Uit de pers
Evangelischen en 'kerkdijken'
Sinds 1 juni 1996 heeft de Evangelische Alliantie (EA) een nieuwe voorzitter: ds. Teun van der Leer, predikant bij een baptistengemeente in Arnhem-centrum. De EA is de overkoepelende organisatie van ruim 90 evangelische gemeenten en organisaties in ons land. Het Nederlands Dagblad (Koos van Noppen) had een gesprek met hem dat verscheen in de krant van 1 juni jl. Ds. Van der Leer ziet als één van zijn voornaamste doelstellingen te werken aan meer theologische diepgang in de gelederen van de evangelischen.
'De evangelische beweging zal zich in de komende tijd nadrukkelijk bezig moeten houden met de vraag naar haar verworteling. Kenmerkend voor de groei van de beweging is de nadruk op beleving, de ruimte voor ervaring en aandacht voor het persoonlijk geloof. Die drie elementen passen perfect in onze cultuur van individualisme. Maar als die zaken geen diepere wortels hebben dan dat, kunnen ze ook zo weer met een volgende cultuurgolf verdwenen zijn. Met andere woorden: wat onze kracht is, is tegelijk ook onze zwakte. Daar komt bij dat we nog niet zo'n oude beweging zijn, tenzij je terug wilt gaan tot de opwekkingsbeweging of zelfs de Reformatie. Maar de beweging zoals we die nu kennen, is in de jaren vijftig en zestig in Amerika begonnen, met Billy Graham en Youth For Christ.
Voor een deel is de evangelische beweging geworteld in het individualisme van onze cultuur. Dat is geen goede voedingsbodem, we moeten nog dieper zoeken. Ze is geworteld in een sterke beleving van de liefde tot de Here Jezus. Dat is prachtig, maar als het blijft hangen in de sfeer van de ervaring, kun je het zo kwijt zijn. De beleving moet zich ook gaan wortelen in de vaste beloften van het Woord van God. De evangelische beweging legt graag nadruk op the heart strangely warmed, een gevleugelde uitspraak van John Wesley. Maar hoofd en hart moeten wel met elkaar in evenwicht zijn. Op het terrein van evangelische theologie hebben we nog niet zo gek veel voor elkaar gebracht. Een typerend voorbeeld is dat nieuwe fenomenen - zie bijvoorbeeld de "Toronto-blessing" - eerst worden geaccepteerd en daarna alsnog van een theologisch funderinkje worden voorzien. Overigens wordt daarover binnen de evangelische beweging heel verschillend geoordeeld.'
Ds. Van der Leer geeft aan dat dat proces van verdieping al aan de gang is met name op het terrein van de gemeenteopbouw, in beweging gezet door een vorige voorzitter van de EA ds. Erik Veenhuizen. Een verschuiving van accent van het persoonlijk geloof naar de opbouw van de gemeente. Dit is een ontwikkeling die de EA dichter tot de kerken heeft gebracht waar de laatste tijd ook veel belangstelling voor gemeenteopbouw valt waar te nemen. Aan het eind van het interview met ds. Van der Leer brengt Koos van Noppen het gesprek op deze contacten met de kerken.
In de afgelopen jaren zijn er op verscheidene niveaus gesprekken gevoerd tussen EA-vertegen woordigers en de "traditionele " kerken. De banden met de hervormde en ("synodaal") gereformeerde synodes zijn aangehaald, er zijn goede contacten met de Nederlandse Zendingsraad, er vond een gespreksronde plaats met de Gereformeerde Bond, etc. Welke doelen stel je je op dat terrein ? '
'Ik wil de kerken zo graag duidelijk maken dat ze de evangelische spiritualiteit alleen maar tot hun schade kunnen negeren. Ze kunnen er veel van leren, zonder dat ze daar nu direct een eng, zweverig type van worden. Ik schrik soms van de karikaturen die nog steeds in de kerken bestaan over de evangelische beweging, als zouden we dweperig, fundamentalistisch, oppervlakkig zijn en noem alle vooroordelen maar op.
