De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

'Geef ons heden ons dagelijks brood' (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Geef ons heden ons dagelijks brood' (1)

Het Onze Vader

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De 'vierde bede' van het volmaakte gebed dat Christus ons leerde is 'de menselijkste' van alle gebeden genoemd. Het gaat daarin immers om onze primaire levensbehoeften als eten, drinken, kleding, onze huishouding, ons werk en onze economie.

Om al wat nodig is om in leven te blijven en van het leven in al zijn facetten op aarde te kunnen genieten. En daarbij.komen wijzelf met onze menselijke zorgen en verlangens in beeld en aan bod.

Velen hebben bij dit gebed dan ook de idee dat deze bede tot de gemakkelijkste gebeden behoort. In ieder geval minder moeite kost dan de voorafgaande beden van het Onze Vader.

Dat laatste is evenwel een vergissing zoals de Schrift met de stukken aantoont en de praktijk van alledag uitwijst.

Een 'economie van het genoeg' is een weinig begeerd artikel, laat staan dat die te beginnen in Nederland gepraktiseerd wordt! Er is ten aanzien van de vierde bede veel meer afgoderij in de twintigste eeuw zowel in samenleving als in kerk(en) dan wij waar willen hebben. En de gereformeerde gezindte vormt daarop geen uitzondering. Voor hoevelen geldt niet wat Ronald J. Sider heeft opgemerkt: 'De levensstandaard is de god van de twintigste eeuw en het reclamebureau is zijn profeet!'

Problematisch

Deze vierde bede is voor en door ons veel problematischer geworden. Wij leven in een tijd en in een maatschappij waarin het bestaan van God en de afhankelijkheid van Hem wordt ontkend of in sterke mate wordt afgezwakt. Zelf maken wij de dienst uit. De voedselvoorziening hebben wij wetenschappelijk aangepakt (kunstmest, irrigatie, techniek, synthetisch voedsel), de gezondheid wordt verregaand geregeld in medische macht en door verbazingwekkende ingrepen, en de risico's van ons bestaan worden grotendeels afgeschermd en gedekt door overheidsmaatregelen en allerhande voorzieningen en verzekeringen. Bij tegenslagen en problemen worden deskundigen ingeschakeld en pas in uiterste noodgevallen wordt hulp van Hogerhand ingeroepen. Die 'luxe' kunnen en willen wij ons in het Westen veroorloven, in vele gevallen ten koste van anderen die minder bedeeld zijn. Materialisme en egoïsme vieren hoogtij.

Het grootste deel van de mensheid verkeert echter in ellendiger omstandigheden. Via de media wordt de gigantische nood van klein en groot op ons bord gelegd. En er is de schrijnende en schreiende tegenstelling tussen rijk en arm, ten dele mee veroorzaakt door ons levens-en bestedingspatroon.

En de vraag klemt: Delen wij soms meer in Gods gunstbewijzen dan zij? Heeft de Heere minder zorg voor hen dan voor ons? Wat heeft de vierde bede ons als burgers van Nederland met zijn arme (onder)kant en als wereldburgers te zeggen en zeker als christenen? !

De verkondiging ten aanzien van de vierde bede is lang niet zo gemakkelijk als wij vaak denken. Laat staan dat wij met goedkope genade en antwoorden lainnen volstaan. De vierde bede is eigenlijk wel de onmogelijkste (Koopmans).

Volgorde

Het is tevens van belang te letten op de volgorde van de beden in het Onze Vader. Die is namelijk niet willekeurig. Terecht is o.a. door Calvijn de volgorde en verdeling vergeleken met die van Gods Wet. Op het eerste gehoor lijkt het een hele overgang. Na het geestelijke: Gods Naam, rijk en wil, nu het gewone, tijdelijke leven met de vraag naar 'brood op de plank'.

Velen hebben daar moeite mee. Zij vergeestelijken deze vierde bede en maken er alleen maar 'bovennatuurlijk' brood van. Met Erasmus vragen zij zich af wat God met de broodvraag te maken heeft en de broodvraag met God. Erasmus vertaalde trouwens dagelijks brood met: 'wezenlijk, eigenlijk' brood; geestelijk brood dus. Weer anderen wilden het brood van het Avondmaal bedoeld zien met de verwijzing naar Christus als het ware en hemelse Brood.

Hoe dan ook velen in de kerken laten God buiten de vragen van het dagelijks bestaan. Hoe onjuist dat is, leert Christus ons in het geheel van de Bergrede in overeenstemming met Wet en profeten. Gods Vaderzorg strekt zich ook uit over het leven van alledag en onze lichamelijke behoeften. Terecht stelt Calvijn bij zijn uitleg van deze bede: 'Want op vele plaatsen wordt ons gelast onze zorgen in Gods schoot te leggen en Hij belooft Zelf genadiglijk dat Hij ons in niets Zijn bijstand zal onthouden'.

Heus deze bede is geen tweederangs gebed. Het aardse leven heeft in al zijn facetten de zorg en aandacht van de Vader Die in de hemelen is. De Koning zorgt bij uitstek voor heel Zijn schepping en zeker wel voor Zijn onderdanen. Wie weet dat beter dan de messiaanse Koning van Psalm 72?

Materiële en spirituele gaven horen bijeen in het leven met God. Dat maakt ook de tempelinrichting en eredienst duidelijk.

Het mag ons trouwens niet ontgaan, dat de zorg voor dagelijks brood prioriteit heeft als wij met onze noden tot God de Vader gaan. Eerst moet je immers als mens kunnen bestaan. Hoe kun je smeken om vergeving van schulden en om kracht vragen in de strijd tegen de verzoeker als je verhongert?

