De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Conservatief en progressief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Conservatief en progressief

13 minuten leestijd

Er is tegenwoordig welhaast geen enkele gemeente meer of er zijn spanningen en moeilijkheden van allerlei aard. Soms zijn het problemen van meer persoonlijke structuur, dan is er een financieel tekort. Wij zouden zo gemakkelijk kunnen doorgaan. Maar voor vandaag willen wij uw aandacht eens vragen voor het vraagstuk van het conservatisme en het progressivisme. Het is niet nodig deze zaak u in den brede te omschrijven. Onder conservatisme verstaan wij die levenshouding, waarbij het ons een lief ding waard is ons aan de overlevering van de ouderen te houden. Wij zijn gehecht aan de oude vertaling, de oude berijming, de niet-ritmische zangwijze. In het algemeen heerst daar een zekere ingetogenheid. Men bespeurt een gehechtheid aan overgeleverde vormen en gebruiken. De levensrichting is sterk op het verleden georiënteerd met de verwachting, dat de historie ons een zekere levenszin garandeert.

Daartegenover staat het progressivisme. Binnen deze contreien heerst een sterke visie op de toekomst, het moderne leven met al zijn vragen en noden. Dienovereenkomstig is daar een hang naar nieuwe vertaling, nieuwe berijming, ritmisch zingen en het vrije lied. Hier is het levensgevoel open, vlot. Er is wel het besef van de oude geschiedenis. Maar het is niet nodig ons door de historie het levensniveau te laten bepalen. Vooruitgang is het motto. Opgetogen aanvaardt men zonder noemenswaardige kritiek de verworvenheden van het tegenwoordige leven. Het pak van vroeger moet niet al te zwaar zijn.

Deze twee stromingen bestrijden elkaar veelal op bittere wijze. Ze bepalen niet weinig ook het innerlijke en uiterlijke leven van de gemeente. Ze komen voor de dag bij de aanpak van de gemeenteopbouw, het beroepen van predikanten; ze treden tevoorschijn bij ambtsdragersverkiezingen. Ja, deze twee lijnen geven de sfeer van een gemeente aan. Conservatieven huiveren terug voor progressieven, schuwen ze allerwegen. En omgekeerd, progressieven zien neer op conservatieven, kunnen zich geen voorstelling maken van hun levensopvatting. Jammer genoeg wordt het geloofsleven van menige gemeente door dit contrast verstoord en uitgehold.

Nu gebiedt de eerlijkheid ons te zeggen, dat conservatisme en progressivisme doorgaans flankbewegingen in de gemeente zijn. Zij vallen op, zij sturen. Maar uiteraard is er ook een brede middenmoot, die aan deze stromingen welhaast geheel voorbijgaat. Het dagelijks leven eist zijn rechten op. De middenstroom wordt niet zozeer geraakt door al die theologische ideeën. De interesse is niet al te diep. De strijd om de kerk raakt hen pas in de tweede of derde instantie. Zeker in onze Hervormde Kerk leeft nog een brede massa, die eigenlijk weinig weet van al deze zaken.

Desalniettemin is deze schare wel aan onze zorg toevertrouwd. En wonderlijk genoeg, de kerk vindt er nog steeds gehoor. Des te meer is het onze roeping dan met grote liefde de kerk te leiden. En nu niet op de wijze van drammerigheid. Maar met evenwicht en wijsheid. De schatten van het verleden meedragend naar de toekomst. Niet dweepzuchtig voortjagend, maar in tederheid het oude vertolkend voor het nageslacht. Het is de behoefte om met de Bijbel in de hand de toekomst tegemoet te gaan. Zo dragen wij het erfgoed van voorheen met liefde over aan hen, die na ons komen.

Wij hebben in de crisis van de kerk in deze tijd behoefte aan evenmaat. Maar dan moeten wij juist ook weten van gevaren, die deze maat zouden kunnen bedreigen. Wij tekenen u de flankbeweging, opdat het evenwicht voor u duidelijk zou kunnen worden. Wat wij van de vaderen hebben geërfd, moeten wij dierbaar achten. Wij moeten het ons eigen maken. Zo komen wij uit het verleden. En nu dragen wij dat eerbiedig over aan een volgend geslacht. Dat is continuïteit.

