Isaac da Costa, een herinnering
Een vriendenhand wees ons aan, dat het dit jaar tweehonderd jaar is geleden, dat Da Costa is geboren. Voor zover wij hebben kunnen waarnemen is nergens op dit feit opmerkzaam gemaakt. Nu is dat zo'n wonder niet. Het wemelt van gedenkdata, in kerkelijk en wereldlijk opzicht. Een geboorte zoveel jaar geleden van een beroemd man moet dan wel juist worden herdacht door een liefhebber, of op zijn minst door en persoon, die iets aan de geschriften van Da Costa heeft gehad.
I. 'Bezwaren' ...............
Welnu dan, op 14 januari 1798 werd Da Costa te Amsterdam geboren uit Portugees-Israëlitische ouders. Zijn opleiding ontving hij aanvankelijk in zijn geboortestad, maar in 1816 vertrok hij naar Leiden. Daar promoveerde hij in 1818 in de rechten en in 1821 in de letteren. Deze begaafde jongeman bleef niet buiten het toenmalig tijdsgebeuren staan, maar werd er volop in betrokken. Het was aanvankelijk een flauwe periode in Nederland. De Franse revolutie was letterlijk wel uitgewoed, maar de beweging der geesten schuimde nog lang na. Het ging ten diepste om de strijd tussen de calvinisten en de libertijnen. De libertijnen waren in de zestiende en zeventiende eeuw binnen de gereformeerde kerk maar een kleine minderheid gebleven. Maar nu overvleugelden zij onder de invloed van de nieuwe wereldbeschouwing hun tegenstanders. In de eerste helft der negentiende eeuw gingen ze, evenals ook vroeger reeds, het politieke leven beheersen. Ja, zij wisten ook op het officiële leven der Hervormde Kerk hun stempel te zetten. Er waren nog maar enkele doffe sporen over van de oude gereformeerde theocratie, die zich in Nederland nooit meer dan voor een deel had kunnen verwerkelijken. Maar al gauw bleek, dat de gereformeerde geest allesbehalve dood was. Het ging als zo menig maal ook nu. De oppervlakte vertoont de moderne tijdgeest. Maar aan de onderkant leeft een geheel andere gedachte. Van boven heersen de geestelijke boosheden in de lucht, de overheden, de machten, de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw. De worsteling om in het geloof staande te blijven gaat in beginsel niet tegen mensen, maar tegen geestelijke machten, die in de wereld heersen. Maar juist die geloofsstrijd wordt in de diepte van het volksleven gevoed. Daar, waar niemand op let. De stillen in het land kunnen niet mee met alles wat hypermodern is. Zij proeven teveel van de wereld in al de woelingen van de dag. Zij blijven het liefst bij de oude paden. En nu is dit het wonder van de eerste helft van de negentiende eeuw, dat de worsteling tussen calvinisten en libertijnen opnieuw begon. Weer ging het er om, of de levensorde van de Hervormde Kerk liberaal dan wel theocratisch zou zijn.
En weet u, wie nu mede in het conflict betrokken zou raken? De jonge Da Costa. Hoe ging dat toe? Heel eenvoudig en wonderlijk. De vader van Da Costa vond zijn zoon eerst nog te jong om naar Leiden te gaan. Hij deed zijn zoon een jaar lang bij Bilderdijk in de leer om van hem onderwijs te ontvangen in Romeins recht en Nederlandse literatuur. Dit privaatcollege van Bilderdijk wordt de voedingsbodem van het Reveil. Bilderdijk doceerde voor het eerst in 1817 als privaatdocent zijn cursus over de vaderlandse geschiedenis. Nu is het zeker zo geweest, dat Bilderdijk de geschiedenis wat romantisch voorstelde. Zeker een man als hij heeft op enkele studenten een meeslepende invloed uitgeoefend. Hij wist namelijk op enkele jonge mannen ideeën over te brengen, waarvan hijzelf vervuld was. Bilderdijks geschiedbeschouwing is het voornaamste. Hij zag de historie niet als een onsamenhangende rij van gebeurtenissen, maar als een geheel. Alles in de historie plaatste hij in het licht der Voorzienigheid, met Christus in het middelpunt en met als einde de wederkomst van Christus. Juist dat geloofsstandpunt heeft, naast zijn wijze van voordragen en zijn persoon, bij zijn leerlingen een onuitwisbare indruk achtergelaten. Daarbij moeten wij ook één lijn, die Bilderdijk accentueerde niet vergeten. Hij was vrijwel de enige die de hoogmoed, het rationalisme en het optimisme van de Verlichting principieel heeft bestreden. Hij wist zijn leerlingen te doordringen van de geestelijke lijnen in de historie en dat heeft bij hen een diep besef nagelaten van Gods majesteit. Het aantal leerlingen van Bilderdijk was niet groot, maar wel van groot gehalte. Het waren naast Da Costa, Capadose, de gebroeders Dirk en Willem van Hoogendorp, later Groen van Prinsterer en Scholte.
