Uit de pers
Is dit een mens
Zo luidt de titel van een boek uit het Italiaans vertaald en geschreven door de in 1987 overleden auteur Primo Levi. Hij verhaalt er zijn verschrikkelijke ervaringen in bij zijn deportatie naar en verblijf in Auschwitz.
Het fascisme was de aanjager van de gruweldaden in de Tweede Wereldoorlog. Maar, aldus Levi, het fascisme is niet dood. Wat een ontzetting nationalistisch fanatisme teweeg kan brengen, hebben we de afgelopen drie jaar in ons eigen Europa opnieuw kunnen zien. We worden er aan herinnerd nu in Den Haag een Internationaal Gerechtshof probeert van oorlogsmisdaden verdachte personen voor zich te krijgen en waar nodig te veroordelen. In Hervormd Nederland van 18 mei 1996 schrijft Loes van Lennep er in haar wekelijkse column het volgende over onder het opschrift In de spiegel.
'Oog in oog met de van gruwelijke misdaden tegen de menselijkheid beschuldigde Dusko Tadic boog ik me dichter naar het scherm. Onwillekeurig verwacht je dan toch weer het kwaad te zien, maar het bleek een er netjes uitziende alledaagse man. Op de foto indertijd van direct na zijn arrestatie, was dat anders. De gebruikte belichting maakte hem afstotelijk. Misschien was dat met opzet gedaan, want zo iemand behoort duidelijk herkenbaar te zijn tussen ordentelijke mensen zoals wij. In zijn boek over het proces tegen Eichmann, ook al zo'n onopvallende figuur, kon Harry Mulisch het niet laten met een foto van deze jodenvervolger zodanig te spelen, dat de sporen van de door hem aangerichte verschrikkingen alsnog van zijn gezicht waren af te lezen. In De banaliteit van het kwaad, over datzelfde proces, analyseert Hannah Arendt, dat Eichmann juist vanuit zijn banaliteit tot zijn misdaden kon komen. Menachem Amoni, overlevende van Auschwitz, scherpt dat verder aan. Een citaat uit De overlevenden tellen niet. "Er zijn geen goede en slechte mensen; er zijn alleen maar goedslechte en slechtgoede mensen." Dat zou zelfs voor Albert Schweitzer en Adolf Eichmann gelden, net zo goed als voor u en voor mij. Wij allen moeten de potentiële Eichmann in onszelf herkennen. De brave burgers die van 1933 tot 1945 in staat bleken tot duivelswerk, zijn dezelfde burgers die we dagelijks tegenkomen op straat, thuis en in de spiegel. Ze zijn niet allen braaf en evenmin zijn ze duivels. Het zijn mensen en tot alles in staat. Het valt niet mee dat te beamen. Professor Hans Achterhuis bekent in De gewelddadige samenleving zich aanvankelijk kwaad te hebben gemaakt, met name bij Arnoni's uitspraak, dat hij elke morgen als hij zich scheert Eichmann in de spiegel ziet. Langzamerhand is hem niettemin duidelijk geworden, dat ieder mens inderdaad een Eichmann in zich heeft: "Maar in deze erkenning ligt ook de mogelijkheid tot verzet. Als je die potentiële Eichmann in jezelf aanwezig ziet, dan kun je je er tegen wapenen." Hoewel, het blijft volgens Achterhuis genade die ons er soms voor behoedt het pad van Eichmann op te gaan. Genade die ons via medemensen en gebeurtenissen bereikt en waarvoor we ons moeten openstellen.
Achterhuis: "Dit besef, dat we uiteindelijk van genade afhankelijk zijn, kan ons ervan weerhouden het geweld en het kwaad allereerst bij de ander te zien".'
Van nature geneigd God en de naaste te haten, aldus antwoord 5 uit de Heidelberger. Elke morgen zie je hem in de spiegel, die mens. Is dit een mens?
Als je soms je verbazing uitspreekt over de gruwelen die mensen, soms tot voor kort eikaars buren, elkaar aandeden in het voormalig Joegoslavië dan wordt soms gezegd : typisch Balkanmentaliteit. Daar moet dan zoiets in doorklinken van: kun je daar verwachten. Zo zitten de mensen daar in elkaar. Maar hoe is het dan met ons, eerbare kalme Hollanders? In hetzelfde nummer van Hervormd Nederland schrijft Frans Willem de Zoete in de rubriek Slotfase dit keer een bijdrage onder het opschrift Vreemdelingenhaat.
