Vader der lichten
De sterren op zichzelf zijn aangenaam van luister,
Maar als de mane schijnt, zo zijn de sterren duister.
De mane men zeer hel ziet aan den hemel staan,
Maar als de zonne rijst, verdonkeret de maan.
Die zonne is een toorts die wonderlijken stralet.
Maar 't menselijk verstand voor hem den prijs behalet.
Het menselijk vernuft zich wijd en zijd uitbreidt.
Nog is het duisternis voor Godes heeriijkheid.
De sterren, maan en zon en geest en al moet zwichten
Voor God, dat grote licht, den Vader aller lichten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 1996
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 1996
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's