Wij als baptisten staan een beetje tussen de vrije groepen en de kerken in. Wij lenen ook van beide kanten. Liturgie aan de ene kant, beleving aan de andere kant. Dat betekent dat ik beide groepen goed ken. Ik hoop dat dat me zal helpen bij het bruggen slaan.
De evangelische beweging zal de kerken moeten dienen. Niet vanuit de houding: "Wij hebben de reddingsboei, dus vangen, anders zink je in het niet". Dus ook niet als machtsfactor, als een nieuwe modaliteit die de koers gaat bepalen. Maar juist met de gezindheid van Jezus, die alles "in huis" had, maar dat meer liet merken door wat Hij deed, dan door Zich op de voorgrond te dringen.'
'Wat is volgens jou het maximaal haalbare in de contacten met de kerken ? '
'Geen oecumene ofzo, daar is de EA niet voor opgericht. Het maximale dat ik zou willen bereiken, is dat aan beide zijden de karikaturen verdwijnen. Evangelischen zijn niet zweverig en in de kerken is het niet dor en doods of één en al vrijzinnigheid.
Ik hoop van harte dat we onze verschillen ondergeschikt kunnen maken aan de nood in de samenleving, waarin zoveel mensen leven die het evangelie niets meer zegt. Tijdens een studiedag over het thema "Gereformeerd of evangelisch" heb ik gezegd dat christenen in de kerken en in de evangelische beweging een gemeenschappelijke verlegenheid kennen: we hebben allebei moeite om buitenkerkelijken te bereiken, om jongeren vast te houden en om geestelijk echt te groeien. Wat ons bindt is de liefde voor het Woord van God en de visie om dicht bij het evangelie te blijven. Als we daar allebei mee bezig zijn, kan het niet anders of vPe groeien ook naar elkaar toe. Laten we daar de handen maar voor ineenslaan.'
We hebben elkaar het een en ander te bieden naar mijn overtuiging. De stevigheid van de belijdenissen uit de reformatorische traditie kunnen de evangelischen mede van dienst zijn om te komen tot wat ds. Van der Leer bedoelt met een 'evangelische theologie'. Intussen wensen we hem veel bezieling en bezinning toe om zijn nieuwe taak met vreugde en vrucht voor de gemeente Van Christus temidden van ons almeer ontkerstenend volk te kunnen vervullen.
Calvijnse spiritualiteit
Calvijn en het calvinisme hebben geen beste pers temidden van hen die vanuit een veelal oppervlakkig vooroordeel menen te weten wat Calvijn en de zijnen bedoelen. In Herademing (Tijdschrift voor Spiritualiteit en Mystiek, 4e jaargang nummer 1 - 1996) stelt prof. dr. C. Graafland deze kwestie aan de orde in een bijdrage getiteld 'Calvijn en de spiritualiteit'. Calvijn staat bij velen te boek, aldus prof. Graafland, als de strenge theoloog die leerde dat God van te voren al heeft besloten om het grootste deel van de mensheid naar de hel te sturen. Is het calvinisme daarom niet - berucht om zijn hardheid, zijn verkettering van alles en allen die niet precies hetzelfde leren? Prof. Graafland laat zien hoezeer dit op een misverstand berust. Calvijn is juist de theoloog van de Heilige Geest genoemd en daarom bekend geraakt om zijn aandacht voor spiritualiteit. Calvijn is veel meer de man van het geestelijk léven dan van de leer. Vragen die alles te maken hebben met de geloofsbeleving van mensen komen bij hem aan de orde. Zelfs ook wanneer hij het zo ingrijpende onderdeel in zijn geloofsleer aan de orde stelt: de predestinatie. Dan staat dat bij hem nog in het kader van de spiritualiteit!