Het lijkt ons goed nader stil te staan bij de wortels van deze brede verschijnselen. Het conservatisme is nauw verwant met het traditionalisme. Dat is die opvatting van gemeenteopbouw, waarbij men als doel van het kerkelijk handelen wezenlijk ziet de bewaring van de voorhanden vormen in leer, eredienst en kerkbestuur. Het ontbreekt hier nogal eens aan geloofsspanning. Dat komt daarvandaan, dat men verzuimt het ideaal der Heilige Schrift aan te leggen bij de voorhanden werkelijkheid. Alle echte reformatie spruit voort uit de impuls, gehoorzaam aan de Schrift, leer en leven te hervormen. Zo gebeurt het vaak, dat het traditionalisme gaat lijden aan langzaamheid, levensleegte en traagheid. Juist waar het er om gaat het gemeentelijk leven nieuwe vergezichten te bieden, komt het traditionalisme en zegt: Dat is nooit zo geweest.

U begrijpt, dat daar waar de Heilige Schrift geen kritische functie meer heeft, men o zo spoedig terechtkomt in het eren van de voorhanden werkelijkheid. Ja, alles doet om de status quo te handhaven. Conservatisme is een intense hechting aan het bestaande, een willen bewaren van het oude.

Nu is het verrassend op te merken, dat het Nieuwe Testament uitdrukkelijk van tradities spreekt. Ofwel van de inzettingen der ouden. Jezus toont in zijn gehele aardse omwandeling eerbied voor de bestaande zeden en overleveringen. Hij weet hun bewarende en ordenende macht zeer te waarderen. Hij plaatst zich midden in de regels van de tempel en de synagoge. Waar het kan, wrikt Hij niet aan de traditie. Eén ding intussen kan Hij ze niet toestaan. Het mag niet zover komen, dat men met behulp van de traditie de goddelijke wet zijn zin verleent. Dat is het geval, waar de Heere zegt: Waarom overtreedt ook gij het gebod Gods door uw inzetting? In het Evangelie van Mattheüs zien wij zulk een geval. Zo wie tot vader of moeder zou zeggen: Het is een offergave zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen en zijn vader of zijn moeder geenszins zal eren, die voldoet. Hier betreft het de ontduiking van een kinderplicht door onze gaven aan de tempel van God af te staan in plaats van de armlastige ouders te ondersteunen. Zo werd het gebod Gods krachteloos gemaakt, opzij geschoven.

Trouwens, eenzelfde gedachte treft, waar het aangaat door tal van voorschriften de dag des Heeren te verduisteren. De Farizeeën waren daar meesters in. En overigens, was de echtscheiding door hen ook niet zeer gemakkelijk gemaakt? Voor de minste kleinigheid kon men tot een echtbreuk komen. Neen, Jezus duldde niet, dat tradities hoger gesteld werden dan het Woord des Heeren.

Jezus erkent zeer nadrukkelijk de waarde van traditie. Maar waar traditie mechanisch wordt, gaat alle leven teloor. Conservatisme ontaardt daar in exclusiviteit, isolering en schematisering. Wij menen, dat wij de verschijnselen daarvan om ons heen kunnen zien. De gesloten groepen zijn allerwegen op te merken. Het leven vloeit uit de overtuiging weg. Het wordt dor en saai! In plaats van de gemeenschap der heiligen, die bevrucht en opscherpt komt daar de eigen standplaats, die men onder geen beding wil opgeven. Wij menen, dat wij hier een kwaal hebben aangewezen van grote omvang.

Het progressivisme daarentegen heeft een geheel andere wortel. Dat is de opvatting van gemeenteopbouw, waarbij men als doel van het kerkelijk handelen wezenlijk ziet de verandering van de voorhanden vormen in leer, eredienst en kerkbestuur. Progressivisme hangt samen met activisme. Men is dan onophoudelijk bezig wijzigingen aan te brengen. Er is één durende onrust en haast. Men springt van het nieuwe naar het allernieuwste zonder zich af te vragen of het de diepste behoefte der gemeente wel enigszins kan dienstbaar zijn. Er móét steeds iets. Op den duur legt zich een dodelijke leegheid en vermoeidheid over de gemeente neer. Aan de meerderheid ontgaat de zin der vernieuwing.

