De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Zorg dat je nabij komt (1)*

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zorg dat je nabij komt (1)*

8 minuten leestijd

Inleiding
We zijn in onze samenleving vertrouwd met een netwerk van hulpverlenings- en welzijnsinstellingen, gericht op hulp aan mensen die in psychisch of sociaal opzicht in nood verkeren. Naast het pastoraat als de herderlijke zorg van de christelijke gemeente is er het werk van beroepskrachten in het maatschappelijk werk, de geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, psychiatrie en ziekenzorg. Een veelgebruikte uitdrukking voor deze beroepsmatig verleende hulp is 'helpen als ambacht'.
Vanuit de geschiedenis bezien is een van de wortels van dit werk het diakonaat van de christelijke gemeente. Vanuit diakonieën werden stichtingen voor maatschappelijk werk en gezinszorg opgericht. Vele bejaardenhuizen danken hun ontstaan aan een diakonaal initiatief. Diakenen namen als bestuurders zitting in protestants-christelijke welzijnsinstellingen.
Gezegd moet evenwel worden, dat het welzijnswerken in vele gevallen losgeraakt is van het ambtelijk diakonaat van de kerk. Dat is niet alleen veroorzaakt door het gegeven van de ontzuiling en de veralgemenisering, waardoor vanouds christelijke instellingen opgingen in algemene organisaties. Ook daar waar het werk gebeurt in het kader van christelijke instellingen, heb je toch de indruk dat de christelijke gemeente nauwelijks enig zicht heeft op of betrokken is bij dit werk. Hooguit bestaat er in een aantal gevallen nog deelname aan het werk van besturen.

Oorzaken
De oorzaken zijn complex. We behoeven niet te zoeken naar één zondebok. A. Peper noemt drie processen die voor een belangrijk deel kenmerkend zijn voor dit losmakingsproces: de groei van het aandeel van de overheid in de financiering van welzijnsvoorzieningen, de inschakeling van beroepskrachten in de uitvoering van feitelijke werkzaamheden (professionalisering) en de hierboven al genoemde ontzuiling.
Ook Van Gennep gaat in zijn boek De terugkeer van de verloren Vader in deze richting. De kleinschalige verbanden tussen staat en maatschappij enerzijds en het individu en het gezin anderzijds, de zogenoemde mesostructuren, zijn weggevallen als gevolg van schaalvergroting, toenemende overheidsbemoeienis en de professionalisering van het welzijnswerk.
Het is in geen geval mijn bedoeling het verschijnsel van de professionalisering in een kwaad daglicht te stellen. Het is van grote betekenis dat hulpvragers een beroep kunnen doen op mensen die deskundig zijn in bepaalde takken van hulpverlening en op professionele wijze die deskundigheid aanwenden ten dienste van hun medemens in knelsituaties. De problemen, waar mensen in verzeild raken, problemen die een gezond functioneren in de weg staan, zijn vaak dermate ingrijpend, dat deskundige hulpverleners – mensen die methodisch getraind en geschoold zijn – bepaald geen luxe zijn. We mogen bijzonder dankbaar zijn dat we binnen de protestants-christelijke sector beschikken over goede opleidingsinstituten die proberen studenten te vormen tot hulpverleners die in hun beroepsuitoefening deskundigheid en geloof weten te verbinden en vanuit een bijbelse motivatie in het werkveld bezig willen zijn.

Niet alleen winst, ook verlies
Op zich zou professionalisering dan ook niet behoeven te leiden tot het uit elkaar groeien van kerk en welzijnswerk.
Toch moeten we, terugkijkend naar het verleden zeggen: alles heeft een prijs. Er is niet alleen in een aantal gevallen een grote afstand ontstaan tussen beroepskrachten en het vrijwilligerskader van de bestuurders, maar als gevolg van de professionalisering is de daadwerkelijke hulpverlening vaak een vergeten hoofdstuk geworden in de christelijke gemeente.
Het werk werd uitbesteed aan particuliere welzijnsinstellingen en overheidsdiensten. H. Spee, een r.k. theoloog, merkt op dat er als gevolg van dit alles bij veel christenen een soort afschuif- en afkoopsysteem ontstaan is. Als ervoor elke kwaal een bureau, een instantie en een instelling is, dan kun je de zorg voor je naaste toch rustig daaraan overlaten? Waarom zou je je bekommeren om je naaste in nood? Er wordt toch voor gezorgd!
De Heidelberger praktisch theoloog, Chr. Möller, schrijft ergens, dat als gevolg van de professionalisering en de ontwikkeling van het georganiseerde welzijnswerk gemeenten en gemeenteleden hun diakonale competentie verloren hebben.

