kloppen toch nooit een paar verschillende harten? Is dat niet toch de praktijk in de Hervormde kerk? Geloven we eigenlijk wel in dezelfde God? Ik kan van een vrijzinnig hervormde begrijpen dat hij pleit voor ruimte. Dan is immers zijn specialiteit altijd bepleit? Maar is er een grens aan de ruimte? Wie een ander Evangelie u verkondigt, zegt de apostel, die is ook van harte welkom? Maar goed, dan scheidt ons van elkaar de Schrift en haar verstaan in gereformeerde zin. Daarom kan ik niet zo optimistisch en relativerend over onze kerk spreken en schrijven als hier wordt gedaan.
Leer
Ir. Van der Graaf concludeert in zijn bijdrage dat het ten diepste gaat om de vraag wat de hervormde kerk met de leer heeft gedaan. Moeten we niet eerlijk bekennen dat de Hervormde kerk een voluit eigentijdse kerk is geworden waarbinnen iedereen de absolute vrijheid heeft om alles te zeggen wat hij of zij maar wil. En dat geldt van uiterst links tot uiterst rechts. Wie een synodevergadering als aan het begin genoemd meemaakt, ervaart de moeite om elkaar nog aan te spreken op wat in de grondstukken van de kerk toch altijd nog zwart öp wit staat. Ik heb de lezing van dit boek ervaren als een hernieuwde eye-opener voor de gebroken realiteit van de 'kerk der vaderen'. Dat wil dan ook nog Samen op Weg met een kerk die weggegaan is omdat de leer verlaten werd en die terugkomt als een kerk die aansluiting vindt bij hen die de gereformeerde belijdenis allang als achterhaalde ballast achter zich heeft gelaten. Wat een verwarring is daarvan te verwachten. Van der Graaf herinnert aan het visioen van ds. H. O. Roscam Abbing dat er een opwekking in ons land zou komen waarvoor God de Hervormde kerk zou gebruiken. We blijven daarom toch maar hopen. Hopen op God Die Zijn kerk hier in de lage landen zelf heeft gesticht en geplant. Onze bede zij gedurig: Uw werk, behoud dat in het midden der jaren.
J. Maasland
N.a.v. Theo Klein (red.). Geloven we in dezelfde God? – Het gesprek in de Nederlandse Hervormde Kerk, uitgave Boekencentrum, Zoetermeer, 126 blz., ƒ 22,50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's