Ook hier mogen wij ons afvragen: Wat heeft de Schrift hier te zeggen? Er staat in de tweede brief van Johannes een merkwaardig woord. Een iegelijk, die overtreedt en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beide de Vader en de Zoon. Niet dat men een waarheid bestrijdt is het punt. Maar dat men voorgeeft boven die waarheid uit te gaan, klinkt zo aanlokkelijk. Het prikkelt de nieuwsgierigheid en de eerzucht. Men wordt hoger aangeslagen als men niet de gewone dingen laat horen. Het onbekende, liever het onbegrijpelijke, lijkt interessant. Men zoekt het in het meeslepende en fantastische.

Het historische besef is momenteel gering en daarom lijkt het voor de hand, dat het vooruitgangsdenken zijn triomfen viert. Men behoort dan tot de lieden, die de boodschap van Christus en het geloof in Hem te simpel vinden. Zij willen iets meer hebben en weten dan zijn komst in het vlees. Zij willen verder gaan, hoger komen dan deze eenvoudige waarheid. Hun denken gaat omhoog tot een hoger peil. Zij willen opklimmen van de voorstelling naar het begrip, van de voorstelling via het begrip naar de redelijkheid. Het is hun niet genoeg te blijven in de leer van Christus. Zij vinden het toch beneden hun stand te blijven bij de leer van genade en schuld. Bij de leer van de menswording van Christus, Van de vergeving der zonden door het offer van Christus. Och, zeggen deze lieden: die leer van de catechismus, van de drie stukken ellende, verlossing en dankbaarheid - dat houdt o zo laag bij de grond. Zo benepen, zo afhankelijk. Het houdt je zo naar beneden. Heeft u het nooit eens bemerkt in de gemeente? Daar vindt men telkens mensen uit eenvoudige omstandigheden geboortig. De kleine middenstand bijvoorbeeld. Niet weinig ook uit families afkomstig, waar de genade van God schitterde. Het was hard werken geblazen. Het ging hun voorspoedig. De armelijke situatie verdween. Men ging zich beroepen op intellect, op paarden en wagens. De voorspoed kwam. De afhankelijkheid trok weg. De grenzen werden ruimer. Hun ster ging rijzen. En daar stegen ze omhoog. Dit proces kunnen wij alom aanwijzen.

Och - liever niet meer geconfronteerd met dat oude. Wij zijn nu ontwikkeld geraakt. Principieel verlicht geworden. Moeten wij nu nog steeds in die oude dwangbuis gaan? Zo angstig vastkleven aan de traditie? Het blijven in de apostolische leer mag antiek lijken. En toch - wie in de leer blijft, die heeft beide de Vader en de Zoon. Ik weet heel goed, de leer kan zeker tot een dode foedraal worden. Maar dat wordt ze alleen, wanneer men ze niet meer in haar machtige inhoud hoort. De levende inhoud heeft men altijd alleen in de leer, die alleen ons de inhoud voorstelt en overdraagt. Het gaat altijd om de leer die Christus ons voor ogen stelt als de in het vlees gekomene, gekruiste en waarlijk opgestane. Het is echter ook de leer, waardoor Christus Zelf in de kracht van de Geest mensen leert en overtuigt. Wat moeten wij meer verlangen? Luther heeft eens beleden, dat hij levenslang een leerling van de catechismus gebleven is! Ook wijzelf kunnen ervaren hoe juist in moeilijke tijden en zware aanvechtingen de catechismus als de eenvoudige samenvatting van de bijbelse leer vol kracht en leven is. Natuurlijk moet dan deze leer ons tot nauw doorzoeken van de Schrift voeren. Grondi­ ge bijbelkennis en klare bevatting van de leer der apostelen is voor onze gemeenten nodig. Het is een schrikbeeld te bemerken hoe onkundig velen uit onze kringen in de Bijbel zijn. Hoe meer de Bijbel en de leer uit ons gezichtsveld verdwijnt, des te meer geraken wij de fundamenten kwijt.