De volgorde laat intussen de rangorde onverlet. Jezus zegt nadrukkelijk: 'Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid'. Er blijft terdege onderscheid tussen het Rijk en 'al deze dingen' d.w.z. die van voeding en kleding; alle lichamelijke goederen (Ursinus). Vandaar de vermaning van de hervormer van Geneve: "Wij mogen nimmer zozeer op eigen voordeel zijn bedacht, dat de eer van God niet langer de eerste plaats inneemt'. Wie God vreest, zal de zorg om het aardse bestaan in het juiste perspectief zien.

Opdat wij daardoor erkennen

Het gebed om dagelijks brood is een voortdurende oefening om God als Gever te eerbiedigen. Wie dit gebed gelovig bidt, belijdt dat alle goede gaven van de Vader der lichten afkomstig zijn. Hij is 'de enige Oorsprong, de Bron van alle goeds'. Als zodanig wil de Heere erkend worden.

Als er één geweest is die dit beseft en betuigd heeft dan wel de Zoon des Vaders (o.a. Matth. 14 : 19).

In de wetgeving is dit aspect van dankbare erkenning Israël ingeprent (Deut. 6:28 e.a.). Welzijn en welvaart was niet aan eigen inspanning te danken, maar aan God, Die voorziet. Het mag daarom in huis en buitenshuis beleden worden. Ter navolging!

In de uitleg van deze bede in de catechismus wordt niet alleen over brood gesproken, maar over 'alle nooddruft des lichaams'. Het gaat in dit gebed om alle dingen die voor ons leven(sonderhoud) noodzakelijk zijn. Met alles wat wij en de onzen nodig hebben, mogen wij dus bij God komen aanzetten en Hem in al onze noden en wegen kennen. Tot in de kleinste onderdelen van ons bestaan. 'Al was het ook om een spijker en speld' (Kohlbrugge). Wil ons met alle nooddruft des lichaams verzorgen.

Die uitleg betekent tevens een beperking. Wij mogen bidden om dat wat (brood)nodig is. En dus geen verlanglijstje indienen met alles wat wij graag, liefst op stel en sprong, willen hebben. Wij hebben niet te bidden om dat wat in feite overbodig is, maar om dat wat nodig is, wat toereikend is. De waarschuwing tegen genot en overvloed klinkt niet voor niets zo vaak in de Bijbel. Tegenover de consumptiementaliteit wordt het vergenoegd zijn met wat God doet en geeft gesteld. Opdat wij in Hem vrede hebben en van daaruit tevreden zijn. Deze bede staat haaks op de hang en drang naar nog meer, op alle eigen belang. Christus roept in Zijn navolging tot matigheid en soberheid op. Het woordje 'geef kenmerkt zich dan ook niet door een 'bloedzuigersmentaliteit', een 'op z'n rechten staan', maar door bescheidenheid. Het doet een beroep op het hart, op het welbehagen van de Vader. Een kind dat op Hem lijkt, leeft van genadebrood. En vaart er wel bij!

Aan Gods zegen is alles gelegen

In dit gebed wordt door Christus duidelijk gemaakt, hoezeer wij van God de Vader afhankelijk zijn en blijven in heel ons bestaan. De opstellers van de catechismus zeggen het de Meester in antwoord 125 na. 'Alle onze zorg en arbeid evenals de gaven die God ons aanreikt, kunnen en zullen zonder Zijn zegen ons niet gedijen.' Het komt ons niet ten goede. Het komt niet tot bloei en groei, tot zijn recht en dus terecht. Als God Zijn zegen aan het werk, aan het leven onthoudt, staan wij machteloos en is alles vruchteloos en smakeloos. Het breekt bij de handen af Er ligt geen glans over! Maar wanneer Hij er in meekomt, is het zegenrijk. God wil ons met Zijn zegen temeer aan Hem en Zijn dienst verbinden. Wie het daarentegen zelf wil maken, komt bedrogen uit, vroeg en laat.

De totale afhankelijkheid wordt door de woorden 'geef en 'heden' en 'dagelijks' onderstreept.

Wij bidden om brood voor vandaag en niet om voorraad aan te leggen voor jaren. De vierde bede is geen gebed voor hamste­ raars. Het leert ons temeer uit Vaders hand te leven en bij de dag te leven. In een formuliergebed na het eten staat treffend:

'Dat onze harten niet in deze aardse en vergankelijke dingen geworteld zijn'. Wat zou het ons baten als wij heel de wereld zouden winnen, maar niet rijk zouden zijn in God? !

Zoals wellicht bekend wordt soms gebeden: Geef ons heden ons brood voor morgen. Wanneer deze Aramese versie juist is, betekent het toch, dat wij om voeding vragen voor de dag die voor ons ligt. Luther spreekt van het gebed om ons 'dagelijks rantsoen'.

Dat roept herinneringen op aan de woestijnreis, waar het manna voor elke dag uit de hemel kwam geregend.

Die regen en zegen is er alleen op kosten van Christus! Hij heeft Gods Vaderlijke zorg verdiend. Hij is als geen ander met de broodvraag, met de dorst, met het lijden en de armoede geconfronteerd geweest. Voor Hem was de vloek. Ook de vloek die op het aardrijk rust. Alleen dankzij Zijn bloed en voorbede, vanwege Zijn overwinning is er heil in al zijn facetten, zowel voor dit als voor het toekomende leven. Met uit-en toekomst voor de schepping. Vandaar dat een kind bidt en dankt voor spijze en drank en daarbij belijdt: Uit genade!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Geef ons heden ons dagelijks brood' (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's