Uit de pers
Gereformeerd vandaag
Op het palet van kerkelijke bladen dat in ons land verschijnt, komt ook het blad 'Opbouw' voor. Het laat het gereformeerde geluid horen zoals dat klinkt binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken. De titel van het blad heeft te maken met 'de opbouw van het gereformeerde leven'. Ds. W. Smouter (Breukelen) schreef onlangs (14 juni 1996) een bijdrage onder de titel 'Het gereformeerde leven bestaat niet meer'. Dat had iemand gezegd op de jaarvergadering van de persvereniging die het blad 'Opbouw' uitgeeft. Hij vraagt zich af: in hoeverre is dit waar? En hoe komt dat dan en wat doen we daar dan mee? Hij geeft aan dat hij met de uitdrukking 'het gereformeerde leven' bedoelt de gemeenschappelijke opvattingen over geloof, bijbel, kerk en samenleving. Het gaat om normen die je met elkaar deelt, een nestgeur, een manier van praten en omgaan met elkaar. Je zit samen op één lijn van denken en leven. Welnu, ds. Smouter herkent de opmerking dat dit gereformeerde leven de verwijdering nabij is. De één zal dit betreuren en een ander zal het alleen maar toejuichen. Maar te ontkennen valt het niet. Al bevinden de meeste lezers van ons blad zich in een ander kerkelijk circuit dan ds. Smouter, ik vermoed dat velen zich in zijn woorden zullen herkennen. Ook in de achtergronden en oorzaken van genoemde verdwijning van het gereformeerde leven.
Hij probeert een aantal factoren op een rij te zetten, die er volgens hem toe hebben geleid dat het gereformeerde leven aan het wegraken is.
'De grote lijn lijkt me duidelijk. Er zijn twee grote aantastingen van het gereformeerde leven. Dat zijn de secularisatie en de evangelische beweging. Het is raar om ze in één adem te noemen en ik haast me ook om te zeggen dat ik ze niet over één kam scheer, maar feit is wel dat ze beiden bijdragen aan de teloorgang van het gereformeerde leven. En wel op twee manieren: de gereformeerde wereld exporteert leden en importeert gedachten naar deze twee kanten. Het is al heel duidelijk, dat we aan beiden leden verliezen. Zouden er onder ons nog veel mensen zijn die de pijn niet kennen van familieleden die kerk en geloof vaarwel hebben gezegd? En zouden er nog veel gemeenten zijn zonder de pijnlijke herinnering aan de overstap van een of meer gezinnen naar "de evangelischen"? Dat noem ik onze export.
Import
Tegelijk importeren we ook. Een enkele keer komen er mensen over, maar bovenal importeren we ideeën. Wat import uit "de wereld" betreft: we zitten op school met ongelovigen, onze collega's weten van geen kerk en 's avonds kijken we tv volgens een patroon dat (zo blijkt uit onderzoek) nauwelijks afwijkt van de pulp waar die anderen naar kijken. Geen wonder dat we ideeën over samenwonen, echtscheiding, geldbesteding en zo meer importeren. Dat gebeurt vaak onbewust. Overname vanuit de evangelische hoek gebeurt meestal meer bewust. Ik ken geen Nederlands Gereformeerde Kerk waar niet geëxperimenteerd wordt met Opwekkingsliederen of meer persoonlijke bijbelstudiekringen of gemeenteopbouw. En ik ken geen collega die niet met vragen loopt over welke koers hij hierbij moet varen.'
Ds. Smouter geeft dan een hele reeks van voorbeelden waaruit zijn stelling blijkt: het gereformeerde leven staat onder druk door export van mensen naar 'de wereld' en naar 'de evangelischen' en door import van gedachtegoed uit beide 'kampen'. De voorbeelden die hij noemt zijn voor een deel te zeer bepaald door de situatie in zijn kerken en daarom neem ik ze hier maar niet over. In het nummer van 28 juni 1996 komt hij wel terug op zijn eerste bijdrage en stelt de vraag aan de orde: hoe waarderen we deze gang van zaken en hoe reageren we erop?
Terug naar de fundamenten
Boven zijn tweede bijdrage schrijft hij het thema Back to the basics (Terug naar de fundamenten). Op het veranderen van de gereformeerde wereld wordt verschillend gereageerd, aldus ds. Smouter. De één zal zeggen: luiken dicht, we beleven zwaar weer. De ander geeft aan: activeer de gemeenteleden op een nieuwe manier en gebruik allerlei verschillende vormen van toerusting en gemeenteopbouw. Voor de laatste lijn kiest ds. Smouter, maar zo vindt hij, dan gaat het wel om de inhoud die je aan deze gemeenteopbouw geeft.