'Het meest verrassende daarvan is misschien nog, dat als hij het over de Heilige Geest heeft en dus over het spirituele leven van de gelovige, hij dan de predestinatie van God ter sprake brengt. In dat derde boek dus. Dat betekent, dat bij Calvijn het spirituele leven van de mens en Gods verkiezing bij elkaar horen. Niet tegenover elkaar, elkaar uitsluitend, zoals vaak wordt gedacht en op grond waarvan dan wordt gesteld, dat de Calvijn van de predestinatieleer nooit een werkelijk spirituele Calvijn kan opleveren. Voor Calvijn horen echter beide juist bij elkaar. Dicht bij God leven tot in de meest concrete werkelijkheid van elke dag en tegelijk weten, dat God zo zijn wil (welbehagen) in ons volbrengt zijn plan met ons volvoert: dat is spiritueel leven. Zo komt de verkiezing bij Calvijn wel in een wat ander licht te staan.
Verkiezing = een begenadigd leven
Maar dat neemt niet weg, dat dit aspect ook aan Calvijns spiritualiteit een enigszins eUtair karakter geeft. Maar welke mystieke leraar van de kerk heeft dat elitaire niet? Het hoort immers bij het spirituele leven. Ook daarom is het van wezenlijke betekenis, dat als Calvijn het heeft over het spirituele leven, hij dan de verkiezing ter sprake brengt. In feite heeft die verkiezing een enorme positieve lading. Ze wil eigenlijk zeggen, dat zo met God leven een begenadigd, een gezegend leven is. En genade en zegen produceren wij mensen niet zelf. Die ontvangen wij. En dan kan het niet anders, of er maakt zich een gevoel van verbazing, van verwondering van ons meester. Wie ben ik, dat ik dat mag delen met God, dat God wil delen met mij? Calvijns denken over de verkiezing is dus niet hard, het is mild en spiritueel, het is openbaring van God in zijn liefde.
En de verwerping dan?
Maar Calvijns verwerpingsleer dan? Ja, inderdaad, die is er ook. Maar als hij het daarover heeft, is het alsof hij wil zeggen: daar kan ik toch ook niets aan doen. Als God kiest, kiest hij altijd uit... de een wel, de ander niet. Elke verkiezing heeft de keerzijde van een verwerping. Calvijn wil zich daarvoor niet blinddoeken. Daarom geldt het ook hier weer, dat die verwerping niet maar een (harde) leer is, maar een ervaren werkelijkheid. Opmerkelijk is, dat Calvijn, juist als het daarover gaat, ze vaak naast elkaar plaatst: bijbel en ervaring. Soms zelfs in omgekeerde volgorde: ervaring en bijbel. God zegt het in zijn Woord, maar wij mensen ervaren het ook. We zien het gebeuren, dat mensen "nee" zeggen en blijven zeggen tegen God. We zien het gebeuren, dat er mensenlevens zijn, waarin God niet voorkomt, tot het einde toe. De karikatuur van Calvijn wil ons doen geloven, dat Calvijn zelf dit leuk gevonden heeft. Maar niets is meer onwaar dat dit. Als ik de gebeden van Calvijn lees, die hij na zijn preek uitsprak, voel ik zomaar aan, hoe het door zijn ziel heenging, dat er mensen waren die niet geloven, en dat er nog zoveel mensen in de wereld zijn, die nog niet geloven. Calvijn heeft Gods besluit tot verwerping genoemd een "verschrikkelijk" besluit: Letterlijk: "horribel". Hij heeft erbij gerild. Maar hij heeft het daarom niet ontkend of verzwegen of verdrongen. Hij wilde ook in dit opzicht zijn spiritualiteit "zakelijk" houden, in de zin van realistisch. Er loopt nu eenmaal een scheiding dwars door de mensheid en zelfs dwars door de kerk.'
Met 'zakelijke' spiritualiteit bedoelt prof. Graafland dat het Calvijn om de 'zaak' van God en van de mens gaat. 'Geen vage geestelijkheid, maar duidelijke inhoudelijkheid'. Als ik ds. Van der Leer goed begrijp, gaat het ook hem om die inhoudelijke duidelijkheid en duidelijke inhoudelijkheid. Geloven en geestelijk leven zijn niet zoiets als zweven, maar een zaak van staan. Staan pp het fundament. Geworteld en opgebouwd in Christus en bevestigd in het geloof (Col. 2 : 7a).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 1996
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 1996
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's