De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Groeien in vrijmoedigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Groeien in vrijmoedigheid

Signaal 1997

9 minuten leestijd

Op de jongerenzendingsdag Signaal, 18 januari 1997, ben ik gevraagd te spreken over het onderwerp 'vrijmoedigheid' in het licht van de geestelijke groei. Je hebt het of je hebt het niet... Is vrijmoedigheid iets wat je kunt leren of is het gewoon een karaktertrek? Wat heeft vrijmoedigheid dan met geloof te maken en met het werk van de Heilige Geest? Sommige mensen hebben een vrijmoedige aard; die staan meestal meteen met hun
woordje klaar. Maar als de Geest van God schuchtere mensen aanraakt, worden ze dan ineens vrijmoedig, veranderen ze van karakter? Ik herinner me dat ik als student meedeed aan de verspreiding van Echo, vaak met
lood in mijn schoenen. Wat moest je zeggen als een deur openging en een reus van een kerel je toebeet: 'wat wil je van mij, vriendje?'. Zelf had je ook nog zoveel twijfels over het heil in Christus. Maar in dat ondeelbare moment was het erop of eronder. Óf voor Christus uitkomen, óf weglopen. Dat je dan tóch iets had gezegd - want je kon er niet meer onderuit- gaf intense vreugde en nieuwe zekerheid. Ik moet daarbij denken aan Efeze 6 : 15: 'de voeten geschoeid met bereidheid van het evangelie des vredes'. Dit schoeisel is ook een onderdeel van de wapenrusting. Kennelijk gebruikt de Geest situaties waar mensen ons uitdagen en rekenschap vragen om ons meer vastheid in het geloof te geven, maar krijgen we er ook meer vrijmoedigheid door? Hoe is het mogelijk dat Petrus op de Pinksterdag voor een grote groep mensen staat te getuigen, terwijl hij kort daarvoor zijn Meester heeft afgezworen na een simpele opmerking van een dienster in het huis van de hogepriester? We zeggen onmiddellijk dat dat komt omdat Petrus vervuld is met de Heilige Geest en dat is waar. Toch is hij het juist die het woord neemt. Petrus was
een vrijmoedig mens en hij verloochent zijn aard niet. Zonder enige terughoudendheid richt hij zich tot de verzamelde schare.Moet je uit het voorbeeld van Petrus niet de conclusie trekken: vrijmoedigheid is iets dat past bij je karakter: je hebt het of je hebt het niet? Vrijmoedigheid in het Nieuwe Testament Het woord vrijmoedigheid komt in het N.T. op veel plaatsen voor, vooral in de brief aan de Hebreeën. Bijna nooit heeft het te maken met een persoonlijke eigenschap of met wat we wat oppervlakkig zouden omschrijven als 'durf. In het Grieks van de tijd van het ontstaan van het NT betekende het een recht om in de volksvertegenwoordiging vrijuit te zeggen wat men op het hart had. Het is dus meer een term uit de juridische en politieke wereld. Vrijmoedigheid is het bordje aan het begin van een wandelpad: u hebt vrije toegang op wegen en paden. In Hebr. 10 wordt het woord vrijmoedigheid dan ook verbonden met de weg, die Jezus heeft gebaand naar het Vaderhart van God. De lezers worden opgeroepen om de 'vrijmoedigheid niet weg te gooien', maar om gebruik te maken van de toegang die door Jezus is ontsloten. Durf zegt meer over psychische gesteldheid en karakter. Vrijmoedigheid heeft in het N.T. echter veel meer met het geloof, als het aangrijpen van de beloften van God, te maken.

Verlorenheid en vrijmoedigheid

Het komt er in de eerste plaats niet op aan dat we durf, moed hebben, maar veel meer dat we gaan begrijpen wat genade is. Het besef van de genade van God hangt nauw samen met de erkenning van wat iemand eens noemde: de maximale identiteit. Daar zit alles in: het diepste wat voor mensen verborgen is, wat leeft in onze gedachten en emoties, onze totale persoon inclusief de moeilijke en zondige kanten. Daarbij horen ook de zonden en problemen van ons gezin, van ons voorgeslacht en van ons volk. We kunnen ons daar niet los van maken; we worden erop aangesproken. Gewoonlijk trekken we ons terug op onze 'minimale identiteit', ons opgeknapte ik. Dat lijkt nog wel wat. Het is nog toonbaar voor de ander, die mij slechts oppervlakkig kent. De Schrift zegt echter dat God vijanden heeft liefgehad, dat Christus zich voor zondaars heeft overgegeven (Rom. 5). Dat erkennen betekent ook de totaliteit van onze zondigheid en van onze vijandschap erkennen.

Ten diepste moet ons dit pijnlijke inzicht ons gegeven worden. Maar we hebben het nodig om te komen tot goede en open contacten met andere mensen. Hoe zit dat dan?

In de eerste plaats ervaren we dat we geen haar beter zijn dan de anderen: de collega die zo rot doet, het familielid dat mij passeert, de mensen die er zo'n andere levensstijl op na houden. Als ik hen ontmoet, kom ik ook mezelf tegen. Ik moet net zo goed als zij van genade leven.