Op zoek naar vrijwilligers
Nu is dat gelukkig niet het enige wat er gezegd moet worden. Het feit dat zulke verschijnselen gesignaleerd worden, getuigt op zich al van een andere instelling. Ook deze conferentie is een bewijs dat we in de ontwikkeling die ik hierboven schetste, niet willen berusten.
Thema is immers: de betekenis van het kerkelijk netwerk (vrijwilligers) voor de professionele hulpverlening. Het zal voor een deel wel door de druk van de tijdsomstandigheden komen, dat er weer een bezinning op gang komt, hoe we de gemeente op haar diakonale roeping kunnen aanspreken. Bezuinigingen dreigen immers in tal van sectoren gaten te slaan. Een terugtredende overheid spreekt burgers aan op hun verantwoordelijkheid. Het is nog niet zo lang geleden dat een term als zorgzame samenleving in zwang kwam.
Terecht is door E. van Middelkoop de opmerking gemaakt, dat hier een uitdaging ligt voor het diakonaat van de christelijke gemeente. Want in de eerste plaats zal die zorgzame samenleving in het christelijke gezin en in de gemeente moeten beginnen. In het memorandum dat ik ter voorbereiding op de conferentie ontving, is sprake van een kerkelijk netwerk van vrijwilligers. Het woord 'netwerk' slaat in het Nederlands op 'een werk dat gevlochten is als of gelijkenis vertoont met een net: een netwerk van twijgen' aldus Van Dale. In figuurlijke zin kan het verwijzen naar het vlechtwerk van persoonlijke en groepsrelaties.

De gemeente als lichaam van Christus
Je zou kunnen zeggen: een plaatselijke christelijke gemeente is een vlechtwerk van relaties tussen groepen. Concreet is te denken aan relaties, bijvoorbeeld tussen een kerkeraad, een diakonie, de verschillende werkgroepen en commissies, pastorale en diakonale medewerkers enz.
Dat is geen toevalligheid, maar is gegeven met het wezen van de christelijke gemeente. Een van de mooiste beelden voor de gemeente is het beeld van het lichaam en de leden. De gemeente wordt in 1 Korinthiërs 12 het lichaam van Christus genoemd. En de leden van dit lichaam zijn geroepen tot gemeenschap met Christus en met elkaar. De verbondenheid aan Christus in het geloof mag en moet zich uitwerken in de beoefening van de onderlinge gemeenschap. We wijzen op de betekenis van het Heilig Avondmaal: de maaltijd van de gemeenschapsoefening met de Heere en met elkaar. Het diakonaat van de christelijke kerk ontspringt aan de Tafel des Heeren.
In de gemeente functioneren de gaven. Want onze God is geen karig God. Hij deelt gaven uit aan wie Hij wil. En de gaven van de Geest zijn veel en velerlei. Ze worden gegeven, zoals in 1 Korinthiërs 12-14 gezegd wordt, tot opbouw en versterking van de gemeente. We hebben elkaar ermee te dienen in de liefde, die de hoogste geestelijke gave is.
Nooit kan en mag de christelijke gemeente dit aspect van haar leven, het dienstbetoon uitbesteden aan instanties of ambtelijke organen.
In het boek Handelingen is in Handelingen 6 sprake van de aanstelling van de Zeven. Ik laat nu maar in het midden of deze zeven mannen, aangesteld voor de dienst van de tafelen ter ondersteuning van het werk van de apostelen, nu diakenen waren. Waar ik wel op wil wijzen, is dat voordat er sprake is van speciaal aangestelden met een dienende taak, Lucas in Handelingen 2 en 4 het beeld tekent van een gemeente die door de kracht van de Heilige Geest een delende gemeenschap is, waarin men alles gemeenschappelijk had. Deze tekening van de Jeruzalemse gemeente blijft richtingbepalend voor de kerk van alle eeuwen en plaatsen, in welke vorm dit gemeenschapskarakter dan ook geconcretiseerd wordt.

Elkaar
Ik wijs ook op de belangrijke notie van het 'oog hebben voor elkaar' (J. P. Versteeg). Oog en hart. Pastoraal handelen, diakonale bewogenheid, zorg voor de naaste in zijn of haar concrete noden, maar ook het broederlijk en zusterlijk vermaan, de onderlinge vertroosting en bemoediging, de wederzijdse vergeving, de voorbede, de verdraagzaamheid zijn evenzovele uitingen van dit oog hebben voor elkaar. We kunnen met M. H. Bolkestein zeggen: het leven van de gemeente speelt zich in dit 'elkaar' af. Dat we 'op onszelf' zouden geloven, zonder relatie tot onze medebroeders en zusters is voor het Nieuwe Testament een ondenkbare zaak.
Centraal staat in deze roeping van de gemeenteleden jegens elkaar het gebod elkaar lief te hebben. En liefde is in het NT geen vaag of zwevend begrip, maar een zaak die handen en voeten krijgt in de concrete daad. Men denke aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan en aan de gelijkenis van het laatste oordeel, waarin gezegd wordt dat wat we aan één van de minsten van Christus' broeders gedaan hebben, aan Hem gedaan hebben.
Dit 'oog hebben voor elkaar' als een delende en helende gemeenschap, impliceert verbondenheid. Het betekent ook, dat ambtelijke organen in de gemeente – en ik denk in het kader van het thema van vanmiddag met name aan de diakenen, geroepen tot de dienst der barmhartigheid – de gemeente het werk niet uit handen nemen, maar hen hebben toe te rusten tot dienstbetoon.

A. Noordegraaf, Ede

* Op de najaarsconferentie van het Landelijk Welzijnsoverleg Gereformeerde Gezindte werd op vrijdag 30 september jl. een lezing gehouden over het thema. De gesproken tekst is met het oog op de publikatie hier en daar enigszins gewijzigd en aangevuld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zorg dat je nabij komt (1)*

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's