'In 1961 publiceerde de Britse historicus A. J. P. Taylor The origins of the Second World War. In zijn voorwoord gaat Taylor in op de taak van de geschiedschrijver en schrijft hij: "Er kan weinig ontdekt worden als we doorgaan alles wat gebeurd is aan Hitler toe te schrijven. Hij verschafte een krachtig dynamisch element, maar het was brandstof voor een bestaande motor (...). Hij was nergens geweest zonder de steun en samenwerking van het Duitse volk. Vandaag de dag schijnt men te geloven dat hij alles in zijn eentje deed, zelfs de treinen besturen en de gaskamers vullen. Dat was niet zo. Hitler was een klankbord voor de Duitse natie. Duizenden, vele honderdduizenden Duitsers voerden zijn duivelse orders uit, zonder te twijfelen of vragen te stellen."
Dat was dus in 1961. Vijfendertig jaar later komt de Amerikaanse politicoloog Daniel Jonah Goldhagen met dezelfde stelling (aankakken, zou ik bijna zeggen), waarover nu een hoop gedoe is. Waar ik liever over zou lezen, is de vraag waar vreemdelingenhaat en racisme nu precies vandaan komen. Wat bezielde die Duitsers en wat bezielt mij? Laatst stelde ik mezelf de vraag: wat deed je meer pijn? Het Nederlands diplomatengezin dat omkwam van dorst in donker Afrika, of de hongerdood van duizend Ghanezen? Mijn antwoord was: ik voelde meer bij de dood van dat gezin.
Ook ben ik extra kwaad als ik lees dat een groepje Marokkaanse jongens een Nederlands meisje heeft verkracht. Als het Nederlandse of Canadese (blanke) jongens betreft, ben ik toch minder geraakt. Hoe komt dat in vredesnaam? Ondanks dat ik vasthoud aan de stelling: "Er is geen ander ras dan de persoonlijkheid", ga ik gevoelsmatig toch voor de bijl. En ik niet alleen, vrees en vermoed ik, maar ik lees er niks over.
Laatst kreeg ik dan eindelijk een verhaal onder ogen, dat over dit pijnlijke onderwerp gaat. Het was een artikel van de Duitse (!) Psychoanalytische Vereniging. Die vereniging concludeerde in november 1992 het volgende: "We weten dat vijandigheid ten opzichte van vreemdelingen de 'natuurlijke' grondhouding van een samenleving is, en dat vreemdelingenangst en vreemdelingenhaat tot ons psychische basispakket behoren."
Daarna kwam er nog een biologieprofessor aan het woord, prof. dr. Bernhard Verbeek. Deze stelde dat in de menselijke hersenen slechts dingen gebeuren die de hersenstructuur toelaat. Dat zijn zaken die de natuurwetten toelaten, en daar hoort de liefde voor vreemdelingen niet bij. Onze hersenen zijn geprogrammeerd op overleven en daarbij kunnen we vreemdelingen (gevaar!) niet gebruiken. Je moet dus niet de illusie hebben, stelt Verbeek, dat je kunt voelen wat je wilt. Mijn nationalistische en racistische grondhouding moet ik blijkbaar voor lief nemen. Daar kom ik nooit meer van af! Wat moet ik daar nou mee? "
In de Heidelberger wordt geen berusting gepreekt ten aanzien van onze boze natuur. De mogelijkheid en de werkelijkheid van een nieuwe geboorte wordt als uitweg aangewezen in en door Jezus Christus. Vijanden worden met God verzoend, maar ook met elkaar. Tegelijk weten we hoe juist ook christenen in het verleden, maar ook vandaag soms meedoen aan het verbreiden van haat zoals onder een deel van de Servische christenen is gebleken. Verzoening is één der kernwoorden uit de Schriften. Verzoening is óók een proces tussen mensen onderling. In Vandaar, maandblad voor zending, werelddiakonaat en ontwikkelingssamenwerking (juni, juli, augustus 1996) besluit Charlotte Venema (theologe) een reeks columns die ze schreef als kennismaking met het leven op Sri Lanka en het boeddhisme onder het opschrift Verschillend, en toch...