'En over die inhoud wil ik het vooral hebben. Ook daarin zijn twee opties te onderscheiden. Als je de richting van "luiken dicht" buiten beschouwing laat, dan zijn er in hoofdzaak twee richtingen die kans zien om mensen te raken. Dat zijn de richtingen die ik nu maar even typeer met de namen van Nico ter Linden en Henk Binnendijk. Ter Linden wist destijds volle kerken te trekken in het geseculariseerde Amsterdam, hetgeen een mirakel mag heten. Binnendijk trekt 30.000 jongeren in een voetbalstadion, hetgeen minstens evenzeer een mirakel mag heten. Ik weet best dat het in beide gevallen niet om 't poppetje alleen gaat, maar ik belicht nu even deze twee voormannen als voorbeeld van de twee benaderingen van onze tijd. Ieder voelt dat ze niet één pot nat zijn. Toch, vergis u niet, hebben ze veel gemeen. Bijvoorbeeld dat beiden veel werk maken van vormgeving en communicatie. Maar ook dat ze beiden uiterst modem zijn in de onderwerpen die ze aansnijden. De thematiek van hun toespraken wordt niet bepaald door de catechismus of zo, maar door een nauwkeurig volgen van de trends in het denken van onze tijd. Beiden zullen het hebben over gevoelens van onzekerheid, over verlangen naar warmte, over omgaan met verdriet en schaamte, over relaties, over persoonlijke groei en het meest over de ervaring van het geloof. Daarin verschillen beiden duidelijk van "het gereformeerde leven" en daarin ligt hun aansluiting bij mensen van deze tijd.
Een woord van boven
Tegelijk verschilt hun beider antwoord op deze vragen fundamenteel, vooral als het gaat om de vraag: is er een woord van Boven? Valt er in de Bijbel licht op te vangen dat geopenbaard is, of is het een tekstboek met menselijke verhalen? Ter Linden zit althans in dit opzicht op hetzelfde spoor als Kuitert: er is geen openbaring die van boven is; er is alleen een menselijk zoeken en tasten. Binnendijk daarentegen probeert steeds nieuwe manieren om het geopenbaarde evangelie te doen landen bij de mensen van nu. En is dat verschil nu beslissend? Voor mij is het belangrijkste dat hiermee ook samenhangt de verschillende kijk op Jezus Christus. Hij is zelf van Boven, Hij is volgens de Bijbel het Woord dat van boven is. Geen wonder dat voor Binnendijk alles draait om de band met Christus, terwijl bij Ter Linden, Kuitert en anderen aansluiting wordt gezocht bij een veel algemener religieus gevoel. Reden waarom je het verschil met Jodendom en islam voor hen niet teveel moet aandikken. Ik ben er diep van overtuigd, dat de christelijke kerk z'n kaarten nooit moet zetten op een algemeen religieus gevoel. Dat wil zeggen: de kerk moet wel inspelen op dat gevoel, maar ze leeft daar zelf niet uit. Van modernisering van de boodschap zonder verdieping van het geloof naar Christus toe verwacht ik dan ook helemaal niets. Dan kun je de mensen meer bij de kerkdienst betrekken, een heel organogram van de gemeente en z'n geledingen maken, iedereen langs korte lijnen inschakelen in het gemeentewerk en weet ik wat meer, maar echte geloofsopbouw verwacht ik daar niet van.'
Je hoeft het niet in alles eens te zijn met de wijze waarop eigentijdse verkondigers hun boodschap vertolken, ik ben het met ds. Smouter eens dat je wel veel van hun methoden kan leren om er je winst mee te doen in de communicatie van het evangelie naar de gemeente toe. Onze gemeenten bevinden zich nu eenmaal niet op een eiland, maar staan midden in deze tijd.
'De nieuwe impulsen die we uit meer evangelische hoek krijgen vind ik juist enorm waardevol. Het is de combinatie van een grote openheid voor de werkelijke vragen van onze cultuur met een concentratie op het fundament van het geloof in Christus, die voor mij persoonlijk onmisbaar is geworden in de bediening van het evangelie. Als ik daar de naam van Henk Binnendijk bij noem, dan betekent dat voor mij tegelijk de erkenning dat ik in dit opzicht opgeschoven ben. Jaren geleden, in 1989, ben ik voor het opinieblad "Koers" eens met hem in discussie geweest over de rol van ervaring in het geloof Ik benadrukte toen erg dat je je geloof niet op ervaring kunt bouwen, maar alleen op Gods beloften in de Bijbel. Zo zou ik het nog steeds zeggen, maar ik ben wel meer gaan inzien dat de expliciete nadruk op persoonlijke ervaring er onmiskenbaar is. Dat heeft ook te maken met het eind van het gereformeerde leven. Als jongeren vandaag nadrukkelijk over geloofservaring willen horen, dan is dat voor hen geen luxe extraatje, maar dan gaat het om niets minder dan de vraag: "Is Hij er wel? En waar vind ik Hem dan? " En dat is een vraag, die je uiteraard niet kunt negeren.'
We kennen ook onder ons de discussie over het kader waarbinnen het evangelie aan de orde komt. Mogen we gevoelig zijn voor bv. de Godsvraag en de ervaringsvraag, zoals hier verwoord? Of mogen we alleen maar erkenning opeisen voor de vraag van de Reformatie: Hoe krijg ik een genadig God?