Ontwikkeling - dieper in de waarheid indringen, behoeven wij niet af te keuren, als het maar onder één voorwaarde geschiedt: blijven in de leer van Christus. Ontbreekt dat, dan is er geen gemeenschap met Christus, maar ook niet met God. De leer wordt hier als een weg voorgesteld. Daarop kan men wel vooruitgaan, doch daarvan moet men dan noch naar rechts noch naar links afwijken.

Het conservatisme is een intense verkleefdheid aan het oude, het bestaande, een willen bewaren of herinneren aan het oude omdat het oud is. Wij gevoelen nu wel: het christendom heeft een conservatieve dimensie. Het progressivisme daarentegen kent een relativisme, een grote bedreiging voor het christelijk geloof. Conservatieven houden vast aan het verleden. Progressieven willen te vroeg afrekenen met het verleden. Wij staan momenteel op een keerpunt van de tijden. Onze gemeenten moeten door een geweldige omslag heen. Daar mogen wij niet blind voor zijn. Wij kunnen de toekomst alleen veilig gaan, als wij op de oude paden gaan - dat is het conservatisme. Maar niet in den blinde, maar blijvende in de leer van Christus. Onze gemeenten moeten zich hierin begrenzen om hun karakter niet te verliezen en niet te vervloeien. Het kon wel eens zo zijn, dat een gezond conservatisme meer kansen biedt dan een verlicht progressivisme. Wij kunnen de stand van zaken niet in alles beoordelen. De oude raad: wees in uw levensopvatting één mode ten achter is dikwijls zo verwerpelijk niet. In de grond der zaak geldt hetzelfde ten opzichte van kunst en wetenschap en tijdgeest. Ook hier is het verkeerd een bepaalde richting te volgen, alleen omdat ze in de mode is; alleen om niet achterlijk te schijnen. Altijd blijft zelfstandige beoordeling, toetsing aan de Heilige Schrift eis.

Bewaar en vernieuw uw kerk, zegt de catechismus. Je mag ook zeggen: bewaar en overwin uw kerk. De een kan nadruk leggen op bewaren, de ander op vernieuwen. Maar het is beide onjuist. Wie wil bewaren zonder te vernieuwen, verdort. Wie wil vernieuwen zonder te bewaren vervaagt. Duizenden in onze kerk leven in het schemergebied tussen verleden en toekomst. Zij weten in het geheel niet vanwaar zij komen en waarheen zij gaan. Zou het de taak van de kerk niet zijn deze onkundigen de weg te wijzen. Dat kan dan alleen de weg van Christus zijn. Dè weg, de waarheid en het leven - dwars door alle modeverschijnselen heen.

Ergens in het Hooglied bidt de bruid: Ontwaak, noordenwind en kom, gij zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. Welnu, de noordenwind geeft verfrissing en scherpe rilling. Die noordenwind kan wel eens door merg en gebeente gaan. Als wij dat niet willen, krijgen wij van die zoetvoetige christenen. Dat geeft onnatuurlijke groei, veel bolheid, maar niet veel vastheid. De frisse wind moet op zijn tijd door de gemeente waaien. Dat dient de ontdekking en bestraffing. Het wekt een vluchten tot Christus. Het maakt losser van de aarde.

Maar de zuidenwind is ook nodig. Die verwarmt en koestert. De specerijen ontluiken dan en gaan zwellen. De Heere past de genade van Christus liefelijk toe door Woord en Geest tot vertroosting en tot blijdschap van het geestelijk leven. Het gaat in de regel samen dat wie de noordenwind in zijn hart en leven niet wil laten werken, weinig vrucht zal ontvangen van de zuidenwind. Het komt ons voor, dat wij als Gereformeerde Bond in een moeilijk tijdsgewricht staan. Daarom hebben wij de opdracht het Woord des Heeren te vertolken. Niet onderworpen aan de tijdgeest, maar zo dat het huidige geslacht het Woord des Heeren blijft verstaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Conservatief en progressief

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's