Aanvaarding en vrijmoedigheid

De last van de maximale identiteit is voor ons ondraaglijk. Wij kunnen die ook niet dragen, alleen Christus kan dat. En dat is nu juist het moeilijkste: te aanvaarden dat Jezus ons in onze maximale identiteit voor Zijn rekening neemt. Dat God geen voorwaarden stelt, dat Hij als de vader in de gelijkenis op de uitkijk staat naar zijn weggelopen zoon en hem al vergeven heeft voordat hij een woord van berouw kan uiten. Kunnen we dat werkelijk geloven, deze aanvaarding door God? Het kan niet gemist worden als we vrijmoedigheid zoeken. Als we van genade leren leven, gaat de kramp er een beetje af. We mogen er zijn! Telkens weer de verwondering dat God er is, dat de wereld er is en dat ik er zijn mag (Van Ruler). Ik hoef mezelf niet te bewijzen; ik hoef mijn stand niet op te houden; ik hoef me niet te laten regeren door allerlei vooroordelen. Het leven uit de bron van genade moet nu in het dagelijks leven zichtbaar worden doordat we niet meer geregeerd worden door angst, altijd weer die voortdurende angst voor de ander. Of voor situaties die we niet kunnen beheersen. Angst maakt plaats voor liefde, waardoor we de ander onbevangen tegemoet treden. Het leven uit de aanvaarding door God maakt ons ten diepste tot vrijmoedige mensen.

Gebrek aan vrijmoedigheid hangt daarom samen met onze onwil om alles van ons leven aan Christus te geven. We zijn als de psychiatrische patiënte die Henri Nouwen in een van zijn boeken beschrijft. Hartstochtelijk hield ze een klein muntstukje in haar knuisten geklemd en slechts met grote moeite kon de dokter het haar ontfutselen. Zo bewaren we de kleine muntstukjes van jaloezie, boosheid, wrok, perverse gedachten. Onze houding naar God en naar de medemens kan dan niet anders dan krampachtig zijn.

Navolging en vrijmoedigheid

De weg van vrijmoedigheid is de weg van navolging. Aan het begin van de navolging staat de radicale koerswending, het verlaten van alles waar we voordien ons vertrouwen op stelden. Jezus' roep 'Volg Mij' betekende voor Levi, voor Petrus, voor Paulus een grote verandering. Dat is vandaag niet anders.

Vele mensen hebben voor ons uit gelopen in het voetspoor van Christus. In Hebr. 11 staan er vele genoemd. De rij gaat nog steeds door. Hij is zonder ons nog niet af. Het komt erop aan te blijven lopen. Er zijn veel dingen die ons daarin hinderen, dingen die niet per se slecht zijn. Allerlei activiteiten die onrust brengen, je storten in amusement of het verzamelen van bezit. Je kunt je ook helemaal ophangen aan relaties. Op zich niet verkeerd, maar het kan je toch hinderen in de loop. Jezus zegt: 'Volg Mij na en ik zal u vissers van mensen maken'. Jezus volgen is steeds weer: luisteren en horen.

Geestelijke groei en vrijmoedigheid

In een opgroeiend gezin zijn steeds nieuwe kleren nodig. De oude jas of broek past niet meer, er is een grotere nodig. Zo is het ook in het geloof. Als het goed is groeit dat naar volwassenheid. Het geloof is geen statisch bezit. Elke nieuwe levensfase kent een eigen uitingsvorm van het geloof. De ontwikkeling van onze persoon en de beleving en uiting van het geloof grijpen op elkaar in. Dat is nu het prachtige in het werk van de Geest. Er zijn mensen die hartstochtelijk om een doorbraak van het werk van de Geest in hun leven hebben gebeden, om meer vrijmoedigheid te krijgen. Vaak dachten ze dat hun gebed niet werd verhoord. Naderhand begonnen ze te begrijpen dat de Geest het karakter gebruikt, met alle mooie en moeilijke kanten ervan. De Geest schakelt ons in zoals we zijn. Hij overweldigt ons niet door onze persoonlijkheid te veranderen. Een teruggetrokken persoon wordt niet op slag extravert. Maar juist zo iemand kan geleidelijk zijn gaven ontdekken en in de zending gebruikt worden omdat hij of zij zich goed kan inleven in mensen, goed kan luisteren, een kring kan leiden enz.

Het is duidelijk dat de discipelen door de uitstorting van de Geest meer vrijmoedigheid kregen, maar daarmee werden ze als persoon niet uitgeschakeld. Petrus bleef het hart op de tong houden en Thomas is vast een piekeraar gebleven.

Waarin komt het werk van de Geest in de geestelijke groei tot uiting? * in het ontdekken en ontwikkelen van wat je kan, wat bij je past. Denk aan dit verband aan de gavenlijst in Rom. 12: de een kan goed leiding geven, de andere dienen, de ander onderwijzen. De Geest neemt de talenten en ervaring in dienst van het Koninkrijk van God.

* in het ontdekken en aanvaarden wat je niet kan en ook niet hoeft. Misschien kom je niet zo makkelijk uit je woorden, maar kun je wel hele goede vragen stellen.

* leren omgaan met de scherpe kanten van onze persoonlijkheid. Telkens weer worden we geconfronteerd met zondige mechanismen in ons leven. Blijf er dan niet mee rond lopen, maar belijd ze jegens God én jegens de medemensen met wie je optrekt en die je vertrouwt. Mozes kreeg een lange opleiding in de woestijn. Hij moest geduld leren oefenen. Paulus was ook jaren in de woestijn. In dit levenslange proces van ontdekken, belijden en aanvaarden is er tenslotte tóch sprake van verandering. Wat de catechismus zegt: de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Er wordt iets, misschien meer dan iets, zichtbaar van Jezus in ons.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Groeien in vrijmoedigheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's