'Dit is alweer mijn laatste column. En... is het gelukt om Sri Lanka "Een beetje dichterbij" te brengen? Dat is in ieder geval wel mijn bedoeling geweest: om geen dromerig plaatje van een exotisch vakantieparadijs uit te tekenen en geen enkelvoudig (schrik)beeld van bommen en geweld voor te schotelen. Hoewel beide werkelijkheid zijn op dit eiland. De natuur is er overdadig en afwisselend: strand, bergen, jungle en dat alles vanuit Colombo binnen enkele uren te bereiken. Meestal schijnt de zon en 's nachts flonkeren ontelbare sterren aan de donkere hemel. En in dit aardse paradijs vallen bommen en granaten. De ellende van de oorlog in het noorden van het eiland is een van de meest wanhopige realiteiten hier. Daarbij is geweld ook in het zuiden een alledaags gegeven geworden. Ik heb geprobeerd om op deze bladzijde te vertellen over het grote gebied tussen deze twee uitersten. Nu ik ruim anderhalf jaar leef in deze andere wereld, besef ik steeds meer dat verschillen in levensstijl uiteindelijk niet essentieel zijn. Misschien is dat een open deur Maar voor mij was dit tot mijn komst hier alleen theorie uit boeken.
Cultuur, religie, klimaat, tijd en plaats van geboorte, het zijn bepalende omstandigheden voor een mensenleven. Maar de basisingrediënten zijn dezelfde: hart en hersens, vlees en bloed. Toen ik het plaatselijke culturele en religieuze alfabet van rituelen en gewoonten op Sri Lanka enigszins begon te snappen, kon ik een stap dichterbij komen. "De bevolking, die ik vanaf de zijlijn had bekeken, viel uiteen in personen met afzonderhjke gezichten, ieder met een eigen geschiedenis.
Dat is echter niet mijn verdienste. Het zijn de mensen geweest die mijn pad kruisten en hun verhalen vertelden. Zij gaven mij daarmee een kans om dichter bij hen te komen. En te ervaren dat de verschillen tussen hen en mij, hoe groot soms ook, uiteindelijk relatief zijn.
Zo was ik eens te eten gevraagd door vrienden. Ik had de kunst van het eten met de rechterhand nog niet geheel onder de knie. En ik zag hoe het jongste zoontje tafelmanieren werden bijgebracht. Hij is nu groot genoeg om netjes te leren eten met zijn hand, zei zijn moeder tegen mij. En ik bedacht me plots, dat er geen enkel verschil is in de moeite die andere ouders doen om hun kind te leren eten met vork en mes. Andere gewoontes, ja. Maar wezenlijke verschillen, nee. Moest ik nu zo ver weg reizen om dat te ontdekken? Als ik naar Amsterdam kijk, mijn eigenlijke woonplaats, zijn daar genoeg mogelijkheden om kennis te maken met andere leefstijlen en gewoonten. Maar ik leefde daar tot mijn vertrek naar Sri Lanka in mijn eigen kringetje en zag geen noodzaak daar buiten te treden. Van die noodzaak ben ik nu wel doordrongen. Omdat de huidige geweldsgolven, die stuk slaan op dit mooie eiland, voor een groot deel te maken hebben met bevolkingsgroepen die langs elkaar heen zijn gaan leven en nu vreemden voor elkaar geworden zijn. In Nederland is het weliswaar geen oorlog, maar ik zie dat ook daar groepen volkomen langs elkaar heen leven. Vreemden voor elkaar zijn. Elkaar ofwel met onverschilligheid ofwel met wantrouwen bezien. Dat zou anders kunnen. Nee, ik heb het niet over dikke vnendschap, maar wel over samen leven zonder angst en 'jij of ik'-instelling. Wat me opvalt in Sri Lanka is dat in het leven van alledag religies, ook het christendom, een brug vormen tussen verschillende groepen. Mensen weten van elkaars geloofsovertuiging, eikaars gebruiken en hoogtijdagen. Op religieuze feestdagen verschijnen krantenartikelen met achtergrondinformatie. En zo is het niet meer 'vreemd' (en dus eng).
Wat ik hier geleerd heb, is niet dat ik kan opgaan in anderen of dat er geen verschillen bestaan. Maar wel dat mijn eigen ik veel dichter bij anderen kan leven, zonder dat daarmee beweegruimte - ook als christen - bedreigd wordt".'
Ik schrijf deze rubriek dit keer op de dag dat èn in Israël èn in Zuid-Afrika verkiezingen worden gehouden. Vooral die in Israël kunnen van groot gewicht blijken te zijn voor de toekomst van de vrede in het Midden-Oosten. Haat en achterdocht zijn blijvende splijtzwammen tussen volken en rassen in deze wereld. Tweeduizend jaar christendom hebben daar nog weinig verandering in kunnen brengen. Uit de gekozen citaten valt wel te leren dat de schuld van veel ellende bij de mens zelf ligt. En dat kan al een winstpunt zijn. Verandering begint altijd bij onszelf. Het kwaad zit in ons. Wie er voor bewaard blijft geeft genade daarvan de eer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1996
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1996
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's