'Ik heb dat zelf gemerkt bij het preken. Vroeger kon ik een preek onbekommerd beginnen met een zin als Broeders en zusters, daar ging Abraham door de woestijn. Samen met zijn enige zoon op weg volgens een opdracht waar hij niets van begreep". En dan volgde een preek over de opdracht die Abraham had gekregen om zijn zoon Izaak te offeren. Als het een goede preek was, dan begreep ieder van de hoorders dat je hiermee wezenlijke zaken aan de orde stelde. Onderwerpen als het vertrouwen op God ondanks twijfel, en de heel aparte zekerheid die het geloof kent. Natuurlijk gaf ik er als dominee in de loop van de preek wel toepassingen bij, maar ook zonder dat hadden de hoorders al een bepaald kader waardoor ze voelden dat die geschiedenis ook over hen ging. Iets van het besef: deze God is onze God en Abraham staat als vader van alle gelovigen ook model voor geloof en twijfel uit onze tijd. Maar zonder dat onuitgesproken kader kun je niks met zo'n preek. Ik herinner me het meest dodelijke commentaar op een preek dat, naar ik meen, ds. De Jong eens doorgaf. Een buitenkerkelijke dame had de dienst een keer bijgewoond en na afloop werd haar gevraagd wat ze ervan vond. "Ja", zei ze, "ik vond het wel aardig. Maar ik houd zelf niet zo van geschiedenis." Dat was iemand die de kaders miste en zij dacht bij onze preken aan mensen met een hobby in geschiedenis...'
Wie zijn oor te luisteren legt in de gemeente en reacties verneemt op de prediking, weet dat ook onder ons velen de 'gereformeerde kaders' aan het verliezen zijn waarbinnen het evangelie zou moeten landen. Maar het zit 'm, aldus terecht ds. Smouter, niet in een aantal liturgische veranderingen of kleine verbeteringen hoe belangrijk die op zichzelf kunnen zijn. Er is veel meer aan de hand.
'En toch. Toch komen we met al die veranderingen nergens. De crisis is te diep en de secularisatie zit in onszelf. Als je de ervaringen van mensen centraal gaat stellen, dan wordt het hol en leeg in de diensten, want mensen ervaren niks méér dan wat je in de soaps op tv ziet. Ons land zit vol laagdrempelige diensten waar je van het evangelie niks meer hoort en die lage drempel wordt vooral gebruikt om de kerk makkelijk te verlaten. Dus: veranderingen lossen niks op. Tenzij. Tenzij ze de uiting zijn van het feit dat we vluchten tot Christus. Dat we geen middel onbeproefd laten om samen te gaan drinken uit de bron van het heil: het goede nieuws dat God zijn eigen Zoon gegeven heeft om al onze zonden te dragen.
Vluchten tot Christus, het is een oude uitdrukking. Maar ik bedoel dat nu heel letterlijk: dat we geen andere uitweg meer weten dan tot Hem te gaan. Ik moet de laatste tijd vaak denken aan Elia, die op een gegeven moment vluchtte naar Horeb. Hij was echt in paniek vanwege Israels ongeloof en Izebels geweld. En hij vluchtte. Maar hij vluchtte wel naar Horeb, dat is naar de basis van Gods verbond met Israël. Daar was het allemaal begonnen, daar moest ook de uitweg uit de crisis te vinden zijn. Wat Elia deed, dat zou je mogen noemen "Back to the basics", terug naar de basis. Zoals onlangs het thema van de EO-Jongerendag was. En dat beschrijft naar mijn idee precies wat we nodig hebben: terug naar de basics. Inhoudelijk betekent dat: terug naar het evangelie van genade. En wat de vormen betreft betekent het: terug naar fundamentele dingen als leren bidden, leren lezen in de Bijbel, leren liefde te bewijzen aan je naaste. We hebben weer godsdienstoefening nodig, dat is oefenen in de basics van godsdienst. Gelukkig zie ik daar ook wel wat van. In de grote belangstelling voor thema's als genade en vergeving. In groepen en kringen die inderdaad gaan oefenen met lezen, bidden en stille tijd. Maar ik ontmoet toch ook veel mensen, vooral ouderen, die er bang voor zijn. Ze blijven bij bijbelstudies liever kwartetten: "dominee zus zegt dit en professor zo zegt dat", dan te vragen: wat zegt de Here mij in dit schriftgedeelte. Ze houden God en geloof liever op een afstand. Op dat punt, denk ik, moeten we elkaar echt verder helpen en dat kan alleen wanneer we er in geloof en vertrouwen voor bidden.'
Terug naar de fundamenten van het evangelie, inderdaad. Wie de crisis van het ge reformeerde leven peilt, beseft dat het vandaag méér dan ooit de tijd is voor inkeer en verootmoediging. Laten we daar binnen onze gemeenten maar eens grondig werk van maken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1996
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1996
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's