..........
Het dichterlijk fijngevoelig hart van Da Costa werd voor altijd geraakt. Het kwam zover, dat Da Costa samen met zijn jonge vrouw en enkele vrienden begon het Oude en Nieuwe Testament te bestuderen. Kortom de jood Da Costa kwam in een geestelijke crisis terecht. Het einde daarvan was dat hij op 22 oktober 1822 in de Leidse Pieterskerk door de hervormde predikant Egeling werd gedoopt. Hier was de basis gelegd van een strijdbaar christenleven. Zijn enthousiasme kwam openbaar in een geschrift 'Bezwaren tegen den geest der eeuw'. In deze brochure ontvouwde Da Costa een programma, dat voor alle dingen kerk en godsdienst raakt. Terug naar de oude Dordtse leer van Gods onbepaalde en vrijmachtige voorbestemming; wég met een minimum geloof, dat uit angst voor de kritiek van verlichters het Evangelie ombuigt tot een zedenleer; wég met een valse verdraagzaamheid, die ter wille van de lieve vrede waarheid en leugen in een kerk laat samen wonen. Niet alleen de staat wil Da Costa hervormen, ook kerk en maatschappij moeten duchtig herzien worden, waarbij steeds een ideaal verleden de maatstaf is. Over wetenschap en kunst en de grondwet, zelfs over het onderwijs en over de liefdadigheid - over dit alles velt Da Costa zijn profetisch oordeel en het vonnis luidt: het is alles even hoogmoedig en eigendunkelijk. Zijn 'Bezwaren' waren een emotioneel protest tegen de zelfvoldaanheid van die dagen en tegen lauwe christenen, die niets meer wisten van profetisme en pinkstergeest. Bij alle onrijpheid, die dit geschrift toch ook kenmerkt, zijn hier reeds de beginselen die heel het Reveil beheersen, aanwezig.
.........
Wie de moeite neemt deze 'Bezwaren' te bestuderen zoals zij van commentaar zijn voorzien door wijlen professor Hovius en ds. Exalto, wordt overtuigd van de actualiteit van Da Costa's zienswijze. Het is geen wonder, dat zijn geschrift een enorme deinng teweeg bracht in de zelfbehaaglijke sfeer van de vroege negentiende eeuw. En dat is werkelijk geen wonder. Want altijd weer als een scherpzinnig mens, gevoed in de Geest der Schrift, de sfeer van zijn eigen levensperiode doorprikt, schiet van alle kanten het vuur te voorschijn. De autonomie van de mens wordt dan tot op het gebeente ontdekt en zulks betekent altoos wrevel en opstand. Met enig nadenken komt ons bij de lectuur van deze 'Bezwaren' vanzelf de gelijkenis met onze tijd voor de geest. Er is natuurlijk afstand, maar de wortels van het levensgevoel van de negentiende eeuw worden onbarmhartig blootgelegd en de moderne lezer ziet als vanzelf de parallellen met onze tijd voor hem oprijzen. Zo gebeurt het altijd, wanneer de Heilige Schrift in een mensenleven inslaat. Wanneer wij in de huidige eeuw als verbijsterd getuige zijn van de grootste verschrikkingen en rampen - ja, wanneer wij naar een verklaring vragen van tal van verschijnselen, die ons benauwen, dan doen wij wijs op het gebied van godsdienst, zedelijkheid, verdraagzaamheid en menselijkheid; op het terrein van schone kunsten, wetenschap, constitutie, onderwijs en vrijheid een eenvoudige vergelijking te wagen met deze bezwaren tegen de geest der eeuw. Da Costa zag veel dieper dan menigeen van zijn tijdgenoten. Daarom is hij in vele opzichten een eenzaam, onbegrepen denker gebleven, al hebben wel enkelen hem aangevoeld en vertolkt.
.........
Da Costa gaat op later leeftijd veel dingen anders zien en beoordelen. Hij erkent, dat het kwaad niet uitgeroeid wordt door een eenvoudige terugkeer naar oude toestanden. Daar speelde zijn romantisch historisch besef hem teveel parten. Zijn verdere levensontwikkeling corrigeerde vele misvattingen. Maar wij moeten hem niet tezeer beoordelen naar de fouten, die hij maakte. Veel meer dan een protest tegen iets was het echter een protest vóór iets. Een geloofsgetuigenis. Hij kwam in de dommel van zijn eeuw weer óp voor Gods recht. Zijn eenvoudig, maar scherpzinnig geschrift opende veler ogen, maar bewerkte ook een algehele waakzaamheid. Bidden wij - zo eindigt hij het boekje - om de Heilige Geest. En dat gebed is zeker vehoord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1998
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1998
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's